18

87 9 0
                                    

Ik voelde de zon op mijn gezicht branden en werd wakker. Blijkbaar waren we gisteren in het gras in slaap gevallen. Ik lag nog altijd met mijn hoofd op Hidde zijn borst. Ik voelde dat hij wat met mijn haar speelde. Hij wist waarschijnlijk niet dat ik wakker was. Zijn andere hand lag om mijn middel. Ik draaide mijn hoofd om zodat ik Hidde zijn gezicht net kon zien. Erg prettig lag dit niet.

'Goedemorgen,' zei ik, met veel moeite. Praten ging ook niet zo goed in deze houding. Ik voelde een pijnscheut in mijn buik dus draaide me snel weer terug om.
'Hé, Rebek,' hoorde ik Hidde achter mij zeggen, en hij ging vervolgens weer verder met het met mijn haar spelen. Ik lachte zacht.
'Zo noemde mijn vader mij altijd,' zei ik met een dromerige glimlach.
'Oh,' zei Hidde verbaasd en schraapte even zijn keel. 'Sorry.' antwoordde Hidde snel. Hij dacht dat ik het erg vond.
'Nee, ik vind het juist leuk,' zei ik grinnikend.
'Oke, mooi. Hé, maar ik vroeg me af.. Waar is je moeder nu eigenlijk?' Dat was een goede vraag. Ik wist het zelf eigenlijk ook niet.
'Ik ben weggelopen en ben nooit meer teruggekomen. Ik heb geen idee waar ze is,' antwoordde ik Hidde. Hij slikte even.
'Hoe oud was je toen?' vroeg hij uiteindelijk.
'Twaalf.'
Ik hoorde een soort "woaah" uit zijn mond komen.

'Dus je hebt zo lang alleen gewoond? Zonder anderen?'
'Ja, al bijna 5 jaar. Ik wist niet beter. Ik dacht dat ik gelukkig was, wat geluk ook mag betekenen.' Ik ging weer naast Hidde liggen zodat ik hem op een normale manier aan kon kijken zonder dat ik in een ingewikkelde houding lag.
'Dat was vast geen makkelijke tijd voor je,' nam Hidde aan. Ik dacht na bij zijn woorden.
'Nou, eigenlijk had ik het best goed daar. Ik was wel heel alleen, maar ik had een leuk huisje, tuintje en een bos in de buurt. Ik had altijd wel wat te doen.' Zo was het. Ik verveelde me zelden.
'Oh... Maar Rebekka, ik weet dat het moest gebeuren omdat je het anders niet zou overleven, maar het spijt me voor al dit gebeuren. Dat ik je als het ware ontvoerd heb en dat je je vertrouwde omgeving voorlopig niet meer terug ziet.' Hij sloeg zijn ogen neer. Ik haalde mijn schouders op.
'Verandering is ook wel eens goed. Ik mis mijn huis soms wel een beetje hoor, daar niet van.' Hidde leek zich schuldig te voelen.
'Sorry,' fluisterde hij, terwijl hij zenuwachtig op zijn lip beet, wat er veel te aantrekkelijk uit zag.
'Maar Hidde, dankzij jou leef ik nog. De mannen die mij die dag omringden; er hing zo'n lugubere sfeer om hen heen. Ik heb dus zelf gevoeld dat ze bij de president hoorde. En bij jou voelde dat al meteen anders. En mede daarom weet ik dat het klopt, dat je gelijk hebt. Dat je betrouwbaar bent. Alles klopt gewoon.' Hij zuchtte diep en knikte daarna. 'Ja. Omdat ik daar spion was, ingeschakeld door Anthorium, heb ik ze die dag een aantal uur meegemaakt. En geloof me, dat ga ik nooit meer doen. Het herinnerde me zo veel aan mijn verleden. En mijn verleden wil ik achter me laten.' Ik knikte.
'Laten we dan samen ons verleden achter ons laten.'
Hidde glimlachte en knikte. Ik stond op.
'Kom luiwammes. Tijd om op te staan,' zei ik terwijl ik mijn hand naar Hidde uitstak. Hij maakte wat protesterende geluiden maar toen ik hetzelfde bleef staan nam hij mijn hand uiteindelijk aan. Hij leunde expres helemaal op mijn hand.
'Nee, nee, nee, laat los!' zei ik lachend, voordat ik voorover viel. Met Hidde onder me. Ik rolde van hem af en wilde weer opstaan, maar hij hield me tegen.
'Ik wil weg,' zei ik zogenaamd zeurend. Hij schoof mij dichter tegen zich aan en gaf me een kusje in mijn hals.
'Ga dan, als je weg wilt,' zei hij. Ik wilde eigenlijk opstaan en weglopen maar iets hield me tegen. Ik kon niet weggaan. En dat kwam door Hidde.
'Dit is chantage,' zei ik terwijl ik hem met een pruillipje aankeek.
'Goed zo, blijf maar,' zei hij glimlachend. Hidde rolde nog verder om zodat zijn gezicht boven die van mij hing. Ik lachte en probeerde hem weg te duwen maar het lukte me niet. Hidde grijnsde en gaf een kus op mijn voorhoofd en rolde toen weer terug naast mij. Maar nee, dat vond ik niet genoeg. Ik rolde om en was nu degene die boven Hidde hing.
'Ik ben niet voor niks gebleven,' zei ik grijnzend. Mijn hoofd kwam dichter naar de zijne en hij legde een hand onder mijn kin. Ik sloot mijn ogen en voelde toen zijn lippen op de mijne. En wauw, dit voelde weer geweldig. Hoe kwam het dat ik dit gevoel toch telkens weer vergat. Maar mij maakte het niet uit, want nu was het elke keer weer veel beter dan verwacht. En toen kwam het stemmetje weer in mijn hoofd die zei dat ik dit niet moest doen. Dat ik mij niet verbonden mocht voelen aan mensen. Zwakheid.
Het zorgde ervoor dat ik mijn hoofd wegdraaide.
'Wat is er?' vroeg hij kalm. Ik wist niet of ik dit wel tegen hem moest zeggen. Maar ach, het moest er toch een keer uit.
'Iets in mij zegt dat ik dit niet moet doen om sterk te blijven, maar ik wil het gevoel weg hebben.' Hij kreeg een scheve glimlach.
'Negeer het.' En meteen raakten zijn lippen de mijne weer. Ik wilde dat ze daar voor altijd bleven. Maar toch kwam er al veel te snel een eind aan. Hidde schrok op.
'Doe ik je geen pijn? Je wond?' Ik fronste mijn voorhoofd. Nu hij het zegt. Ik had er helemaal niks meer van gevoeld.
'Het doet niet eens pijn meer.' Ik fronste mijn wenkbrauwen. Waarom voel je pijn constant als het er is, en als het weg is merk je het niet eens? Wat ondankbaar eigenlijk. Hidde wilde mijn shirt een stukje omhoog schuiven om mijn wond te zien, maar werd toen rood in zijn gezicht.
'Ehm, mag ik?' vroeg hij wat beschaamd. Ik grinnikte en knikte. Zijn ogen werden groot en zijn mond viel een stukje open.
'Ehm Hidde, heb je door dat je mond net opengevallen is?' vroeg ik grinnikend.
'Je wond. Hij is compleet verdwenen!'
'Nooit. Kan niet.' Ik keek naar mijn buik en zag dat hij gelijk had. Ik voelde met mijn vingertoppen op de plek waar mijn wond zat maar ik voelde helemaal niks. Dit is vreemd. Heel vreemd.
'Hoe kan dit?' vroeg ik met een verbaasde ondertoon.
'Iemand heeft één of ander wondermiddel gemengd met het geneesmiddel dat ik voor je wond gebruikte, waarschijnlijk. Of iemand heeft het gewoon in je slaap op je wond gesmeerd. Er is in ieder geval iemand anders bij betrokken,' zei Hidde. Dat klonk eng. Misschien is iemand in de nacht aan me gezeten terwijl ik niks doorhad. Ik kreeg er de rillingen van. Misschien was die persoon ook wel in Hiddes huis geweest en spullen gejat.
'Hidde? Heb je je geld en alles nog?' Hij haalde zijn schouders op. Hoe kon hij daar zo nuchter over zijn? Geld speelde hier blijkbaar geen rol.
'Je weet toch dat er alleen maar mensen met goede bedoelingen hier zijn?' zei hij uiteindelijk.
'Oh ja. Slim,' antwoordde ik. Hidde grinnikte.
'Sukkel.' Ik keek hem aan en haalde één wenkbrauw op.
'Wat zei jij daar, meneer?' Hij keek me schijnheilig aan en wees vragend met zijn wijsvinger naar zijn eigen borst.
'Ik?' vroeg hij verontwaardigd.
'Hij was het,' zei Hidde terwijl hij naar een vogeltje wees.
'Misschien is het wel een zij,' antwoordde ik.
'Sukkel,' voegde ik eraan toe. Binnen no time draaide hij zijn hoofd naar me toe.
'Je zei niets, toch?' vroeg hij nep-dreigend.
'Oh, zeker wel.' Er kwam een soort grom uit zijn keel en het klonk best grappig.
'Hidde. Je weet dat ik gelijk heb.'
'Nooit.'
'Echt wel.'
'Sowieso niet.'
'Oh, jawel.'
En zo ging het nog een tijdje door. Uiteindelijk besloten we allebei sukkels te zijn. We gaven elkaar een hand en sloten de deal.
'Deal?'
'Deal.'
'Oké, en nu heb ik honger. Dus je gaat eten voor me maken,' zei ik grijnzend. Opvallend genoeg stond hij op, wel na een diepe zucht, en verdween in zijn huis. Na een paar minuten stond ik ook op, rekte me uit en liep naar binnen. En daar stond mijn ontbijt. En dat van Hidde.
'Oké, Hidde, wat heb je er doorheen gedaan?' Hij grinnikte.
'Zit er gif in?' grapte ik. Hij haalde zijn schouders op.
'Misschien,' zei hij. Ik ruilde zijn en mijn ontbijt om, het waren broodjes trouwens, en ik nam snel een hap zonder het oogcontact te verbreken.
'Denk je nou echt dat ik er niet op gerekend had, dat je het om zou ruilen?' vroeg Hidde. Ik stopte meteen met kauwen. Dat moet er vast heel charmant uit gezien hebben. Kuch. Hidde nam, daarentegen een hap van zijn brood, keek me vol medelijden en tegelijkertijd grijnzend aan, draaide zich om en liep weg. En toen ineens draaide hij zich weer om.
'Grapje, wees gerust. Het is gewoon een ontbijtje, gemaakt door deze chef.' Daarmee bedoelde hij zichzelf.
'Dat is al één reden om bang te zijn,' mompelde ik net hard genoeg zodat hij het kon horen.
'Au, Rebekka. Dit is hartverscheurend,' zei hij, met een pruillipje.

Oké, uuh blijkbaar was dit hoofdstuk niet gepubliceerd, en 19 wel. Dus sorry als het nu wat warrig voor je is, maar dit hoofdstuk moet vóór 19. :)

Hebben jullie dit hoofdstuk al eerder gezien, of is deze echt nooit gepubliceerd?

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu