8. Ordinary days

8 1 0
                                    


Nadat ik een moment voor me uit heb zitten staren, in de hoop dat mijn gedachten dan op een rijtje zouden vallen, sta ik op en maak een boodschappen lijstje.

Gavin mag dan een idioot zijn, hij heeft wel gelijk. Het is ondertussen meer dan een week geleden dat ik me op mijn gemak heb kunnen wassen. En als ik hier toch nog even blijf, heb ik een aantal essentiële dingen nodig. Ik pak mijn pen en een ander bonnetje en maak een boodschappenlijstje. Daarna grijp ik mijn sleutels en tas en ga op weg naar de winkelstraat.

Als ik een half uur later terugkom, met nu echt nog maar een mini bedrag op mijn bankrekening, ga ik gestructureerd te werk. Ik pak al mijn kleding bij elkaar en stop het in de wasmachine. Zelfs de kleren die ik aan heb gaan erbij. Het is namelijk ook voor mijn kleding een week geleden dat ze gewassen zijn.

Ik laat alleen mijn onesie uit de was en loop naakt naar de badkamer. Daar pak ik mijn verse shampoo en douchegel en stap voor de tweede keer vandaag in de douchecabine voor een half uur durende wasbeurt.

Wanneer ik klaar ben, stap ik zonder ondergoed in mijn onesie. Ik ga vandaag toch nergens meer naartoe. Terwijl ik wacht tot de machine klaar is, besluit ik dan toch maar wat van mijn spullen in het appartement te plaatsen. Als ik hier de komende vier maanden blijf, wil ik me wel thuis voelen.

Ik geef mijn schoenen een plek in de kast in de hal en open dan die ene tas waar ik liever niet aan kom. Het is de tas waar ik alle herinneringen in heb gestopt. De tas die ik tot nu toe zo ver mogelijk weg stopte om maar nergens aan te denken. Nog steeds heb ik geen behoefte om die oude wonden open te trekken.

Maar oma zou mijn nieuwe plekje dolgraag willen zien. En haar foto in die tas laten zitten, voelt alsof ik haar negeer. Ik rits het grote vak open en haal er op de tast het lijstje uit. Ik weet wat er verder in de tas zit maar durf het met geen vinger aan te raken. Gelukkig ligt oma bovenop.

Als ik het lijstje in mijn handen heb, maak ik de rits snel weer dicht en zet alles terug in het hoekje van de kast. Ooit komt er een dag dat ik die inhoud ook onder ogen kan zien. Vandaag is niet die dag.

Ik neem het lijstje met oma erin mee en zet haar neer in de nu nog lege vensterbank. Zo kan ze het hele appartement overzien en mij een beetje in de gaten houden. Noem me maf maar nu ze daar zo staat, voel ik me ietsje veiliger.

Ik steek mijn handen in de zakken van mijn onesie en kijk uit het raam naar het verkeer. De straat heeft eenrichtingsverkeer en is bij vlagen gezellig druk. Er staan wat auto's geparkeerd langs de rijbaan maar veel plekken zijn leeg aangezien nog niet iedereen terug is van werk. Langs beide zijdes van de straat staan wat bomen maar echt groen is deze wijk niet te noemen. Gelukkig is het Vondelpark maar 10 minuten fietsen hier vandaan. Als ik een fiets zou hebben.

Plotseling valt mijn oog op een sleepauto die aangereden komt met een kleine blauwe Aygo achterop. Pas als ik Gavin uit de truck zie springen realiseer ik me dat dat míjn Aygo moet zijn. Blijdschap en angst vechten om een plekje in mijn borst.

Gavin heeft hem laten repareren! Schiet er blij door me heen.

Nog meer schuld aan Gavin. Steekt het tweede stemmetje. Ik moet de leiding nemen. Anders beheerst weer een man mijn leven.

Ik duw het tweede stemmetje weg en besluit voor blijdschap te gaan. Ik gris mijn sleutels van de tafel en schiet mijn voeten in mijn slippers. Als ik op dat moment het belletje van de wasmachine hoor, realiseer ik me dat ik onder de onesie niets aan heb. Heel even twijfel ik maar aangezien ik toch niets anders heb om aan te trekken, haal ik mijn schouders op en ren de drie trappen af naar de voordeur van het complex. Die trek ik open en ren de deur uit.

Maar blijkbaar wil Gavin net op dat moment aanbellen want voor ik kan stoppen, ren ik tegen zijn gespierde lijf op. Ik zou ervan terug zijn gestuiterd als hij niet snel zijn arm om me heen had geslagen.

Hijgend van het afrennen van drie trappen kijk ik naar hem op. Een moment te lang blijven onze ogen aan elkaar geplakt. Weer zie ik dat bijzondere gouden vlekje in zijn linker oog en valt me op hoe zijn pupillen zich verwijden. Geen van beiden knippert of kijkt weg. Ik voel hoe de warmte van zijn lijf doordringt tot op mijn huid en hoe het ook van binnen warm begint te worden.

Pas als de wind een losgekomen lok van mijn haar in mijn ogen waait, plaats ik mijn handen op zijn brede borst en duw hem zachtjes naar achteren.

"Dankjewel." Zeg ik zacht met een raspende stem en veel te droge mond. Hij laat me los en doet een kleine stap achteruit. "Voor het opvangen. En de auto natuurlijk." Voeg ik er snel achteraan.

Om zijn mond vormt zich een glimlach die zijn ogen maar heel even bereikt. Hij staat nog steeds dichterbij dan goed voor me is.

"Graag gedaan." Antwoordt hij terwijl hij zijn handen in zijn zakken steekt. "Ik realiseerde me dat je morgen jouw auto nodig gaat hebben om bij de dansschool te komen. Dus ik heb een maat van me jouw banden laten vervangen."

Ik knik als antwoord.

"Bij het appartement hoort een parkeervergunning voor één auto. Dus je kunt hem hier altijd parkeren. De vergunning heb ik in je raam laten bevestigen."

Ik schrik als ik dat hoor. Een parkeervergunning in deze buurt is bijna even duur als de huur. Dat betekent dat mijn berekening niet klopt. Dat ik nog langer moet blijven. Mijn wenkbrauwen fronsen zich als ik de kosten snel herbereken.

Gavin moet de blik in mijn ogen gezien hebben want zijn glimlach verandert in een frons.

"Je bent vrij, Brie. Als jij wilt vertrekken, hou ik je niet tegen. Je hoeft me niets te betalen en zult geen schulden hebben."

Ik snuif ongelovig.

"Zo werkt de wereld niet, Gavin. Zelfs jij hebt een inkomen nodig en maakt kosten. Ik weet dat dit niet jouw enige bron van inkomsten is maar het leven is duur. Je hebt dit geld nodig. Zeker als je ook een dansschool op zet. Ik zal een andere plek zoeken om hem te parkeren. Dan kun je de vergunning opzeggen." Ik schud mijn hoofd om de angst en zorgen van me af te schudden en wil naar mijn auto lopen maar zijn hand op mijn schouder houdt me tegen.

"Dit was Maxime's appartement. Zij heeft het jaren geleden al afbetaald."

Mijn wenkbrauwen schieten omhoog in ongeloof. Ik verblijf in het appartement van zijn overleden zusje?! Ik draai me weer naar hem terug om te zien of hij dit meent. Er is alleen een spoor van verdriet in zijn ogen te zien.

"Ze heeft het afbetaald nadat ze die prijs won, met parkeervergunning en al. En na haar dood ging het naar mij. Ik kan me er niet toe zetten om er zelf in te trekken. Maar ze zou willen dat ik er iets goeds mee zou doen."

Tranen wellen op in mijn ogen. Ergens vind ik het moeilijk om mezelf toe te staan hierin te geloven. Dat er echt nog iets goeds gebeurt in deze wereld. Ik merk hoe diep in mij een klein zaadje van vertrouwen open gaat. Ik knik en stop al die emoties weer diep weg.

"Dan zal ik er goed voor zorgen." Zeg ik met een knik en draai me weer om naar de auto.

Gavin komt achter me aan en begint de auto los te maken van de truck. Daarna neemt hij mijn sleutels over en stapt in om hem van de truck af te rijden en te parkeren.

Het kost nog geen vijf minuten of hij zit weer achter het stuur van de truck.

"Tot morgen Brie." Roept hij door het open raampje. Ik zwaai als groet. "En trek dan wel ondergoed aan. Je hebt collega's!"

Mijn mond valt open en mijn wangen kleuren. Met gefronste wenkbrauwen steek ik mijn middelvinger naar hem op. Een zwaaiende hand uit het raampje terwijl hij wegrijdt, is mijn enige antwoord.

Hij had het gewoon door! Mijn wangen verkleuren nog een paar tinten als ik de trap weer op loop. Maar als ik bij mijn voordeur kom, merk ik dat ik glimlach. Als hij die opmerking maakt om mij te choqueren, moet het hem ook iets gedaan hebben. En dat streelt toch mijn ego.

Safe HavenWhere stories live. Discover now