9

221 28 3
                                    

Hidde en ik stonden klaar om te gaan jagen. We hadden de laatste dagen weinig gegeten. We moesten sterk blijven, dus we hadden echt wat eten nodig. Al snel hoorde ik wat geritsel achter een boom, in de bosjes. Mooi.
Ik spande mijn boog aan en stond klaar om te schieten. Het dier was niet klein, want het was een luid geritsel. Ik begin al bijna te watertanden. Hidde hield zijn ogen strak op de plaats waar het geluid vandaan kwam. Hij zag er alert uit. Te alert. Er klopte iets niet.
'REN!' Riep hij opeens. Ik keek hem met een opgetrokken wenkbrauw aan maar kwam al snel in beweging toen ik zijn gezicht zag. Ik moest rennen. En hard ook. En toen zag ik waarom
Het was één van de mannen.

Ik rende alsof mijn leven er vanaf hing, wat eigenlijk ook zo was, ondanks de pijn in mijn been. Hidde zag ik niet meer, hij was daar nog. Hij liep dus gevaar, net als ik.

Deze man was veel sneller dan ik. Binnen no time zou hij me hebben. Op dat moment voelde ik dat een hand mijn arm greep en mijn arm werd fijngeknepen. Ik gilde het uit van de pijn. Het leek alsof mijn botten werden verbrijzeld. Ik probeerde mij los te maken en door te rennen, maar het lukte niet. Zijn greep werd alleen maar sterker. Ik keek naar mijn handen, zoals Hidde tegen me zei om te kijken of ik droomde. Maar nee, ik droomde niet. Ik kreeg mezelf heel even los, maar struikelde vervolgens over een tak en belandde op de grond. Ik lag op mijn rug en kroop naar achteren. Maar ik kon nooit op tijd opstaan. Mijn been wilde niet meewerken. Nu lag ik hier, op de grond. Klaar om vermoord te worden. Het einde van mij leven was nu echt in zicht.

Ik zag het gezicht van de man. Het engste van alles was nog dat hij precies hetzelfde gezicht had als de man in mijn nachtmerrie. Alleen waren zijn ogen zwart in plaats van rood. Maar ik wist dat dit geen droom was. Hij was nu dan ook veel enger dan in mijn droom. Mijn leven was nu echt aan zijn eind gekomen. De man pakte mijn armen en hield mijn polsen met zijn handen bij elkaar. Hij deed dit heel snel. Hij sleurde me mee maar ik stribbelde tegen. Dat hield hem jammer genoeg niet tegen want hij pakte me gewoon op en ik hing gelijk over zijn schouder.

Waar was Hidde? Hij moest me beschermen, ik had hem nu nodig. Zou hij toch bij deze mannen horen? Was alles een complot? Ben ik erin geluisd? Als een rat in de val? Ik moest in ieder geval alles doen om uit de buurt te zijn van deze man. Ik begon te spartelen met mijn benen maar ik kon hem niet schoppen. Slaan kon ik wel maar dat hielp niet. Hij was te sterk. Dus ik beet in zijn nek. Zijn greep verslapte even maar werd meteen weer nog sterker dan eerst. Ik had nog één laatste plan. Mijn laatste poging om in leven te blijven. Dit moest werken, of het was gedaan met mijn leven.

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu