Hoofdstuk 19

399 13 0
                                    

Beide schrokken we ons rot. Wat heeft Frank met deze bende te maken?! Waarom moeten ze hem hebben? Naja, dat zijn zorgen voor laten, we moeten nu eerst zorgen dat hij beschermt wordt en dat ze in Nederland een plan gaan maken om die drugshandel te onderscheppen. Snel stopt ik de telefoon terug in haar tas. We zijn niet meer dan drie minuutjes bezig geweest dus Sem en Michelle zijn nog weg. 'Niks laten merken', fluistert Wolfs in mijn oor. Ik knik naar hem en op dat moment komen onze verdachten naar buiten lopen. 'Zo, zullen we gaan?'

We staan voor onze kamerdeuren als Wolfs vraagt of we morgen iets samen zullen doen. 'Oh ehm nee dan kunnen we niet. Dan ehh..gaan we al naar een ander stadje', hapert Sem. Hij moest natuurlijk ook snel een smoes verzinnen voor hun afwezig morgen. 'Oké, nou veel plezier dan en we zien jullie wel weer.' 'Is goed, doeii', groeten ze ons waarna we allemaal onze wegen volgen naar onze kamers. Als de deur dicht is begin ik als een gek te ijsberen. Mijn handen haal ik gefrustreert door mijn haar. 'Wat moeten we doen Wolfs? Frank wordt morgen afgeknald als we niets doen.' 'Wordt eerst even rustig, kom even zitten', brengt Wolfs mij tot rust. Hij pakt mij bij mijn handen en begeleidt me naar een stoel. Zelf neem hij eerst plaats waarna hij mij op zijn schoot trekt. 'Ik heb geen idee wat Frank hiermee te maken heeft. Wat we doen is, we bellen Mechels en vertellen alles wat we te weten zijn gekomen. Over dat ze Frank uit de Ponti moeten halen, over de drugslading en over de nummers van Mattia en Sem. Dan kan zij ervoor zorgen dat Frank beschermt wordt, dat de lading wordt onderschept en dat de telefoon van hun onder de tap staan en op ieder moment uitgepeild kunnen worden, oké?' 'Ja oké, maar ik wil Frank bellen', zeg ik vastberaden. 'Is dat nou wel zo'n goed idee?', vraagt Wolfs me. 'Ja', zeg ik resoluut. 'Oké, maar daarna gaan wij even rustig iets doen , even chillen zoals de jeugd dat tegenwoordig zegt.' Ik lach om zijn woordkeuze. 'Sinds wanneer ga jij met je tijd mee Wolfs?' 'Ach, je moet toch wat hè?', weet hij me een beetje te laten ontspannen. Ik toets het nummer van Frank in. We hebben nog niet gebeld sinds ik hier ben. Niet dat dat nou zo lang is maar toch. 'Frank', hoor ik aan de andere kant van de lijn. 'Met Eva.' 'Hee Eefke, hoe is het daar?', vraagt hij geïnteresseerd. Ik vertel hem over de omgeving en de "vrienden" die we gemaakt hebben, ookal vertel ik hem niet dat zei betrokken zijn bij meerdere moorden en grootschalige drugshandel. 'Frank, ik moet je even iets vragen', het blijft stil. 'Heb jij iets met een drugsbende te maken?', vraag ik hem op de man af. 'Hè, hoe bedoel je? Ik gebruik toch helemaal geen drugs? Waarom vraag je dit?', probeert hij me te overtuigen. 'Oké, als jij dat zegt, dan geloof ik je.' ' ik zweer het je Eefke, ik heb er niks mee te maken, ze moeten zich vergist hebben.' 'Ik weet het Frank, ik dacht het ook al. Ik ga hangen, heb nog dingen te doen.' 'Oké, nou succes nog en wees voorzichtig. Ik mis je Eefke, ik hou van je.' 'Ja ik jou ook', zeg ik snel. Ik wil niet dat Wolfs mij de woorden van Frank hoort uitspreken en ik krijg het trouwens ook niet meer over mijn tong. Niet tegen Frank. Ik druk hem weg draai me richting Wolfs die ook net ophangt. 'Ik heb Mechels ingelicht', zegt hij. 'En?', ze halen Frank zo op, ze gaan voorbereiden voor de overdracht van de drugs en met de nummers gaan ze zo beginnen', licht hij me in. Ik zucht diep. 'Hij zweerde me dat hij er niks mee te maken heeft.' 'Geloof je hem?' 'Ja nou ja. Het is ook echt geen combi, Frank en drugs. Daar is hij altijd veel te rustig voor en veel te softie om dat spul te gebruiken.' Wolfs grinnekt om deze woorden. 'Het stond er toch echt Eef, hij zal wel wat geflikt hebben.' 'Dat geloof ik niet. Frank zou nooit tegen me liegen, hij is wel mijn vriend! Zoiets kan toch niet! Niemand zal mij nog een goede rechercheur vinden. Ik zal altijd bekent staan om "de rechercheur die niet eens wist van de drugshandel van haar vriend".' 'Jij bent en blijft een hele goeie rechercheur Eva, niemand kan dat van je afpakken oké? We horen vanzelf wel of Frank er iets mee te maken heeft of niet. Het belangrijkste is dat jij jezelf niets verwijt. Het is niet jouw schuld.' 'Dat is het wel! Ik heb levens in gevaar gebracht. Als hij bij deze organisatie hoort hè, dan, dan is hij ook tot zulke dingen in staat. Ik heb jou in huis genomen. Straks had hij jou wat aangedaan!' 'Dat is niet gebeurt Eva.' 'Nee maar het had wel kunnen gebeuren!' 'Ik wilde zelf bij jullie blijven oké, bij jou. Ik had ook weg kunnen gaan. Ik ben zelf gebleven dus zou het mijn eigen schuld zijn.' Deze woorden kalmeren mij een beetje. Ik kijk hem aan met de tranen in mijn ogen. Hij zet een stap dichter en slaat zijn sterke armen om mij heen. Ik knuffel hem zowat plat, zo blij ben ik dat hij hier nu staat, bij mij, met mij. 'Ik wil je niet verliezen Wolfs, ik kan je niet verliezen', snik ik. 'Dat gebeurt ook niet Eef, echt niet. Ik blijf altijd bij je, dat weet je toch. Ik zal jou nooit alleen laten, nooit.' Voor een paar minuten huil ik in zijn armen. Ik trek mijn hoofd terug waardoor Wolfs mijn tranen weg kan vegen. 'Ik ben zo blij dat je bij me bent', vertel ik hem. Een glimlach verschijnt op zijn mond. 'Ik ben ook blij dat ik hier met jou ben Eef. En hoe Frank hier ook bij betrokken is, wij zoek het uit. Samen. Dat beloof ik je. Op het bureau zijn ze ook hard bezig. We komen er echt wel achter.' 'Dankje Wolfs.' 'Het is goed gek. Kom op, gaan we even zwemmen. Genieten van onze tijd met elkaar.' 'Dat lijkt me een goed idee Wolfs, dat lijkt me een goed idee.'

Jij bent van mijWhere stories live. Discover now