Verdoofd

26

{Skylar}

Samen met Jace loop ik naar mijn appartement. Wanneer ik de deur open zie ik Noa op de bank zitten. Ze heeft haar telefoon in haar handen en de tv staat aan.

'Heey' begroet ik haar. Meteen kijkt ze op.

'Hoi' glimlacht ze.

'Mijn broer komt zo' vertel ik haar. Ze knikt.

'Ik ga toch zo weg.'

'Waar ga je heen dan?' vraag ik. Ze glimlacht.

'Een jongen' antwoordt ze dan.

'Je hebt een date?' vraag ik. Ze knikt. 'Super leuk! Wie is het?'

'Je kent hem niet' zegt ze. 'Maar je zult hem wel een keer ontmoeten.' Ik knik.

'Daar hou ik je aan. Ik ga even mijn make up doen.' Met die woorden loop ik de badkamer in. Jace loopt achter me aan.

'Denk je dat je ouders me gaan mogen?' vraagt hij als ik aan mijn make up begin.

'Niet als je ze vertelt wat je vroeger allemaal hebt gedaan' zeg ik schouderophalend. 'Maar het zal vast wel goed komen.' Hij knikt en vouwt zijn armen rondom mijn middel. Ik doe wat mascara op mijn wimpers en doe daarna lippenstift op.

'Moet die lippenstift nou echt?' zucht Jace. 'Nu zit ik ook onder de lippenstift als ik je zoen.' Ik grinnik en druk en kus op zijn wang.

'Af en toe ben je echt irritant' mompelt Jace terwijl hij over zijn wang wrijft waar nu een rode vlek te zien is.

'Laat mij maar' zeg ik en ik pak een doekje met make up remover waar ik vervolgens de lippenstift mee van zijn wang haal.

'Skylar, je broer is er!' hoor ik Noa roepen.

'Ik kom eraan!' roep ik terug en ik loop de badkamer uit. David en Lianne staan in de woonkamer. Jace kucht ongemakkelijk en loopt dan op David af.

'Ik ga, doei.' Noa loopt de gang op. David schudt Jace zijn hand.

'Heb je het nog niet verpest?' vraagt hij.

'David, doe normaal' zucht ik terwijl ik naar mijn broer loop. 'Het gaat gewoon goed.' Hij kijkt me kort aan en knikt. Jace begroet Lianne ook en daarna doe ik dat door middel van een knuffel. Ik zie haar niet vaak maar als ik haar zie hebben we altijd de grootste lol samen.

'Willen jullie iets drinken?' vraag ik aan de mensen die momenteel in de woonkamer staan. Ze knikken alle drie en geven op wat ze willen drinken. Nadat ik vier glazen heb gevuld met een vloeibaar goedje ga ik op de bank zitten. Jace zit naast me en neemt een slok van zijn cola.

'Hoe gaat het tussen jullie?' vraag ik aan mijn broer en zijn vriendin. Mijn broer begint te grijnzen.

'Vanavond gaan we iets bekend maken' glimlacht hij. Mijn mond valt open.

'Gaan jullie trouwen?' vraag ik. Hij lacht.

'Je hoort het vanzelf wel, zusje.' Ik kijk Lianne aan maar ook zij lacht. Jace slaat zijn arm om me heen en drukt me tegen zich aan.

'Jullie zijn gemeen' mompel ik.

(Vinden jullie dit boek nog wel leuk? Ik krijg namelijk amper feedback de laatste tijd.)