My dad?

179 7 9
                                    

Ik kwam weer wat bij. Ik voelde dat ik gedragen werd. Maar door wie? Ik probeerde mijn hoofd op te richten. Hij was te zwaar. Ik kreunde zachtjes. Het was blijkbaar al genoeg om de man die me droeg naar me te laten kijken. 'Sshhh, doe maar rustig. Er is niets meer aan de hand. Je bent veilig.' fluisterde de man. Die stem.... Hij klonk me zo bekend. Het leek wel op.... nee. Dat kon niet. Had hij me dan toch gevonden? Ik hoorde dat we over grind heenliepen. Daarna hoorde ik een deur opengaan. De man legde me voorzichtig op de bank. Daarna liep hij gehaast naar de keuken op zoek naar iets. Hij kon het niet vinden. Hij legde zijn ongewone ijskoude hand op mijn voorhoofd. 'Ik ben zo terug.' fluisterde hij geruststellend en verdween toen. Ik viel uitgeput in slaap.

Na een tijdje werd ik wakker. Er drukte iets kouds tegen mijn lippen. 'Drink.' Gebood me een stem. Ik liet de vreemde vloeistof in mijn mond stromen en slikte het door. Ik proefde er gelukkig niets van, doordat er nog steeds bloed in mijn mond en keel zat. 'Rust nu. Dan werkt het middeltje beter. Ik blijf bij je.' Ik knikte voorzichtig en viel toen in een erg diepe slaap.


Ik kreunde. Mijn hoofd deed zeer en ik had spierpijn. Langzaam opende ik mijn ogen. Ik lag in bed. Dat zag ik aan het zwarte plafond. Ik draaide voorzichtig mijn hoofd wat naar links. Daar stond iemand voor mijn bureau. Hij keek naar mijn tekeningen. Daarna keek hij naar beneden. Er lag een ring op het bureau. Een ring met een pentagram erop. Hij pakte hem vast en ik voelde dat hij glimlachte. Daarna legde hij hem weer terug. Hij draaide zich nu rustig om en keek me aan. Hij glimlachte. Niet als normale mensen, maar zoals ik dat deed. Het stelde me gerust op een of andere manier. Hij vroeg of ik me al wat beter voelde. Ik knikte langzaam. Hij ging op mijn bed zitten. 'Waarom kom je nu pas opdagen?' vraag ik hem direct. Misschien was het iets te direct, maar hij leek er geen moeite mee te hebben. 'Ik ben er altijd al geweest, maar je zag me niet.' Ik knikte. Ik had altijd al iemand bij me gevoeld, maar had nooit geweten dat hij het was. 'Wat ben ik?' vroeg ik. Ik wist het antwoord natuurlijk al, maar ik wilde weten wat hij erop zou zeggen. 'Je bent mijn zoon. Een bijzondere zoon.' zei hij trots. Ik keek hem glimlachend aan. Ik was de zoon van de duivel. Nu wist ik het zeker. Hij moest de duivel zijn. Ik had alleen geen bang gevoel bij hem. Dat zouden normale mensen wel hebben. Dat wist ik ook zeker. Ik had duizenden vragen door mijn hoofd spoken. Hij was in staat om ze allemaal te beantwoorden, maar hij vertelde dat hij ze pas zou beantwoorden als ik dat aankon. Ik moest eerst herstellen, sterker worden. Dan pas zou hij me alles vertellen. Gerustgesteld ging ik goed liggen. Hij stond weer op. 'Ik ben beneden. Als je je beter voelt kun je ook naar beneden komen.' Ik knikte. Sneller dan ik had verwacht viel ik weer in slaap.


Jeej! Dit was weer een deel van mijn verhaal! Het was helaas een beetje kort. Maar ik beloof dat de volgende hoofdstukken langer zijn.

Groetjes <3 

DamianWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu