hoofdstuk XXII

450 13 0
                                    

vrijdag avond

We zoeven over de snelweg als ik me besef dat ik Ellis nog steeds niet gebeld heb. 

'Ik moet Ellis nog bellen, mag ik jouw telefoon lenen?' Die van mij zit nog steeds morsdood in mijn akte tas leeg te wezen. 

Connor vist zijn telefoon uit zijn zak en geeft hem aan mij. 'Vier, een, een, vier.' Het duurt even voor ik door heb dat hij zijn toegangscode bedoeld. 'De sterfdag van mijn moeder.' Ligt hij toe. 

Ik toets de code in en tik Ellis' nummer in. 

Voicemail. 

'Hee, El, met Merel weer. Ik hoop dat je nog wakker bent. Ik ben op kwart over elf op station Amsterdam. Centraal. Kun je me op komen halen? Als het niet lukt neem ik wel een taxi. Ik heb dadelijk deze telefoon niet meer, dus stuur me maar een postduif ofzo - of een mailtje, ik heb m'n laptop bij. Ik zie het wel. Doeg!' 

Ik hang op en kijk nog even naar het schermpje. Iets wat ik beter niet had kunnen doen, want er komt een berichtje binnen dat ik liever niet had willen zien. 

van Onbekend [20.14]
Geld of je meisje, vriend. We komen er wel achter waar je bent.

Ik schrik me dood. Geld of je meisje? Ik bid heel hard dat ik niet dat meisje ben, maar mijn rationele gedachtes zeggen iets anders. 

Met een trillende vinger zet ik de telefoon uit en geef hem terug aan Connor. Ik doe alsof er niks aan de hand is, alsof ik niet zojuist weer een bedreiging aan mijn adres heb gekregen. 

Als Connor me bij het station af zet stapt hij ook uit de auto. Hij komt om de auto heen gelopen en slaat zijn armen om me heen. Eerst verstijf ik, daarna voelt mijn lichaam hoe vertrouwd dit is. 

'Ik bel je nog.' Zegt hij tegen mijn kruin. 

Ik knik. Hij maakt zich van me los en geeft me een snelle kus op mijn mond. Ik zweef met mijn vingers naar mijn mond en ben te verbouwereerd iets te zeggen. 

Connor sprint zowat om de auto heen en gaat op de bestuurdersstoel zitten. De Porsche draait nog en hij drukt het gaspedaal in. 

'Wacht!' Roep ik, ik ren naar zijn raampje en gebaar dat hij het moet laten zakken. 

Ik steekt mijn hoofd door het raampje en zoen hem, heel kort.  

O, ik weet heus wel dat ik dat niet moet doen. Dat het fout is en dat hij me gaat breken, dat die jongen nog mijn einde gaat worden. 

Hij is in de war, ik glimlach en loop het station in.

Dit kan alleen maar fout gaan. 

Maar foute dingen zijn fijn en het bloed kruipt waar het niet gaan kan. 

---

Ik zit in de trein en probeer het gevoel dat er iemand naar me kijkt van me af te schudden door gemiste e-mails op mijn laptop te beantwoorden. God, een dag niet werken en mijn hele inbox zit vol. 

Maar ik kan me niet concentreren en klap de laptop dicht. De trein is nagenoeg leeg op een paar andere passagiers na. Een jongen achterin de coupé en een oudere vrouw in het zitje van vier. 

Er kijkt niemand naar je, zeg ik tegen mezelf, doe niet zo gek. 

Gelukkig piept mijn laptop om me af te leiden. Een mail van ellisiscool@gmail.com. Ik moet altijd glimlachen als ik die naam zie. Dat e-mailadres heeft ze al sinds we in de eerste van de middelbare school zitten en ze heeft het nooit veranderd. 

Ellis is grafisch designer, haar bedrijf heet letterlijk Ellis Is Cool. En mensen vinden het grandioos. Ze is super succesvol. 

Maar dat terzijde, ik bekijk de mail die ze gestuurd heeft. Prima! Ik sta klaar om kwart over elf. Ben je aan de voorkant van het station? 

Ik typ terug dat ik aan de voorkant sta en dat ik haar gemist heb. Even later krijg ik een paar x-jes terug. 

En toch kan ik het gevoel dat er iemand naar me kijkt niet van me afschudden. Ik draai wat op en neer op mijn stoel en kijk uit het raampje naar de donkere weilanden van Friesland. 

'Als we daar het vriendinnetje van Connor niet hebben.' Diezelfde woorden. 

Ik verstijf. Ben ik in slaap gevallen? Is dit een droom? 

'Ben je doof ofzo?' 

Er komt een jongen tegenover me zitten, hij kan niet heel veel ouder zijn dan ik. 

Ik kijk hem niet aan, doe alsof ik hem niet gehoord heb. En ondertussen bid ik dat dit een droom is en ik inderdaad in slaap gevallen ben.

De jongen staat op en komt naast me zitten. Ik schuif helemaal naar het raampje. 

'Ik ben zijn vriendinnetje niet.'

'Zo zag het er op de parkeer plaats anders niet uit,' hij laat zijn vinger treiterig over mijn schouder gaan. 

'Hou je handen thuis.' Ik ben bang, echt goed bang zeg maar. Ik wil liever niet doodgaan in een trein om half elf 's avonds 

'Brutaal.' Zegt hij enkel. En daarna: 'We stappen bij het volgende station uit en jij gaat gewoon netjes met me mee. Wil Connor je nog zien, betaald ie' ons.' 

Mijn hart klopt razend snel en ik voel me een klein hopeloos meisje. Zo hoor ik me niet te voelen. Ik ben een sterke vrouw, advocate nota bene. Ik kan dit wel aan. 

Knietje in zijn kruis? Vinger in het oog en het er proberen uit te wippen? 

Maar dan zie ik diezelfde bekende glinsteren van onder zijn jas uit komen. Waarom de fuck heeft iedereen tegenwoordig een mes? 

Weer gaat hij met zijn vinger over mijn schouder, mijn hals. 

Normaal vind ik het altijd wel fijn als het rustig in de trein is, maar nu zou ik een moord doen voor een overvolle coupé. Ik overweeg te schreeuwen, maar ik weet niet of het oude vrouwtje heel veel schade zou kunnen aanrichten bij de gozer die nu zijn vinger weer bezitterig terug naar mijn schouder laat glijden. 

'Raak me niet aan.' Ik probeer krachtig te klinken, maar stem klinkt zoals ik al gedacht had, als lucht. Ik piep meer dan ik praat. 

'We stappen gewoon dadelijk uit en jij gaat gewoon vrijwillig mee.' 

Ik schud mijn hoofd, maar dat had ik beter niet kunnen doen. De jongen haalt uit met het mes onder zijn jas. Ik voel het bloed over mijn arm in Connors trui druppen. 

Hij heeft mijn arm gesneden. Die gast is gek! 

Maar ik houd mijn mond en probeer te bedenken hoe ik hier weg ga komen. 

Uit een rijdende trein springen lijkt me alles behalve een goed plan, hoewel we wel nog is zo'n oude trein zitten waarbij de raampjes een stukje open kunnen. 

'Geen beweging,' zegt hij, alsof hij mijn gedachten kan lezen. 'Geen beweging of Connor ziet zijn liefje nooit meer terug.' Ik besef me vaag dat dat ook een dreigement in mijn richting is. 

De stem door de intercom kondigt aan dat we bijna het volgende station naderen en mijn bloed wordt kouder en kouder. 

Heel veel liefs xxx

Alles Wat We Lief Hebben ✔Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon