25

100 5 0
                                    

Het is supergezellig. Het eten smaakt fantastisch en daarna gaan we met z'n allen rond de vuurkorf zitten om marshmallows te roosteren. Op een gegeven moment gaan de aanwezigen van de oudere generatie een voor een naar bed, want bijna iedereen moet morgen weer werken. Uiteindelijk zijn alleen Dusty, Bronson, Miles en ik over.

'Ik denk dat ik zo ook maar eens ga,' gaapt Dusty. 'Ik val bijna in slaap.'

Haar lichaam moet ik natuurlijk extra hard werken, maar dat kan ik niet hardop zeggen. Daarom schenk ik haar alleen een begripvolle blik. 'Een beetje slaap zal je goeddoen.'

'Ja.' Dusty schopt met haar voet in het droge zond rond de vuurkorf. 'Bronson, zou je met me mee naar binnen willen gaan? Ik wil iets met je bespreken en ik heb je advies nodig.'

Dus ze gaat hem vertellen over haar zwangerschap. Dat lijkt me iets goeds. Bronson kan haar beter helpen inschatten hoe hun ouders zullen reageren dan ik. Bovendien weet hij over het algemeen veel meer over Dusty's leven, waardoor hij een meer geschikt adviseur is.

Bronson staat op en kijkt over het vuur heen naar Miles en mij. 'Mocht ik niet meer terugkomen, maken jullie dan het vuur uit?'

'Doen we,' antwoordt Miles.

Broer en zus verdwijnen het huis in en dan zijn we nog maar met z'n tweeën. Miles staat op uit de witte plastic kuipstoel waarin hij de hele avond gezeten heeft en schuift bij mij op het houten bankje dat ik met Dusty heb gedeeld.

Samen staren we een tijdje zwijgend in de vlammen. Dan rekt Miles zich uit en met een glimlach besef ik dat hij de klassieke bioscooptruc uithaalt: hij grijpt deze kans aan om zogenaamd heel subtiel zijn arm achter me over de rugleuning te leggen. Wat schattig.

Dan pas dringen mijn eigen gedachten tot me door. Schattig? Bioscooptruc? We zijn geen stelletje en dat gaan we ook niet worden ook.

Daar lijkt Miles echter heel anders over te denken. Zijn arm raakt de bovenkant van mijn rug lichtjes en hij legt een hand op mijn blote bovenarm.

Het is alsof mijn huid smelt onder zijn vingers. Wat moet ik nu doen? Ik weet zeker dat ik hem kwets als ik hem van me af schud en dat wil ik niet. Ik was juist zo blij met onze vriendschap.

'Heb je een fijne avond gehad?' doorbreekt Miles' stem de chaos in mijn hoofd.

'Ja. Jij?'

'Ik ook.'

'Mooi zo.' Nog meer stilte volgt, tot ik ergens aan herinnerd word. 'Wat bedoelde je daarstraks?'

'Wanneer?'

'Toen we uit de auto stapten. Je zei dat... Laat maar. Ik hoef het niet te weten. Het is goed zo.' Stomme trut dat ik ben. Ik wil niks tussen ons verpesten. Laat ik dan vooral niet beginnen over iets als de dingen die hij leuk aan me vindt.

'Ik kan honderd dingen opnoemen die ik leuk vind aan jou.'

Dus hij weet waar ik het over had. 'Miles...'

'Kijk niet zo moeilijk.'

Ik wend mijn blik af. 'Ik wil niet dat je gevoelens voor me hebt. Of krijgt. Of wat dan ook.'

Zijn linkerhand veegt een pluk haar uit mijn gezicht. 'Waarom niet?'

'Omdat ik niet blijf. Er komt een moment dat ik weer terug naar Nederland moet en –'

'Alleen al het feit dat je over de afstand begint en niet over of je zelf iets van gevoelens hebt, zegt eigenlijk al genoeg. Clio, sinds onze avond samen kan ik alleen nog maar aan jou denken. Zeg me alsjeblieft dat het andersom ook zo is.' Zijn grote bruine ogen kijken me smekend aan.

De snelweg naar mijn hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu