7

230 20 1
                                    

Inmiddels was het al pikdonker. Het was best wel eng. Ik was echt kapot, maar wist niet of ik mocht slapen.
'Je mag wel slapen,' zei Hidde.
'Kun je gedachten lezen of zo?' vroeg ik verbaasd. Toen hij niet antwoordde keek ik naar zijn gezicht, waar ik een grote grijns aantrof. Ik zag hem zelfs door het donker heen. Wat?! Hij kon gedachten lezen? Vandaar dat hij altijd zei wat ik dacht.
'Niet heel goed hoor, soms maar. En oppervlakkig. En ik moet heel dichtbij die persoon zijn. Of zelfs aanraken.' Hij zat tegen mij aan, dat klopte dus. Ik schoof een stukje vandaan maar hij trok me terug.
'Hé, blijf nou. Ik maak er geen misbruik van. Ik doe het echt niet vaak, dus wees maar niet bang. Maar soms kan ik er niks tegen doen.'
'Wat voor geheimen heb je nog meer?'
'Daar zul je vanzelf wel achter komen. Of niet,' antwoordde hij geheimzinnig. En grijnzend tegelijk.
'Maar verder niks bijzonders hoor,' voegde hij er nog aan toe.
'Mooi zo. Ik word nog bang van je.' Het bleef even stil.
'Vertrouw je me?' vroeg hij opeens serieus. Zachtjes kuchte ik wat ongemakkelijk. Deze vragen waren niet mijn favoriet. Ik gaf zulke dingen niet graag toe, ik wilde niet zwak lijken. Maar hij zou toch aan blijven dringen. Ik moest wel antwoord geven. En liegen, daar deed ik liever niet aan.
'Ja,' antwoordde ik dus zachtjes. Ik voelde dat hij zich wat meer ontspande. Ik verwachtte geen reactie meer dus besloot te gaan slapen. Mijn been deed al minder pijn. Het was dan ook niet zo erg dat ik niet kon lopen, of iets. Het deed gewoon veel pijn als ik dat deed. Ik legde mijn hoofd op Hidde's schouder en hij sloeg zijn arm beschermend om me heen. Ik was niet bang als ik bij hem was, ondanks de situatie waar we in zaten. We hoorden blaadjes om ons heen ritselen, de wind waaien, takjes kraken, maar toch voelde ik me veilig. Wat natuurlijk bedrog was, maar dat boeide mij nu niet. Met het gevoel van veiligheid en de warmte van Hidde viel ik in een diepe slaap.

Ik had het gevoel dat iemand naar me keek. Dus langzaam opende ik mijn ogen. Ik had naar mijn gevoel lang geslapen. Toen mijn ogen geopend waren keek ik recht in de grijsblauwe ogen van Hidde. Ze waren mooi.
'Hoi,' zei hij zacht. Hij zat gelukkig nog steeds naast me.
'Goedemorgen,' antwoordde ik. Ik wilde me uitrekken toen er een steek door mijn been ging. 'Au!' riep ik meer van de schrik, dan dat het pijn deed. Hidde grinnikte.
'Niet grappig!' zei ik verontwaardigd en ik gaf hem een por. Ik was even vergeten dat hij daar tegen kon en kreeg meteen een por terug. Wel zacht, want hij wist dat ik anders een meter in de lucht sprong. Ondanks dat, keek hem nep-boos aan.

Ik keek om me heen en zag in de verte een prachtig meertje. Het water stroomde zachtjes en er was een heel mooi uitzicht omheen. Veel bomen, groen en ergens zag ik zelfs een hertenkopje achter een aantal bomen uitsteken. Het rende meteen weg toen het ons opmerkte. In dat meertje kon ik me wassen, bedacht ik me. Dat was wel nodig na 2 dagen in de bossen rondlopen. Ik voelde me vies. 'Wie het eerst in het water is!' riep ik. En meteen nadat ik de zin had uitgesproken wilde ik dat ik dat niet had gezegd. Mijn been. Het zou me nooit lukken. Ik gromde. 'Laat maar,' voegde ik er snel aan toe terwijl ik betreurd naar mijn been keek. Het zag er al wel een stuk beter uit dan gisteren. Hidde stond op, pakte mij op alsof ik een veertje was en toen lag ik in zijn armen. Hij rende naar het meertje en met schoenen, jassen en al kwamen we in het water terecht. We lagen in een deuk en snel gooide ik mijn jas en schoenen aan de kant. Hidde deed hetzelfde. En toen voelde ik het. Water. Ik had dorst. Ik dronk een klein beetje van dit water. Niet veel, ik wist immers niet of het schoon was. En Hidde had toch zo'n waterzuivering flesje bij zich. Ik wilde eigenlijk veel meer drinken, maar ik kon mezelf tegenhouden. Ik moest niet ziek worden, zeker niet nu.

Hidde stond met zijn rug naar me toe. Ik pakte mijn kans en spetterde hem snel nat met water. Ik grinnikte en toen hij boos omdraaide keek ik schijnheilig een andere kant op. Helaas. Niet schijnheilig genoeg. Hij tilde me op en liet me weer los boven water. Dit keer was ik kopje onder. Ik liet hem niet van me winnen en trok hem mee onder water. Al snel kwam ik weer boven en daarna ook Hidde, en toen ontmoetten zijn mooie, grijsblauwe ogen de mijne. Ik wilde eigenlijk een andere kant op kijken maar kon het niet. Ze namen al mijn gedachten en handelingen in beslag. Zijn ogen waren zo mooi. Zijn hand kwam richting mijn gezicht en hij streek een lok haar uit mijn gezicht. Oké, waar was ik mee bezig? Dit mocht niet. Snel wendde ik mijn blik af en begon te praten. 'We moeten drinkwater hebben. Ik haal het flesje wel,' zei ik als ontsnappingspoging. 'Uhm, ja, goed idee,' antwoordde Hidde. Hij haalde verward zijn hand door zijn haar. Ik hoopte niet dat hij nu teleurgesteld was. Maar we mochten niet zwak zijn. We moesten sterk blijven. Samen, maar tegelijkertijd apart van elkaar.

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu