12

1K 25 0
                                    

De volgende ochtend had ik geen zin om aan het ontbijt te verschijnen en besloot ik om een ronde door de stad te lopen. Maastricht was heerlijk in de ochtend. Een paar mensen waren al wakker en waren bezig om van hun huis naar hun werk te gaan. Ik liep verder naar het Vrijthof waar ik een café houder bezig zag met stoelen van de tafels af te halen en de terrassen weer pico bello in orde te maken voor de dag die er aan kwam. Ik begroete hem en ging zitten op het trappertje bij de Leeuwenkring. Ik zuchtte. De hele nacht had ik lopen piekeren wat ik nou moest doen. Ik had hem gezien. Ik had mijn vader gezien en dat was mijn doel. Eigenlijk wou ik mijn vader zien en hopen dat hij mij zou omarmen. Zich zou verontschuldigen voor alles wat er vroeger was gebeurt. Ik hoopte stiekem dat ik voor al tijd bij Eva kon blijven en een nieuwe start kon maken hier in Maastricht. Maar ja, ik had natuurlijk weer eens niet goed na gedacht over de concessies. Over dat niet alles zo makkelijk ging zo als ik wou. Ik had gewoon ik Zeeland moeten blijven en nooit de stille hoop moeten vestigen dat mijn leven beter zou worden dan dat het al was. Om terug te gaan naar de Ponti was geen optie. Die Wolfs mocht me niet. Ik liep hem volgends mij alleen maar in de weg en voor hem ben ik een doren in het oog. Als ik weg ging was alles weer zoals het vroeger was en kon ik die twee met rust laten. En Maurice... Die man had toch nooit van me gehouden dus waarom zou hij dat nu opeens wel gaan doen. Het was beter als ik nou weg zou gaan. Voor goed.

Eva kwam de keuken binnen en zag Wolfs aan de keuken tafel zitten. Na gisteravond hadden ze elkaar niet meer gezien of gesproken. Eva liep naar de koelkast en schok voor zichzelf wat jus d'orange in. "Ook?" Vroeg Eva aan Wolfs. Hij schudde zijn hoofd. Zo te zien had hij geen oog dicht gedaan. Na een lange stilte onderbrak Wolfs hem. "Sorry." begon hij, "als jij haar graag wil helpen dan zal ik jou niet in de weg staan." Eva glimlachte. "Dankje Wolfs." Zei Eva dankbaar. Ze legde haar hand op die van Wolfs en keek hem even met een glimlach aan. Wolfs glimlachte terug. Het moment werd verbroken door het broodrooster dat het brood omhoog schoot, om te laten merken dat het brood klaar was. Wolfs stond op en liep naar het broodrooster om de warme broodjes eruit te halen en ze klaar te maken voor het ontbijt. Eva nam nog een slok van haar jus d'orange en keek naar Wolfs wat hij allemaal met de broodjes deed. Niet veel later zette hij zijn ochtend kust voor Eva neer en samen genoten ze van het ontbijt.

"Iedereen is wel zo bezig met Eline, maar hoe is het eigenlijk met Eva?" Vroeg Wolfs uit het niets. "Prima." Antwoordde Eva kort. Wolfs keek haar bedenkelijk aan. "Echt?" Vroeg hij bezorgd. Eva haalde haar schouders op. Ze stond op om de tafel af te ruimen. Na dat ze de borden naar de keuken had gebracht en terug liep voor haar tweede ronde, zei ze: "Ik snap alleen niet waarom Maurice dit allemaal voor mij verborgen heeft gehouden. We hebben zoveel mee gemaakt en dan.." Eva werd er stil van en had moeite om haar tranen in bedwang te houden. Wolfs stond op en liep naar Eva toe om een troostende arm om haar heen te slaan. "Misschien is het goed om met hem te gaan praten, samen, onder vier ogen." Eva hief haar hoofd omhoog en keek Wolfs met betraande ogen aan. Wolfs gaf een kleine glimlacht als teken dat het goed was. Eva glimlachte moeizaam terug en verdween daarna in de armen van Wolfs.

Mijn plan om weg te lopen was nog niet erg goed uitgepakt. Ik kwam er de weg naar het station achter dat mijn spullen die ik mee had genomen naar Maastricht ook weer mee terug moesten. Ik besloot zo stil mogelijk de Ponti in te lopen en rechtstreeks naar mijn kamer te lopen. Daar pakte ik zo snel en zo stil mogelijk mijn spulletjes en liep voorzichtig weer naar de voordeur. Net voordat ik de voordeur wou openen hoorde ik gesnik uit de keuken komen. Ik kon mijn nieuwschierigheid niet bedwingen en liep voorzichtig richting de keuken. Daar zag ik Eva in de armen van Floris. Ze was aan het huilen. Ergens deed het me pijn haar zo te zien, maar ik wist ook dat als ik weg zou gaan dat alles dan beter zou worden. Ik was immers het probleem van alles. Met een dippe zucht sloot ik de deur van de Ponti zachtjes achter mij dicht en verdween richting het station.

Nadat Eva een tijdje in de armen van Wolfs tot rust was gekomen, liet ze hem rustig los. Ze keek hem dankbaar aan. Hij glimlachte terug. "Over Eline gesproken, Waar is ze eigenlijk?" Bedacht Wolfs zich opeens. Eva keek hem verbaast aan. "Geen idee. Ze was net niet bij het ontbijt." Snel liet Wolfs Eva los en Eva liep richting de kamer van Eline. Ze klopte aan, maar toen ze geen antwoord kreeg, opende ze de deur en zag dat Eline niet in haar kamer was. Nadat Eva de kamer beter had bekeken zag ze dat de kast deuren wagenwijd openstonden. "Shit."

The story of.. - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu