♫15

311 28 5
                                    

Ik weet niet hoe lang ik daar op de grond heb gezeten, en ik weet niet hoe veel tranen ik gelaten heb. Het enige wat ik weet is dat ik het koud heb, erg koud. Maar op een of andere manier wil ik niet opstaan. Het voelt een soort van veilig in mijn hoekje. Dit ene plekje waar ik niemand zie, en niemand mij ziet. En toch ben ik in de bewoonde wereld. Ondanks dat ik helemaal niet oké ben, blijf ik in mijn hoofd herhalen: "Ik ben oké, ik ben oké."

Mijn hoofd ligt nog steeds op mijn knieën. Ik heb mijn ogen gesloten om het tranen te stoppen, daarom luister ik naar de geluiden van een Londens metrostation. Stoppende treinen, rennende mensen, telefonerende mensen. Ondanks dat het zo laat in de avond is zijn er nog mensen aan het werk. Londen slaapt nooit.

Mensen moeten wel denken dat ik een zwerver ben. Steeds als ik voetstappen hoor, versnellen ze als ze langs mij lopen. Ze zijn bang dat ik opkijk en voor geld vraag. Maar het enige wat ik doe is luisteren naar hun voedstappen.

Weer hoor ik voedstappen aankomen. Ik wacht tot ze versnellen, maar dat doen ze niet. Ze worden steeds langzamer, alsof ze langs een schilderij lopen dat ze mooi vinden. Dan staan ze stil. Ik voel een rilling over mijn rug lopen. Wat als het die man is, wat als hij me komt halen. De persoon die voor me staat zakt door zijn knieën. Ik zou moeten opkijken of het een gevaar is, of ik moet gillen en wegrennen. Maar in plaats daarvan blijf ik zitten.

"Are you okay?" vraagt de stem die bij de voetstappen hoort. Ik vecht tegen de tranen en mompel een quote van mijn lievelingsnummer: "I'm not o-fucking-kay, I promise."

De stem begint te lachen. "I don't like to be quoted on a Saturday night," lacht hij. Verbaasd kijk ik op. Voor me zit een man, amper een meter vijfenzeventig. Zijn haar is zwart en hangt net op zijn schouders. Door zijn lach heen is hij bezorgd, met een vleugje verbazing in zijn ogen. Als ik hem eens goed op neem herken ik hem. Ik ken deze man's gezicht en stem. Dit is Gerard Way.

Ik wil verbaasd naar achter deinzen, maar daar zit de muur. In plaats daar van laat ik mijn armen zakken en lach ongemakkelijk. Gerard's ogen glijden van mijn gezicht naar mijn borst, en snel weer terug. Hij staat op en trekt zijn jas uit. Met een schuin, ongemakkelijk glimlachje houdt hij hem open voor mij om hem aan te trekken. Aarzelend sta ik op en wurm dankbaar mijn armen door de gaten van de warme jas heen. "What's your name?" vraagt hij met een New Jersey's accent. "Jaylinn," antwoord ik zacht. "Beautiful," antwoord hij als ik me omdraai. Hij kijkt me aan en glimlacht weer. Hij vraagt niet wat er gebeurd is, niet eens hoe ik hier kom. Toch voel ik alsof ik hem een uitleg verschuldigd ben. "I," begin ik, maar dan stop ik met praten. De gedachte alleen al maakt me misselijk. Voor ik het kan helpen beginnen de tranen weer te stromen. Ik sluit mijn ogen om het ergste te voorkomen.

Daar sta ik dan, midden in een metrostation in Londen met de zanger van My Chemical Romance, te huilen. Typisch Jaylinn, typisch.

Voordat ik de tranen weer onder controle heb voel ik twee warme armen me omhelzen. Het duurt even voordat ik me realiseer dat ik geknuffeld wordt. "It's okay, I don't need to know. Whatever happened, you're save now." Ik open mijn ogen en kijk hem aan. Ondanks dat hij maar twee of drie centimeter groter is dan ik, voelen zijn armen veilig. Het voelt alsof niemand me meer wat aan kan doen, ondanks dat hij een wildvreemde voor me is. "Thanks," mompel ik zo zacht dat ik betwijfel of hij me gehoord heeft. "Where's your place?" vraagt hij. Langzaam leg ik hem uit dat ik in een hotel ovennacht. Hij glimlacht en slaat een arm om me heen. "I'll bring you wherever you're safe."

In de metro praaten we niet veel, maar dat hoeft ook niet. Op een of andere manier is af en toe een kruisende blik genoeg. Ik staar door de lege coupe heen totdat ik me wat realiseer. "My bag," zeg ik zacht. "I lost my bag too." Hij kijkt me aan en vraagt of er wat belangrijks in die tas zat. Ik zucht en schud nee, maar dan bedenk ik me dat mijn moeders boekje erin zit. Ik kijk hem aan en fluister verdrietig; "Something my mother gave me. A notebook." Hij opent zijn mond om wat te zeggen, maar dan stoppen we bij de halte waar we er uit moeten. Dit metrostation is veel drukker en het is bijna een verademing om alle toeristen heen en weer te zien schuifelen. Om me door de drukte heen te begeleiden slaat Gerard een arm om me heen. "You're cold," merkt hij op. Ik ben inderdaad koud, maar er zijn andere dingen waar ik me meer zorgen om maak dan het koud hebben. Voordat ik bezwaar kan maken trekt hij me een koffiewinkel in.

De warme geur van koffie komt ons tegemoet als we de winkel in stappen. We zakken aan een tafeltje waarna er een wat oudere serveerster op ons af komt gesneld. "What would you like?" vraagt ze met een veel te Brits accent. "Two café au 'whatever is very warm', please," bestelt Gerard met een dikke knipoog. Op een of ander manier maakt dat me aan het lachen. Samen staren we naar de dame die twee koffie voor ons maakt. Door het geluid van het apparaat is een gesprek bijna onmogelijk, maar oogcontact is genoeg om me weer aan het lachen te maken. Giechelend kijken we hoe de dame onze koffie neerzet. "For the lovely couple," glimlacht ze. "a gift." Nu was het haar beurt om te knipogen. Voordat we ook maar kunnen zeggen dat we geen koppel zijn is ze al weer weg. Verlegen sla ik mijn handen om de warme espresso. Gerard neemt een slok van zijn koffie en kijkt me aan. "I don't remember if I told you my name," zegt hij bedenkelijk. "You didn't, but I know who you are," antwoord ik eerlijk. Er verschijnt een schuin glimlachje op zijn mond. "My mom was a big fan of yours," zeg ik voordat ik een slok van mijn koffie neem. "Was?" herhaalt hij. Ik wend mijn blik af en staar naar het goedkope tafelkleedje. Ik heb het nooit hardop hoeven zeggen, alleen maar gedacht. Ik weet niet of ik het hem wil vertellen, maar ik kan er nu ook niet meer onder uit. Ik kijk hem aan en glimlach verdrietig. "She passed away."

Niet veel later staan we voor het hotel. "Thank you," zeg ik als ik naar hem op kijk. Hij staart terug en glimlacht. "You made me feel better in no time," Ik kijk om naar de ingang van het hotel en zucht. Iets in me wil geen afscheid nemen, het wil dat ik bij hem blijf, in z'n veilige armen. Maar ik ruk me los van dat gevoel en geef hem een knuffel. "Thank you so much, Gerard." Hij strijkt even met zijn hand over mijn rug. "It was nice meeting you, Jaylinn." Hij laat los en kijkt me aan. "I never met someone quite like you." Ik glimlach verlegen en staar naar mijn schoenen. Als ik op kijk is Gerard's gezicht dicht bij de mijne. Voordat ik iets kan doen voel ik zijn lippen op mijn wang. "Bye Jaylinn," zegt hij. Daarna draait hij zich om en verdwijnt in de nacht.

Met een klap slaat de kamerdeur dicht. "Godverdomme" roept Bibelot. "Jaylinn, waar was je? Ik was ongerust." Ze staart naar de jas. "Oh god, wat is er gebeurd? Hoe voel je je?" Ik kijk haar aan. "Vraag maar niet, en weet ik niet," mompel ik voordat ik me op het bed laat vallen. Ik heb geen idee hoe ik me voel, maar het voelt 'okay'.

*****

Okay, big sorry! Ik ga weer proberen om wekelijks te uploaden, echt. Maar het was zo'n chaos. Ik was op brugklaskamp als leerlingmentor en damn, dat is vermoeiend. Dus sorry sorry sorry.

In de bijlage zit het nummer 'I'm Not Okay' waaruit de quote komt.

Trouwens, Manon (Smartblondinex) heeft een nieuw, Engels, boek. Het heet Red Lips & White Lies en ik zou het zeker lezen als ik jou was, want ik ben nu al verkocht. XxX

Muziek Is De Vlucht Uit Angst [2]Where stories live. Discover now