Hoofdstuk 18

406 12 0
                                    

Langzaam open ik mijn ogen maar knijp ze snel weer dicht tegen het felle licht. Ik lig in Wolfs' zijn armen terwijl hij nog slaapt. Ik kijk naar hem. Naar zijn gezicht. Gisterenavond was het zo zielig. Ik heb hem echt nog nooit zo over zichzelf horen praten. Hij is altijd zo vol vertrouwen en vol trots, deze Wolfs heb ik zelden gezien. Het deed veel met me, de manier zoals deze man daar zo stond en zat. En dan te bedenken dat dat eigenlijk om mij gaat. Dus is het mijn schuld dat hij zich zo ellendig voelt. 'Als jij niet zo eigenwijs bent en het het vertelt, over je gevoelens, moet jij is kijken hoe snel die glimlach weer op zijn gezicht zit. Zoals het hoort, bij hem.' Ja, zo hoort het ja. Hij hoort te lachen, hij hoort de grapjes te maken. Hij hoort mij te troosten en de sfeer te maken. Zo gaat het altijd. Ik moet hem vandaag maar een beetje extra aandacht geven. Om het goed te maken. Als de situatie omgekeerd zou zijn zou ik op een gegeven moment ook helemaal gek en wanhopig worden. Stel hij had een vriendin terwijl ik hopeloos verliefd op hem zou zijn. Nou daar zou ik ook niet vrolijk van worden. 'Vertel het hem, vertel hem wat je voelt.' Ik weet niet eens wat ik voel! Hoe moet ik dat dan in godsnaam aan een ander gaan uitleggen? 'Het is niet zomaar even aan een ander hè, het is wel Wolfs. Hem kan je alles vertellen.' Straks lacht hij me uit, of schrik ik hem af. Wil die me helemaal niet. 'Doe normaal Eva! Jij bent alles voor die man. Waarom zou hij anders gaan huilen? Dat gebeurt toch niet zomaar?' Ja maar ik kan het hem toch niet zomaar vertellen? 'Tuurlijk wel. Probeer het. Als je eenmaal bent begonnen met praten zal hij je aanvullen, echt waar.' Oké, maar nu nog niet. Misschien vanavond of morgenavond. Ik kijk wel. 'Als je het maar niet te lang uitstelt.' Ik voel Wolfs naast me bewegen en als ik naar hem kijk zie ik dat hij wakker wordt. 'Hee slaapkop', groet ik hem. 'Hee, heb je lekker geslapen?', vraagt hij. Zal ik het zeggen of niet? Ik moest het hem toch duidelijk maken? Moet dat met kleine hints of er in één keer uitgooien? 'Met jou altijd', glimlach ik naar hem. Hij glimlacht terug en druk een klein kusje op mijn mond. 'Zullen we maar gaan ontbijten?', vraag ik. 'Laten we dat maar doen ja. We moeten natuurlijk niet te laat komen bij onze buurtjes.' Ik lach naar hem en stap ons bed uit. Beide maken we ons klaar voor het ontbijt.

Als we een uurtje later onze kamer weer binnenlopen, nemen we plaats aan de eettafel. 'We moeten ff bekijken hoe we alles gaan aanpakken. Hoe we bewijzen gaan verzamelen enzo', zegt Wolfs. 'Ja, dat is wel handig. Kan jij die informatiemap pakken, pak ik wat te drinken', stel ik voor. 'Je bent een topper', knipoogt Wolfs. Even later zitten we aan tafel met meerdere dossiers en informatiemappen. Alles wat we moeten weten over de organisatie en over Michelle en Sem. 'Hier zijn de vijf moorden die gepleegd en gelinkt zijn aan deze organisatie.' Ik pak de stapel dossiers uit zijn handen en begin ze door te nemen. Ik bekijk de namen, dag van overlijden, woonplaatsen, bijzondere gevallen, familie. Alles wat nuttig kan zijn lees ik goed door. Wolfs bekijkt personen die mogelijk te maken hebben met de organisatie. Voor we het weten is het alweer tijd om onze buren op te halen. De deur draaien we op slot waarna we aankloppen bij Michelle en Sem. 'Heei', zeggen ze in koor. We groeten ze terug en bewegen ons richting de lift. 'Zo, waar zullen we heen gaan?', vraagt Sem. 'We kunnen naar het stadje hiernaast gaan?', stelt Wolfs voor. 'Prima.'

We zitten al een tijdje op een terras en eigenlijk is het hartstikke gezellig. Regelmatig liggen we met z'n alle gevouwen. Ik kom nu terug van het toilet. Net voordat ik op mijn stoel wil gaan zitten trekt Wolfs me aan mijn middel bij hem op schoot. 'Kom jij is even bij je vriend op schoot zitten', zegt hij met een big smile en als ik hem aankijk drukt hij een dikke kus op mijn lippen. 'Jullie zijn zo schattig', giegelt Michelle. 'Je hebt het goed te pakken man, je kan echt niet van der afblijven!', roept Sem richting Wolfs. 'Tsa dat heb je hè, als je zo'n mooie en lieve vriendin hebt als ik', slijmt Wolfs nog wat na. 'Toch schatje?', zegt hij terwijl hij weer mijn lippen kust. Nou het is fijn om te merken dat hij weer zijn oude hij is. Hij gaat er ten minste wel weer voor. Gelukkig maar, ik had even gedacht dat hij het na gisteren definitief op zou geven. Maar hij zit weer is vol met verrassingen. 'Ik ga nog even naar het toilet', meldt Michelle ons. 'Dan zal ik wel even de rekening betalen. Zijn zo terug', zegt Sem. 'Is goed.' Als ze uit het zicht zijn kijken wij elkaar met een veel zeggende blik aan. 'Telefoon', fluistert Wolfs. Ik haal snel de telefoon van Michelle uit haar handtas. 'Shit er zit een code op', zeg ik. '1112', zegt Wolfs waarna ik heb verbaast aankijk. 'Ik zag haar gisteren met dat ding', verklaart Wolfs. Snel toets ik de code in en druk op contacten. Ik scrol de lijst door. 'Ho ho ho stop stopp', zegt Wolfs opeens. 'Die, dat nummer moet je hebben.' 'Mattia?', vraag ik voor de zekerheid? 'Ja die.' Wolfs pakt een pen en papier en schrijft snel het nummer over. 'Zoek die van Sem', geeft hij me opdracht. Ook deze neemt hij over. Snel check ik nog even de berichten. 'Kijk die is', wijst Wolfs naar een gesprek met Mattia. Ik klik het gesprek open en samen lezen we de tekst. We schrikken ervan. Bram Wesselink en Theo Hagen moeten omgelegd worden. Deze twee mannen zijn ook dood! Vermoord! Zouden Sem en Michelle dat dan gedaan hebben. Zouden zij ook huurmoordenaars zijn? We lezen verder. Een bericht van vier dagen geleden: over precies twee weken om twee uur wordt de lading in het pand gelegd. Locatie volgt. Snel scrol ik door op zoek naar een locatie. Ja! Eergisteren verstuurd. Vondelweg 67, oud pand. Wolfs noteert ook deze locatie. Als laatste kwam een paar uur geleden een bericht binnen. Frank de Ponti, wonende in Maastricht, moet worden omgelegd. Als reactie had Michelle gestuurd: komt voor elkaar. Morgen is ie dood.

Jij bent van mijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu