49. Murderer.

5.3K 323 63
                                    

Ik stond in een zwarte, ronde kamer. Rond me waren tralies, waardoor ik me niet kon verplaatsen. Ik zat gevangen in een ronde kooi en het leek net alsof er geen uitgang was. Lichtjes in paniek begon ik te zoeken naar mijn toverstaf, maar ik merkte dat mijn zakken leeg waren. Mijn ademhaling versnelde. Ik was opgesloten, mijn ogen flitsten heen en weer op zoek naar een oplossing. Toen zag ik een donkere figuur in de hoek staan, hij kwam op me afgelopen, waardoor het licht vanuit een dakraam op hem scheen. Fronsend keek ik hem aan. Het was Korzel. Verward keek ik hem aan. 'Korzel, laat me eruit!' Hij negeerde mijn kreet volkomen en bleef op een meter afstand van de kooi staan. 'Moordenaar.' zei hij. 'Wat?' zei ik trillerig. Hoe wist hij dat? 'Moordenaar.' herhaalde hij. 'Korzel, stop het, laat me hieruit.' beval ik hem. Korzel bleef me met een gehypnotiseerde blik aankijken. Wat was er toch met hem aan de hand? 'Moordenaar.' zei hij weer. Ik slikte en bleef hem aanstaren. Mijn hartslag ging razendsnel en mijn ademhaling was schokkerig. Ik klemde mijn kaken op elkaar. 'Moordenaar.' zei hij nog eens. 'Korzel! Stop het!' riep ik uit. 'Moordenaar.' hoorde ik weer, maar deze keer kwam het niet uit Korzels mond. Geschrokken draaide ik me om en ik zag hoe Kwast in het licht stapte. 'Moordenaar.' zei Kwast nog eens. 'Moordenaar.' zeiden ze nu beide. 'Stop het! Jongens!' Ik klonk wanhopig, ik voelde tranen in mijn ogen prikken. 'Moordenaar.' klonk een meisjesstem. Merel kwam ook in het licht. Niet zij ook. 'Merel, alstublieft.' Ik nam smekend de tralies vast en keek haar hopeloos aan. 'Zeg het niet Merel.' Maar het had geen zin. Ze bleven moordenaar fluisteren. 'Moordenaar.' Louis kwam uit de schaduwen gestapt. 'Moordenaar.' Nu kwamen Harry Potter, Hermelien Griffel en Ron Wemel tevoorschijn. 'Moordenaar.' fluisterden de stemmen. Wanhopig draaide ik rond in mijn kooi, ik kon me niet verzetten. Meer en meer mensen kwamen de kamer binnen en stuk voor stuk fluisterden ze 'Moordenaar.' Ik kneep mijn ogen dicht. 'Moordenaar.' zei een veel te bekende stem, mijn ogen vlogen open. Het licht weerkaatste op zijn blonde haren toen hij uit de schaduw stapte. Gehypnotiseerd kwam hij op mijn kooi afgelopen. Draco stopte voor de tralies. 'Moordenaar.' zei hij traag, elke lettergreep was extreem duidelijk te horen. 'Nee, nee.' stamelde ik. Ik hurkte neer op de grond. 'Moordenaar! Moordenaar!' Ik sloeg mijn handen over mijn oren, ik wilde de stemmen buiten sluiten. 'Moordenaar!' Ik begon te gillen, hopend dat mijn gegil de stemmen zou overstemmen. Ik gilde de longen uit mijn lijf.

Schreeuwend werd ik wakker, ik hoorde de stemmen nog steeds. Ik ging rechtop zitten in mijn bed en sloeg mijn handen over mijn oren. Weer gilde ik. Mijn gegil klonk luid en ik trilde volledig. Ik bleef gillen. Een verschrikte Narcissa kwam mijn kamer binnengelopen, ik zag haar in mijn ooghoeken. Mijn haren hingen voor mijn gezicht. Ik haalde rasperig adem. Mijn lichaam bewoog zachtjes heen en weer, ik had mijn armen rond mijn knieën geslagen. 'Kindje toch.' zei Narcissa zacht. Ik antwoordde niet, volledig in schok door mijn droom. Twee tedere armen sloegen zich rond me heen. Narcissa trok me in een omhelzing en streelde zachtjes mijn haren. Ze vroeg niet om uitleg. Ze hield me gewoon vast. Het besef van mijn daad kwam nu pas, ik had iemand vermoord. De minister om precies te zijn. Misschien had hij wel een familie die hem nooit meer zou terugzien. Tranen prikten in mijn ogen. Ik had een onschuldig man vermoord, gewoon omdat mijn vader het had gevraagd. Narcissa suste me zachtjes en liet haar hoofd op dat van mij rusten. 'Ik...ik...' Mijn stem trilde verschrikkelijk. 'Wat is er? Claire.' zei Narcissa zacht. Ze keek me troostend aan. 'Ik ben een moordenaar.' Even veranderde de blik in haar ogen, even was ze geschokt, maar dan keek ze me terug troostend aan. 'Ja, dat is waar.' zei ze. Ergens had ik gehoopt dat ze had ontkend, maar dan zou ze liegen. 'Maar dit wil niks zeggen Claire, je hebt gedaan wat je moest doen.' Ik slikte. Had ik dat wel moeten doen? Ja, natuurlijk, riep een gekrenkt stemmetje in mijn hoofd. Als je vader iets vraagt, dan doe je dat. Ik wist dat het stemmetje gelijk had. Snel vermande ik mezelf.

'Waar is iedereen?' vroeg ik. 'Ze zijn een huwelijk gaan binnendringen, naar het schijnt was Harry Potter daar aanwezig.' Onmiddellijk stond mijn blik helder bij het horen van die naam. Harry Potter. 'Waar? Ik moet ernaartoe.' zei ik. Het voelde niet goed dat ik nu niet in actie was. Ik wilde opstaan maar Narcissa hield me tegen. 'Je vader heeft gezegd dat je niet mee moest, hij heeft je expres nog wat laten uitrusten. Ik moest je iets zeggen als je wakker zou zijn.' Ze aarzelde even, afwachtend keek ik haar aan. Wat moest ze zeggen van mijn vader? 'Hij is trots op je, Claire.' Een flauwe glimlach verscheen rond mijn lippen. Dat is hetgeen wat ik wilde, ik was misschien zelf niet trots op mijn daad, mijn vader was dat wel. 'Is Draco hier nog?' Ik hoopte dat ze niet zou zeggen dat hij ook mee was, ik wilde niet dat hij in gevaar was. Narcissa glimlachte. 'Hij is buiten aan het zwerkballen.' zei ze. 'Ik zal dan maar naar hem toe gaan.' zei ik en ik stond op van mijn bed.

Draco vloog heen en weer over het zwerkbalveld, enkele minuten bleef ik gewoon naar hem kijken. Hij bewoog soepel op zijn bezem, maar toch waren zijn vliegkunsten niet uitstekend. Het duurde even voordat hij me opmerkte. Hij scoorde en vloog een rondje rond de doelpaal waardoor hij mij in het zicht kreeg. Een glimlach verscheen rond zijn lippen, direct kwam hij op me af gevlogen. Ik haalde mijn hand door mijn haar, maar het had geen zin. Ik kon nu niet alle knobbels eruit halen, ik zag er waarschijnlijk niet uit. 'Hey.' zei Draco toen hij naast me landde. 'Hey.' zei ik terug. Hij zette zijn bezem naast zich neer en keek me aan. 'Goed geslapen.' Even beet ik op mijn lip. Zou ik hem vertellen over mijn droom? Ik wilde geen geheimen, dus... 'Mwa, slecht gedroomd.' zei ik. Onmiddellijk keek Draco me beschermend aan. 'Wil je erover vertellen?' vroeg hij, ik wist dat hij nieuwsgierig was, maar ik kon het niet. 'Liever niet, nu nog niet. Ooit zal ik het wel vertellen.' zei ik. Ik zette een stap dichter naar hem toe. 'Wil je me gewoon even vasthouden?' vroeg ik zacht en verlegen keek ik naar beneden. 'Tuurlijk.' Draco kwam op me afgelopen en nam me in zijn armen. Ik kalmeerde bij het horen van zijn hartslag. Toen viel mijn oog op zijn bezemsteel, ik giechelde. Verward keek Draco me aan, ik keek speels terug en wurmde me dan uit zijn armen. Snel nam ik de bezemsteel op en ik stapte eroverheen. Voordat Draco wist wat er gebeurde, was ik al opgestegen. Ik genoot van de wind door mijn haren. Op hoge snelheid vloog ik door de lucht, ik manoeuvreerde verschillende kanten uit. Ik lachte vrolijk, dit had ik zo gemist. Even later landde ik weer neer naast Draco, een groot grijns was te zien op mijn gezicht. 'Dat heeft je zo te zien goed gedaan.' zei Draco, ik knikte. Ik veegde de haren uit mijn gezicht. Fronsend keek hij me aan, traag kwam hij op me afgelopen. Hij stak zijn hand naar me uit en pakte enkele haren vast. 'Bij merlijns baard...' zei hij, terwijl hij mijn haren bestudeerde. 'Wat is er?' Tevergeefs probeerde ik te zien naar welke haren hij keek. Toen toonde hij ze voor mijn gezicht. Mijn ogen waren groot. 'Dat is onmogelijk.' fluisterde ik. Het stuk haar dat hij vast had, was sneeuwwit in plaats van zwart.


Daughter of Voldemort. (fanfic harry potter) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu