Hoofdstuk 28

116 3 2
                                    

~ pov Emma ~

*tijdsprong naar Woensdag*

Ik en Martha komen het schoolplein op fietsen, en het is druk. Overal staan mensen die staan te popelen om te vertrekken en docenten die hun in bedwang wil houden. Het is chaos. We parkeren onze fietsen in het fietsenhok en ik pak mijn weekendtas uit mijn fietstas. We lopen samen naar onze klas. Als we aankomen is het eindelijk stil, en onze mentor houdt haar hand omhoog.

'Nou welkom allemaal, wij komen zo langs om te kijken of iedereen er is. Jullie kunnen straks je bagage inleveren bij die kar, en dan bij de bestemming krijg je het weer terug.' zegt ze en ze wijst naar een kar. 'Zoals jullie weten gaan we naar een kamp-huis, dichtbij Zeist. Om verwarring te voorkomen leggen we jullie nu alvast wat dingen uit. Wij als docenten hebben duo's gemaakt, en die gaan we jullie zo vertellen. Je zit het hele kamp aan dit maatje vast, jullie gaan samen opdrachten doen enzovoort. De duo's staan vast dus zeuren heeft geen zin. Oke dan komen hier de duo's. '

'O my god ik hoop zo dat ik met iemand uit onze squad zit' zegt Martha en ik knik. Dan begint de mentor met het opnoemen van de duo's.

'Nola Remy en Wesley Bieber, Joël van Veen en Lara Storm,Jaimy Molenaar en Diemo Saturnino, Amber van den Pangaard en Eva Wuis, Ieke Struijs en Jelle Coppens, Nils Käller en Dimitri Zampoukis, Hannah Linnenbank en Indy Vreeswijk, Owen Playfair en Silke Maas, Daan Zwierink en Martha van de Meerakker, Emma Dubbeldam en Rein van Duivenboden' en ze ratelt nog even door.

'O my god je bent met Rein!' zegt Martha.

'Ja en jij met Daan!' ze knikt en kijkt naar Owen. 'Ik vind Daan heel lief hoor, maar ik had liever met Owen gezeten... want ja hij is mijn vriendje'

'Nee ik snap je, ik had ook liever bij Nils gezeten. '  Ik kijk voor me en zie Nils naar me toekomen.

'Hey' zegt hij.

'Hey' antwoord ik. Ik geef hem een knuffel en hij houd me vast.

'Vind je het jammer?'

'Ja eigenlijk wel. Maar ik snap niet waarom ze zo moeilijk doen, waarom zijn sommige duo's wel gemixt en andere niet?'

'Nee ik snap het ook niet, maar ik spreek Rein wel even aan dat hij rustig met je moet doen'

'Nou ik kan wel heel goed voor mezelf zorgen' zeg ik en ik laat mijn 'spierballen' zien. Nils moet lachen tilt me op.

'Nee Nils zet me neer' zeg ik terwijl ik doodga van het lachen. Nils zet me weer neer en ik geef hem een kus. Hij pakt mijn handen, en vraagt:

'Gaan we samen zitten in de bus?' Martha hoort het en draait zicht om. Ze laat haar hoofd scheef hangen en trekt een pruillip.

'Heel graag maar ik had al afgesproken met Martha, het spijt me'

'Oh nee maakt niet uit' zegt hij, en hij vraagt aan Rein: 'gaan wij dan samen?' en hij knikt. Dan vraagt de mentor weer om stilte.

'Iedereen is er, dus we gaan vertrekken. stel jullie maar op in een rij voor de bus, dan tellen we nog 1 keer voor de zekerheid.' Ik en Martha gaan naast elkaar staan voor de bus en Indy en Hannah staan voor ons. We lopen de bus in en we claimen 2 stoelen. Hannah en Indy staan voor ons en achter ons zitten Nils en Rein. Ik en Martha hebben heel veel eten ingeslagen, dus we hopen dat we de reis overleven. We moeten ongeveer een uur in de bus zitten en daarna moeten we nog een paar minuten lopen (heb ik gehoord). Onze mentor zegt dat we gaan vertrekken, en de bus gaat rijden. Onze mentor heet trouwens Stephanie, en ze is onze scheikunde docent.

We zitten al een tijdje in de bus en ik en Martha kijken samen naar een film. We zijn geconcentreerd aan het kijken naar de film tot Martha opeens begint te gillen. Ik doe mijn oortjes uit en zeg:

'Martha what the hell, wat is er?'. Martha pakt een nep-vlieg van de grond en laat hem aan mij zien. Wauw, dit is echt een van de slechtste grappen die ik ooit heb gezien. Ik hoor dat er iemand achter ons dood gaat van het lachen, Rein. Ik draai me om en probeer hem een klap te geven maar ik kom er niet bij. Het ziet er zo dom uit dat Rein nog harder begint te lachen en Nils lacht begint ook mee te lachen.

 'We krijgen jullie nog wel' zeg ik en ik ga weer normaal zitten. Rein lacht zich nog steeds dood. Zijn lach is eigenlijk wel heel lief, en hij houdt zich ook niet in. Er komt een man naast staan en die zegt dat Rein zich moet inhouden, maar hij lacht juist nog harder. Ik kijk goed en ik zie dat Rein gewoon zit te huilen van het lachen, en Nils lacht met hem mee. Ik kan mijn lach nu ook niet meer inhouden, puur omdat de lach van Rein zo aanstekelijk is. Rein ziet dat ik lach, dus hij lacht nog harder. We lijken nu 3 kleuters die kapot gaan van het lachen omdat er iemand een scheet had gelaten. ik weet het, wauw. Ik weet nu al dat dit een lang kamp gaat worden. Maar het word zeker super leuk, let's do this

is this even possible. {ft. Mainstreet}Where stories live. Discover now