Hoofdstuk 11

413 13 0
                                    

'Sorry Wolfs, ik wist niet dat Frank zo uit zijn plaat kom gaan. Het spijt me', begin ik. Terwijl ik dit voorzichtig breng kijkt hij me lief aan. Hij pakt mijn hand en strijkt met zijn duim over de mijne. 'Het is niet jouw schuld Eva. Jij kon hier niks aan doen.' Hiermee stelt hij me toch wel een beetje gerust. 'En weet je, hierdoor raak ik alleen naar gemotiveerder.' Ik kijk op en krijg een knipoog van hem. 'Ben je er klaar voor?' 'Helemaal', antwoord ik waardoor we nu echt weg kunnen.

De reis naar Schiphol hebben we het over allerlei dingen gehad, maar gezellig was het wel. Wij hebben altijd wel wat om over te praten, bij ons is het nooit lang stil. We staan op het punt om het vliegtuig in te stappen. Ik sta bij het raam naar buiten te kijken. Ik denk aan van alles wat ik nu achter laat, vrienden, werk, Frank, thuis, Maastricht. Alles. Wolfs komt dicht achter me staan en ik voel zijn adem in mijn nek. Ik krijg er de kriebels van. 'Wat is er Eef?', ziet ook hij dat mij wat dwars zit. Hij ziet het altijd als mij wat dwars zit en ontkennen heeft dan geen enkele zin. Alsof hij in mijn hoofd kan kijken. 'Niks', antwoord ik zoals gewoonlijk. Hij komt nog iets dichterbij waardoor ik zijn buik tegen mijn rug voel. Zijn kin legt hij op mijn schouder. 'Wil je niet?', vraagt hij en ik hoor een lichte teleurstelling in zijn stem. 'Jawel', zeg ik daarom ook snel. Zijn armen slaat hij om mijn middel en trekt mij dichter tegen hem aan. 'Ik ga het gewoon missen, hier, in Nederland.' Uiteindelijk zeg ik dan toch maar wat me dwars zit. Hij zucht. 'Ik weet het. Ik heb het ook. Maar weet je wat? Ik ga ervoor zorgen dat deze weken voor jou heel erg leuk worden. Zo leuk dat je er voor altijd met mij wil blijven wonen.' Ik draai me om in zijn armen en glimlach naar hem. 'Oké, dan is het goed'. 'Hee, het komt toch allemaal wel goed gek', zegt hij en hij neemt mij in zijn armen. Soms is dat het enige wat ik nodig heb, een stevige maar liefdevolle knuffel van Wolfs. Hij streelt door mijn haren en drukt een kus op mijn voorhoofd. 'Kom, ons vliegtuig wacht.' En zo lopen we de slurf binnen die ons naar het vliegtuig zal brengen.

Veel van de reis heb ik niet meegekregen. Ik weet dat we zijn opgestegen en ik Wolfs zijn hand zowat heb fijngeknepen. Niet dat hij dat erg vond, hij vond het juist fijn dat ik zijn hand vast hield, had hij gezegd. Nu staan we alweer op de grond. We lopen het vliegtuig uit op weg naar de bagageband. Als we eindelijk onze koffers heb en gevonden brengt een taxi ons naar het resort. Hoe dichterbij we komen, hoe meer ik ernaar uitkijk. Nog een kwartiertje, had de chauffeur gezegd. Wolfs pakt mijn hand en we laten onze vingers met elkaar verstrengelen. Mijn hoofd leg ik op zijn schouder. Ook al is het maar voor een kwartiertje, het is zo fijn.

Eenmaal aangekomen bij het resort lopen we naar binnen en maakt Wolfs een praatje met de man achter de balie. Hij komt op me aflopen en met de sleutels tussen zijn vingers wenkt hij me. We nemen de lift naar de achtste verdieping en zoeken naar kamer 301. Wolfs steekt de sleutel in het slot. 'Daar gaan we dan', bouwt hij nog even de spanning op. Langzaam opent hij de deur en laat mij als eerst naar binnen. Ik doe een paar stappen waarna ik mijn ogen uit kijk. Het is echt een prachtige kamer, zo luxe. Er staat een groot tweepersoonsbed rechtsachter in de hoek met daartegenover een minibar. Meteen recht is de keuken en links de eettafel met dressoir. Aan de linkerkant bevindt zich ook een deur. Als ik de deur open zie ik een mega bad en een grote douche. Alles is zo mooi en luxe! Dit kan Mechels toch niet geboekt hebben? 'Wist jij dat we zo'n mooie kamer zouden krijgen?', ben ik de eerste die iets zegt. 'Nee, wist ik niet.' 'Waarom zou ze in hemelsnaam deze kamer boeken? Weet je hoe duur dat is?! En dan ook nog voor zoveel weken.' 'Ja ze moest wel he, als ons neefje en nichtje hiernaast zitten.' 'Ja dat is waar. Die kunnen dat natuurlijk makkelijk betalen.' Wolfs loopt naar het balkon. 'Kom is Eef', hoor ik. Ik gehoorzaam en loop er ook heen. Ik ga naast Wolfs staan en kan mijn ogen niet geloven. Beneden is eerst een groot zwembad te zien met meerdere bubbelbaden en grote glijbanen. Daarachter is een soort park met beschutte en open plekken. Daarna hebben ze een strandje gemaakt. We zitten hier natuurlijk ver van de kust dus dit is altijd leuk. 'Kijk daar', wijst Wolfs rechts van me. Ik volg zijn vingers en zie mannen die een podium en bar aan het opbouwen zijn. 'Oeh wij gaan dansen', zegt Wolfs met een grijns terwijl hij zijn handen op mijn heupen legt en schud met zijn eigen. Ik schiet in de lach bij het zien van zijn "moves". 'Nou jij mag nog wel even oefenen hoor. Zo ga ik echt niet met jou de dansvloer op!' 'Anders wel?' Die lach van hem ook altijd. Ik word er warm van. Hij zit me gewoon uit te dagen, maar erg vind ik het niet. Sterker nog, ik vind het leuk als hij dat doet. 'Misschien', laat ik het dan ook nog even in het midden. Ik loop terug de kamer in. 'Ik neem de rechter helft van de kast, jij de linker', zeg ik. Wolfs loopt ook naar de kast. 'Maar de rechterkant is veel groter'. 'Naww wat ben je toch zielig'. Ik sla hem met een onderbroek op zijn arm. 'Dat mag je vannacht ook wel doen hoor'. Ik hoor hem gewoon grijnzen. Hij krijgt me weer rood, maar deze keer laat ik me niet kennen. 'Misschien', zeg ik dan ook. 'Als ik dan die van jou krijg', fluister ik dicht bij zijn gezicht en geef hem een knipoog voordat ik hem versteend achterlaat.

Jij bent van mijWhere stories live. Discover now