De snelweg naar mijn hart

By MissTop40

4K 225 18

Na de dood van haar beste vriendin besluit Clio de Vries een tijdje bij haar opa te gaan logeren. Ver van hui... More

Voorwoord
2
3
4
5
6
7
8
9
10.
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
Epiloog

1

279 13 3
By MissTop40

Mijn leven heeft een nieuw dieptepunt bereikt. Iedere keer als ik denk dat het niet meer erger kan, weet ik er toch een nog grotere puinhoop van te maken. Vandaag is de deksel van mijn geest eraf gesprongen en ik schaam me dood.

Met brandende wangen parkeer ik mijn fiets in het muf ruikende tuinhuisje. De twee minuten durende rit naar huis was veel te kort om te bedenken wat ik tegen mijn ouders ga zeggen. Zou ik ze wijs kunnen maken dat ik maar tot vijf uur hoefde te werken? Nee, dat is geen optie; mijn werktijden staan op de kalender die bij de magnetron hangt.

Langzamer dan ooit tevoren slof ik het tuinhuisje uit en sjok ik naar de achterdeur van het huis waar ik al mijn hele leven woon. Dat is alvast één ding waaraan je kunt zien hoe saai en waardeloos ik ben.

Op het moment dat ik de klink omlaag duw en die iets naar me toe trek, draaien alle hoofden in de keuken zich mijn kant op. Het liefst wil ik buiten blijven staan. Nee, correctie: het liefst wil ik wegrennen en nooit meer terugkomen. Alsof de wereld iets aan mij heeft. Ik loop alleen maar in de weg.

'Kom je nog binnen, Clio?' vraagt mijn moeder op een toon die heel lief klinkt, maar eigenlijk inhoudt dat ze brandt van nieuwsgierigheid over wat er aan de hand is. En ook bezorgd. Je kunt veel van mijn moeder zeggen, maar ze is wel altijd heel bezorgd om me. Dat kan soms lief zijn, soms verstikkend als een sauna die in de fik staat.

Het duurt even voor ik reageer, want mijn blik is op die ene persoon gericht die ik niet verwacht had. Mijn zus Rosalie zit aan de keukentafel met een dampende mok koffie in haar handen. Wanneer ze ziet dat ik naar haar kijk, perst ze haar lippen in een dwangmatige glimlach.

'Ik bijt nog steeds niet.'

Uiteindelijk lukt het me om over de drempel te stappen en de deur achter me dicht te trekken. Aarzelend blijf ik op de mat staan. Het liefst zou ik meteen doorlopen naar boven, maar dat zouden mijn ouders nooit accepteren.

'Waarom ben je zo vroeg thuis?' stelt mijn moeder de onvermijdelijke vraag. Ze staat, ook met een kop koffie in haar hand, tegen de hoek van het kookeiland geleund. Zo te zien was ze bezig een bloemkool te snijden voor het avondeten. 'Was er niks te doen?'

'Jawel, maar...' Hoe ga ik vertellen dat ik mezelf onsterfelijk belachelijk heb staan maken en daar ook nog eens ruzie over kreeg? Met mijn baas. Dubbel onsterfelijk belachelijk dus.

Mijn vader staat op van zijn stoel aan het hoofd van de tafel en wrijft me bemoedigend over mijn rug. 'Was hele dagen werken nog iets te veel van het goede?'

'Ja,' antwoord ik, opgelucht dat iemand het tenminste soort van begrijpt. Nu moet ik alleen nog vertellen waarom ik nooit meer hele dagen ga werken. Niet bij mijn oude baas tenminste. 'Ik eh... Er was iets wat me aan Alice deed denken en toen... Laten we het er maar op houden dat ik ontslagen ben.'

'Ontslagen?' roept mijn moeder geschokt uit. 'Hoe bedoel je?'

'Precies zoals ik het zeg. Ik hoef niet meer terug te komen. Ik heb ruzie gehad met mijn baas. Hij vindt dat ik me aanstel en dat ik er te lang over doe om het normale leven weer op te pakken.' Ik kan nog steeds kwaad worden om die woorden. Als mijn leven zo normaal is, waarom lukt het me dan niet om een fatsoenlijke volwassenmensenbaan te vinden? Waarom blijf ik dan vastzitten aan een stom baantje bij de friettent? Of ja, zelfs dat heb ik nu niet meer. Ik ben zo'n ontzettende mislukkeling.

Mijn moeder ademt diep in door haar neus en zet haar koffie op het kookeiland neer. 'Als je er echt zo veel moeite mee hebt om weer mee te draaien in het normale leven, moet je daar misschien eens hulp voor zoeken.'

Ik doe haar woorden af met een verontwaardigd lachje. Moet ik in therapie omdat mijn beste vriendin dood is? Ik bedoel, het is kut en zo, maar ik was er niet eens bij. Ik heb geen trauma opgelopen of iets. In feite heb ik er niks mee te maken.

Goed, eerlijk gezegd was het misschien de druppel die de emmer deed overlopen. Alice was mijn uitlaatklep. Eens in de zoveel tijd gingen we samen een rondje wandelen of op een terrasje zitten en dan vertelden we elkaar alles. Al onze worstelingen met het leven, en dat waren er soms nogal wat. Maar we hadden een afspraak, gemaakt op een van die terrasjes in de zomerzon. Nog drie jaar en twee maanden en dan zouden we het helemaal gemaakt hebben in ons leven. Niet dus. Alice gaat nooit meer iets van haar leven maken, simpelweg omdat er geen leven meer over is.

Mijn vader wrijft nogmaals over mijn rug. 'Ze bedoelt het goed. Rouw is een lastig iets. Het kan helpen om erover te praten met iemand die erbuiten staat.'

'Ik vind het zo kut voor je, Clio,' mengt ook Rosalie zich nu in het gesprek.

Mijn blik kruist de hare en nu pas dringt haar aanwezigheid vol tot me door. 'Wat doe jij hier eigenlijk? Niet lullig bedoeld of zo.'

Haar mond gaat open en dicht en dan weer open. 'Ik kwam vertellen dat ik promotie heb gemaakt op mijn werk.'

O, natuurlijk. Fijn. Mijn leven gaat helemaal naar de takketering, maar mijn zus zit nog steeds op een achtbaan die alleen maar omhooggaat. Er zou ook maar íéts in haar leven niet gaan zoals gepland. O wacht, ik ben dat iets. Het sneue jongere zusje. De smet op haar perfecte leventje.

'Nou, gefeliciteerd dan maar,' weet ik er met moeite uit te persen.

'Dank je. Sorry voor de kloterige timing.'

'Geeft niet. Het ligt niet aan jou.' Het irritante aan Rosalie is dat ze echt een goede zus is. Het zou makkelijk zijn als ik haar kon haten om al haar successen, maar hoe kun je iemand haten die soms ongevraagd je favoriete chocola voor je meeneemt of die je slechte memes stuurt met grapjes over je moeder? Iemand die citytrips met je wil plannen en samen naar concerten wil gaan. Beide dingen zullen er voor mij voorlopig overigens niet in zitten. Ik moet eerst maar eens een nieuw klotebaantje zien te krijgen.

'Eet je ook mee, Rosalie?' verandert mijn moeder van onderwerp. 'Er blijft toch altijd genoeg over van de bloemkoolschotel. Of is Timo vanavond thuis?'

'Nee, hij zit een paar dagen in Duitsland voor een cursus. Anders was ik vanavond wel met hem uit eten gegaan om het te vieren. Dat moeten we van het weekend dan maar doen.'

'Oké, gezellig. Zijn we weer eens met z'n viertjes.' Mam houdt haar snijplank schuin boven een met water gevulde pan en schuift de bloemkool erin.

Ik slaak een zucht. Een gezellige familiemaaltijd met dit zogenaamd perfecte gezinnetje is precies waar ik nu geen behoefte aan heb. Ik wil me verstoppen op mijn kamer en daar de hele avond zwelgen in zelfmedelijden. En ik zou Alice willen bellen om haar om advies te vragen, maar ja, dat kan niet meer.

Mijn vader geeft me nog een gemoedelijke klap op mijn rug en loopt dan naar het aanrecht om zijn lege koffiekopje neer te zetten. 'Dat spul moet eerst nog een hele tijd in de oven, toch?'

'Drie kwartier,' bevestigt mijn moeder.

'Mooi, dan kunnen de meiden me misschien even helpen op zolder.'

Ik weet een kreun en een blik hemelwaarts in te houden. Wat nu weer? Het enige wat ik op dit moment wil is alleen zijn.

Mijn zus is degene die begint met een diplomatieke vraag. 'Wat wil je op zolder gaan doen?'

'Opruimen,' antwoordt pap. 'Er ligt daar zo veel troep en nu jij er toch bent en we nog zo lang op het eten moeten wachten, kun je meteen kijken wat er van jou bij ligt en wat je ermee wilt.'

'Moet dat echt nu?' Het is dus toch niet gelukt om me in te houden. Daar heb ik de laatste tijd wel vaker last van. Meestal zijn het echter tranen die dan uit me komen en geen woorden. Zoals toen ik ongeveer een halfuur geleden in een hysterische huilbui verzandde midden in de snackbar. Mijn wangen beginnen alweer te gloeien als ik eraan denk. Al die klanten keken me aan alsof er een derde tepel op mijn voorhoofd groeide. Echt fantastisch.

Pap knikt. 'Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd, toch? Misschien helpt dit je wel om weer helder te denken.'

O ja, als ik maar genoeg opruim, zullen al mijn problemen vast als sneeuw voor de zon verdwijnen. Zo makkelijk werkt dat. 'We leven hier niet in een fucking reclamespotje.'

'Clio,' zegt mijn moeder streng, maar ik weet niet waar ze me precies op probeert te berispen. Dat ik de waarheid zeg? Vroeger berispte ze me juist als ik zat te liegen. Het is ook nooit goed met mensen.

'Ik wil sowieso eerst douchen,' gooi ik mijn beste argument tot uitstel in de strijd. Werken in een snackbar is tenslotte niet erg bevorderend voor je lichaamsgeur. Ik voel me net een wandelende kroket.

'Jij gaat eerst douchen,' stemt pap in. 'Dan gaan Rosalie en ik vast naar de zolder en kom jij als je klaar bent. Het moet toch een keer gebeuren en aangezien het deze hele week gaat regenen, is dit een goed moment.'

Het verbaast me niet dat hij dat zegt. Als het mooi weer werd, zou hij ofwel met zijn auto ofwel met de tuin aan de slag gaan. In de zomer is mijn vader op vrije momenten meestal constant buiten. Behalve als het slecht weer wordt dus, dan gaat hij ineens dingen doen als de zolder opruimen.

Aangezien ik nu een vrijbrief heb om de ruimte te verlaten, grijp ik die kans met beide handen aan. Ik haast me de gangdeur door en de trap op. Op mijn kamer gooi ik mijn tas op een willekeurige plek op de grond neer. Ik pak een setje schoon ondergoed uit mijn kast en vis mijn pyjama van het bed. Voor die zesenhalf uur die er nog van deze lullige dag over zijn, ga ik echt geen schone kleren aantrekken. Het is niet alsof mijn zus me nog nooit in mijn pyjama heeft gezien.

Eenmaal onder de douche geniet ik van het alleen zijn en van het warme water dat over mijn huid golft. Het heeft een enigszins rustgevende werking. Sinds de dood van Alice heb ik vaker tijdens douchebeurten staan huilen dan niet, maar vandaag valt in die laatste categorie. Ik heb mijn portie tranen voor vandaag natuurlijk al opgebruikt. Had ik ze maar bewaard. Normaal gesproken laat ik me juist gaan onder de douche omdat het geluid van de kraan mijn zachte gesnik dempt. Geen getuigen, alleen ik met mijn ellende.

Ik ben weer terug bij af. Ik ben net een baby, alleen dan in het lichaam van een volwassene. Ik heb geen baan, geen relatie, geen beste vriendin en geen eigen huis. Kon ik me maar net als een baby opkrullen in een slaapzak en de hele dag slapen. Mijn moeder die me eten geeft zonder te zeuren dat ik ook een bijdrage moet leveren aan het huishouden. Mijn vader die alleen maar tegen iedereen over me opschept zonder zich af te vragen wanneer ik nou eens iets ga maken van mijn leven.

Nog drie jaar en twee maanden totdat mijn afspraak met Alice zou verlopen. Ik ben de enige van ons twee die zich er nog aan kan houden, dus voelt het alsof ik het dubbel waar moet maken. Maar hoe?

Ik droog me af en hul mijn lichaam in een korte, babyblauwe pyjamabroek en het bandshirt van Mumford & Sons dat ik uit Alice' kast heb gestolen op de dag na haar overlijden. Zelf heb ik niks met de band, maar het is fijn om iets van haar te hebben. Ik vraag me af hoelang ik er nog zo over zal denken voordat ik het toch echt in de was moet gooien.

Vanaf de zolder klinkt het vrolijke geklets van mijn vader en zus. Als ik de trap op loop, zie ik ze over een doos met foto's en andere oude rommel gebogen zitten. Mijn vader houdt in foto in een donkerbruin houten lijstje in zijn hand.

'Ken je deze nog?'

'Ja, die hing vroeger bij opa in de gang,' weet Rosalie te vertellen.

Wanneer ik dichterbij kom, zie ik de trouwfoto van mijn opa en oma. De afdruk is vergeeld van ouderdom. Die hing inderdaad altijd bij mijn opa in de gang, tegen het witte reliëfbehang dat Rosalie en ik als kind zo geweldig vonden. Dan pakten we een leeg vel papier en een stel kleurpotloden en hielden we het vel tegen de muur om zo met de potloden de afdruk op het papier te kopiëren. Een tijdlang was het een van onze favoriete spelletjes om zo veel mogelijk patroontjes te ontdekken in het huis van onze grootouders.

'En deze.' Rosalie vist een andere foto uit de doos, in zo'n zelfde soort lijstje als de trouwfoto. 'Die hing erlangs.'

Deze foto ken ik ook. Het zijn alle kleinkinderen van mijn opa en oma, wat neerkomt op vier stuks. Aangezien deze foto minder oud is, is die ook minder vergeeld, maar toch gaat ook deze foto al zo'n twaalf jaar mee. Mijn neefje is nu tenslotte dertien en hij was een baby op deze foto. Het was een van de laatste verjaardagscadeaus die we ooit aan mijn oma hebben gegeven. Twee jaar later overleed ze aan een hartafwijking.

Plotseling verschijnt er een frons in Rosalies voorhoofd. 'Heeft opa deze foto's niet meegenomen?'

'Hij heeft die andere foto van jullie wel meegenomen,' helpt pap haar herinneren. 'Weet je nog, die we gemaakt hebben op het familieweekend?'

Er staat me vaag iets bij van een weekend in de Ardennen met de hele familie. Oma's laatste vakantie. Toen hebben we nog een foto gemaakt. Opa zei altijd dat hij die leuker vond, omdat die spontaner was. Van oma mocht hij dat niet zeggen, maar zo is opa; eerlijk en spontaan. 'Oké, maar zijn trouwfoto?'

'Die zit ook in een van zijn albums, die hij wel heeft meegenomen. De ingelijste foto heeft hij aan mij gegeven als aandenken.'

'En jij legt hem gewoon ergens op zolder in een doos neer. Lekker dan,' mompelt Rosalie. 'Misschien moeten we 'm meenemen de volgende keer dat we naar opa toe gaan.'

Volgend jaar dus. Dat is althans de bedoeling. Volgend jaar werkt pap vijfentwintig jaar als leraar op de mbo-instelling waar hij lesgeeft. Aangezien hij dan een bonus krijgt, hebben we afgesproken dat dat een goed moment is voor een tripje naar opa's tweede thuis in Texas.

'Nou, dat is dan in ieder geval één ding wat we opgeruimd hebben,' grapt pap.

'Hé, wat doet deze hier?' Rosalie vist het hoesje van een videogame die we vroeger vaak speelden uit de doos. 'Zou die het nog doen op mijn laptop? Dit ding is natuurlijk wel iets van vijftien jaar oud of zo.'

'Je kunt het proberen,' zegt pap schouderophalend.

Terwijl de twee verder praten over systeemvereisten en processors pak ik de trouwfoto van mijn opa en oma op. Ze waren jong toen ze trouwden, want oma was ongepland zwanger geraakt van pap en dat was in die tijd natuurlijk een schande. Op de foto draagt oma een ontploffing van kant en opa een pak waarvan ik door de verkleuring van de foto niet goed kan inschatten welke kleur het geweest moet zijn. Waarschijnlijk bruin of grijs of blauw.

Kijkend naar de foto weet ik plotseling wat ik moet doen. Ik ga het voorbeeld van opa volgen en doen wat hij deed toen oma overleed. Vastberaden kijk ik op naar mijn vader en zus. 'Ik kan die foto wel naar opa toe brengen. Ik ga naar Texas.'

Continue Reading

You'll Also Like

797K 52.6K 151
x Based on facts x Mishandeling, Uithuwelijking, Verkrachting en Verdriet: wordt aan het licht gebracht! In dit boek neem ik jullie mee in het leven...
33.4K 1.5K 36
✵ WATTYS 2019 WINNER - FANTASY ✵ Ze had zich voorbereid op een saai leven, maar toen veranderde alles. ~ ...
315K 10.7K 46
Zijn ogen blikten naar beneden. 'Sh*t, je bent zo sexy', gromde hij. Hij pakte mijn heupen vast en drukte me op het bed. Hij ging snel tussen mijn be...
50.2K 2.7K 29
"Ik zal voor je vechten dat beloof ik!" Riep hij en greep gelijk naar mijn hand. Ik voelde de kou over mijn natte wang prikkelen. De kou die ik zelfs...