13

211 25 5
                                    

Omdat het zo zou kunnen zijn dat Hidde al sliep, deed ik zo zacht mogelijk de deur open en dicht. Ik liep met mijn stapel kleren mijn kamer binnen. Mijn laarzen zette ik naast de deur met Amy's sandalen daarnaast. Mijn stapel kleding legde ik in de kast. Ik zag dat er wat op mijn kast lag. Het was een shirt van Hidde. Waarschijnlijk om in te slapen. Hij was oversized voor mij en kwam net tot mijn bovenbenen. Het rook lekker, het rook eigenlijk naar Hidde. Ik trok het aan en dook gelijk mijn bed in, ik was echt kapot. Ik had de laatste dagen zo weinig geslapen. En dit lag zo heerlijk.

Toch waren mijn hersenen nog niet moe. Ik dacht terug aan de vrouw. Wat bedoelde ze met dat ik een bijzonder meisje ben? Opeens overspoelden tientallen vragen mij.
Wat liet mij onderscheiden van de andere tientallen, honderden mensen hier? Wat was hetgeen wat de moeite waard was aan mij? Om mij van zoveel kilometers afstand thuis op te halen, zodat ik hier terecht zou komen?
Hoe raar was het idee eigenlijk dat ik Hidde leek te vertrouwen, ondanks dat hij mij ontvoerd had.

Maar nu voelt het niet meer als een ontvoering. Het is een uitdaging, een avontuur. Eerlijk gezegd houd ik nu al van deze plaats. Ik vind het geweldig.

Maar wie zegt dat het zo blijft? Wie zegt dat het niet levensgevaarlijk is? Wie zegt dat dit echt zo'n pretje is als dat het lijkt?

Helemaal niemand. En dat was hetgeen wat me toch angstig maakte. Ik wist te weinig. Hoe kon ik dan weten wat me te wachten stond? Hoe kon ik me voorbereiden op wat zou gaan komen? Misschien kwam er wel niks. Maar ik was er zeker van van wel. Als er niks aan de hand was, was ik hier niet. En anders wist ik alles wel, dan werd alles mij verteld.
Ik wilde dat alles mij verteld werd. Ik moest ervoor zorgen. Ik moest dingen te weten komen.
Nee, ik moest alles te weten komen.

Ik schrok op van de deur die open ging. 'Oh, ik dacht dat je al sliep,' zei ik tegen Hidde. Ik kreeg geen antwoord en er verscheen niemand in de deuropening. Hoe kon de deur dan open gegaan zijn? Misschien had ik hem niet goed gesloten.

Ik liep er naartoe om hem dicht te doen, tot ik achter de deur een man zag staan. Ik bevroor ter plekke, alleen mijn hart begon als een gek te bonken, vooral toen ik de man herkende.
Hij was toch dood? Ik had hem zelf vermoord! Toen zag ik dat hij Hidde vast had. Hij hield zijn armen strak om Hidde zijn keel en had een mes in zijn hand.

'Hidde, nee! Nee!!' riep ik. Op dat moment zakte de man in elkaar hoe hij al eerder in elkaar had gezakt. Door mij. Maar nu ging hij niet alleen. Hij nam Hidde met zich mee. Op mijn handen zat bloed, en ook overal op de grond. Maar vooral op Hidde.
'Nee, Hidde!' schreeuwde ik. Een schuldgevoel stroomde als een vloedgolf bij me naar binnen. Ik schreeuwde en rende naar Hidde toe maar kon hem niet meer aanraken. Hij was steeds verder weg. Er kwamen messen op me af. Ze hadden speren, zwaarden, messen en allerlei andere wapens bij zich. Ze stormden op me af. Maar het ergste was dat ik niks deed. Ik kon niet weg, ik zat vastgenageld aan de vloer. Maar precies toen de wapens me aanraakten werd ik met een schok wakker.

Buiten adem en met betraande ogen was ik wakker. Hidde kwam mijn kamer in gerend. Hoe erg ik ook mijn best deed, ik kon niet meer op adem komen. Hij haalde mijn haar uit mijn gezicht en omhelsde mij daarna. Meteen werd ik rustiger. Hoe deed hij dat toch...

'Sshht, ze zijn hier niet, ze doen je niks.' Ik was al wat meer op adem gekomen maar huilde nog steeds.
'Hij... J.. Jij ging mee, jij ging ook d..' Ik kon niet uit mijn woorden komen.
'Stil maar, ik ben hier nu.' En ik begon weer harder te snikken. Hidde aaide mij over mijn rug en hield me stevig vast. Het vertrouwde en veilige gevoel was weer terug. Ik wilde niet dat hij me los liet.

Na een paar minuten was ik uitgehuild en liet hij me helaas toch los.
'Het komt goed. Ga maar weer slapen, morgen zal alles beter zijn,' zei hij zacht. Hij bleef nog even naast mijn bed zitten en liep daarna richting de deur. Hij bleef even in de deur opening staan en keek naar me met een blik die leek op schuldgevoel of medelijden. Misschien beiden.

'Hidde?'
'Ja?'
'Ehm, wil je hier blijven?' Vroeg ik twijfelend. Hij glimlachte en kwam naar me toe.
'Natuurlijk wil ik dat,' zei hij. Zo kon ik met een veilig gevoel, en met Hidde naast me, weer in slaap vallen.

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu