16

838 29 3
                                    

Ik zag een verschrikte blik op Maurice zijn gezicht verschijnen. Ik had de neiging om me weer om te draaien en meteen weer weg te lopen, maar een stemmetje in mijn hoofd zij me dat ik moest blijven en dat ik mijn angst aan moest gaan. Ik bleef versteent staan en we keken elkaar even aan. Ik probeerde rust in mezelf te krijgen, maar ik merkte dat mijn lichaam gespannen was en begon te trillen. Er werd geen woord gezegd tot dat Eva de stilte doorbrak: "Kom maar zitten." Zij ze en ze wenkte me naar een stoel naast haar. Ik ging ongemakkelijk naast haar zitten. Ik zat nu tegenover Maurice. Maurice, wat klonk dat eigenlijk raar. Het was mijn vader. Ook al had ik hem nooit als vader in mijn leven gezien en nu opeens zat hij daar. Zo voor mijn neus. Zestien jaar lang had ik geen idee van zijn bestaan. Na ja ik wist dat hij ergens moest zijn, maar of hij nog leefde of ik heb ooit zou zien was maar de vraag. En nu zat hij daar. Het verleden was niet meer belangrijk. Het ging nu om nu. Ik besloot de ongemakkelijke stilte te verbreken. "Hoe is het met je?" Ik schrok een beetje van mijn eigen stem, omdat ik niet had verwacht dat mijn stem zo over zou slaan. Hij glimlachte en zei: "Goed." Van binnen ontroerde me zijn stem. Ik glimlachte en hij glimlachte terug. Een magisch gevoel was het gevolg. Een soort van verliefdheid, maar dan net anders. Eva zag dat mijn ogen waterig werden en legde haar hand op mijn been. Een veilig gevoel kwam in de plaats van onmacht en het voelde of ik in een vertrouwde omgeving zat. De rest van het gesprek verliep vrijwel zonder woorden. De blikken die we uitwisselde waren genoeg. Net toen ik op stond om met Eva weer naar huis te gaan hielt hij me tegen. Hij duwde me een kleine, maar mooie appel in mijn handen en een ongemakkelijk knuffel volgde.

Samen met Eva liep ik terug naar de auto. We stapte samen in. "Bedankt." Zei ik. Eva gaf me een vriendelijke glimlach en we reden terug naar de Ponti.

Het was avond en omdat ik niet naar school ging zat ik alleen op de bank. Ik had een kopje thee voor mezelf gezet en had mijn laptop op mijn schoot. Ik keek een paar afleveringen van mijn favoriete serie. Het ging over een onmogelijke liefde op de werkvloer, maar soms was de liefde niet zo onmogelijk dan ze zelf dachten. Ik hoorde de deur open gaan en zag dat Wolfs binnen was gekomen. Het was ongeveer twaalf uur 's nachts en Eva lag al te slapen. Ik hoorde de koelkast open gaan en ik besloot naar de keuken te lopen. Ik legde mijn laptop aan de kant en liep voorzichtig naar de keuken. Ik pakte mijn thee glas zodat ik een 'goede' reden had om naar de keuken te lopen. Ik keek om het hoekje van de keuken en zag dat Wolfs aan de keuken tafel zat. Hij had een glas Whisky voor zich zelf ingeschonken. Voorzichtig liep ik naar het gas fornuis om nog wat water te laten koken voor mijn volgende kopje thee. Toen Wolfs iets door had, keek hij verschrikt op. "Wat doe jij hier nog zo laat?" vroeg hij verschrikt. "Dat kan ik net zo goed aan jou vragen. Hoor jij morgen niet vroeg op je werk te zijn?" Antwoordde ik plagend. Hij zuchtte. Ik had niet veel verstand van kerels, maar ik zag dat er iets met hem was. Ik leunde tegen het aanrecht en dacht meteen aan mijn favoriete serie. In de serie dronk de man ook altijd te veel drank als het even niet goed ging met zijn liefdes leven. Ik trok mijn stoute schoenen aan en besloot meteen to the point te komen. "Ben je verliefd?" Vroeg ik ondeugend. Wolfs keek me verbaast aan, maar ergens zag ik een schrik van waarheid. Ik besloot naast hem te gaan zitten met alle kennis die ik in me had met zulke situaties. Dat was niet veel, want ik had alleen die serie die ik keek. "Vertel eens. Wat zit je dwars?" Vroeg ik zo volwassen mogelijk. Ik zag aan de blik van Wolfs dat hij me niet serieus wou nemen en negeerde daarom ook mijn vraag. "Kom op. Verliefd dus." Wolfs hielt zich stil en ving elke kogel op die ik schoot. Elke kogel die ik schoot en die tegen hem aan kwam, zag ik dat het hem pijn deed. Ik besloot me even stil te houden en de stilte zijn werk te doen. Wolfs nam nog een slok van zijn Whisky en zuchtte. De zucht was voor mij genoeg. Hij was verliefd. Net toen de stilte bijna zijn werk had gedaan, ging de fluitketel. Hè, net mis.

The story of.. - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu