hoofdstuk XIX

462 14 1
                                    

[TW] zelfmoord

vrijdag middag 

We lopen een ruimte met allerlei kasten in. Het lijkt wel een soort inloopkast. Maar als hij de deurtjes opentrekt zie ik dat er geen kleding in hangt, maar mappen. Er staan honderden mappen op de planken. 

Hij gaat er met zijn vinger langs af en trekt er eentje van de plank af. Hij gaat op het poefje midden in de ruimte zitten en weer besef ik me hoe rijk deze mensen zijn, ze hebben een kamer helemaal alleen voor fotoboeken. In hun zomerhuis!

Op de map die Connor vast houd staat januari 2014. Hij opent de map en ik ga naast hem zitten, zorgvuldig afstand houdend en niet wetend wat ik aan moet met wat ik voel.

'Mijn moeder is in januari 2014 overleden.' Zegt hij alleen maar. Hij slaat de map open en wijst naar een foto van jonge vrouw die breed lacht. Op haar arm heeft ze een peuter zitten. 'Hier was ik vier,' hij wijst naar de foto. 'In deze map hebben we alle foto's die we fijn vinden bij elkaar gebracht.' 

Hij wijst met zijn vinger de volgende foto aan. Er staat een jonge Connor op, net zeventien schat ik hem. 'Hier was ik zeventien, geslaagd voor het gymnasium.' De vrouw naast hem is wat ouder dan op de vorige foto maar onmiskenbaar zijn moeder, ze houd zijn arm in de lucht, zoals een scheidsrechter doet  bij de winnaar van een box wedstrijd. Ze lachen allebei breed. 

'Ik weet niet waarom ik wil dat je dit ziet, maar ik wil het gewoon.' Hij kijkt me aan, en even voel ik geen spoot van de irritatie of de frustratie die ik voel als ik aan hem denk. Ik voel alleen maar dat ik hem echt heel graag wil zoenen. 'Ze zou je graag gemogen hebben.' Zegt hij met een glimlach. 'Ze heeft altijd al een dochter gewild.'

Zodra de betekenis van zijn woorden tot me doordringen is hij al doorgegaan naar de volgende foto. 'Dit was vlak nadat ze erachter kwam dat pap met zijn secretaresse had liggen naaien,' hij zegt het zo terloops dat ik bijna niet snap wat hij precies bedoeld. 

'Wat een kut streek,' zeg ik. 

Connor kijkt me van opzij aan. 'Zo is hij nou eenmaal. Maar kijk,' hij wijst naar de foto. 'Mam lacht nog, het kon haar niet schelen. Ze waren alleen nog maar hij elkaar voor mij. Ze probeerde er nog het beste van te maken, toen ze besloten te scheiden hebben ze er samen voor gezorgd dat het geen juridische shitzooi zou worden. Ze zijn gewoon uit elkaar gegaan. Niet als vrienden, maar ook niet als vijanden.' 

Dat vind ik knap. Ik heb tijdens mijn opleiding genoeg vechtscheidingen voorbij zien komen die eindigde in een totale catastrofe en met een lege portemonnee voor de cliënten. 

Connor trekt mijn aandacht door naar een andere foto te wijzen. 'Dit is een dag voor ze besloot dat het tijd was om zichzelf van kant te maken.' Het zegt het niet boos of verdrietig, hij zegt het gewoon. 'Ik werd achttien die dag.' Op de foto is een jongere Connor te zien die zijn armen om een tengere vrouw geslagen heeft. De vrouw is ouder geworden, maar nog steeds heel mooi om te zien. 

'De dag erna vond ik haar in bed met een lege pot pillen op het nachtkastje.' Hij is even stil. 'De pillen die ik voor haar geregeld had. Mijn moeder was al lange tijd depressief en die pillen hielpen een beetje, tenminste, dat dacht ik.' 

Ik kijk hem alleen maar aan, en leg daarna mijn hoofd op zijn schouder. Ik weet niet waarom, maar ik ben blij dat hij me dit heeft laten zien. 'Je hoeft je niet schuldig te voelen,' mompel ik zachtjes. 

'Het waren mijn pillen, Merel. Ik heb ze aangeschaft voor haar. Als ik dat niet gedaan had, had ze misschien nog geleefd.' 

Ik til mijn hoofd op en pak zijn hand, vriendschappelijk, er is geen intimiteit in te ontdekken. 'Mijn moeder is therapeut, zij vertelde mij dat mensen die niet meer willen leven altijd wel een manier vinden om er een einde aan te maken. En vaak denken nabestaanden inderdaad dat het hun schuld is, omdat zij naar de apotheek zijn gegaan om de pillen te halen, of omdat zij het scheermesje hebben laten slingeren.' 

Hij is stiller dan ik hem ooit gezien heb. 

'Het is niet jouw schuld, Connor. Het is niet haar schuld, het is niemands schuld. En het enige wat jij kan doen is een leven lijden. Ik ken haar niet, maar ze ziet eruit alsof ze niet zou willen dat jij de rest van je leven in schuldgevoel leeft.'

Connor buigt zijn hoofd en legt hem in mijn hals. Het duurt even voordat ik door heb dat hij huilt, maar de tranen glijden in natte stroompjes over mijn sleutel been. 

Ik leg mijn hand in zijn haar en verban alle verwarde gevoelens uit mijn lichaam. Nu ben ik er gewoon voor de jongen die me in zo korte tijd zo verschrikkelijk over hoop gooide. 

Ik strijk door zijn haar en wacht tot hij rustig word. 

En zo zitten we een lange tijd, gewoon stil. Denkend aan de mensen die we verloren zijn en hoe we verder willen. 

Heel veel liefs xxx

Alles Wat We Lief Hebben ✔Where stories live. Discover now