16

104 6 0
                                    

Het duurt uren voor Dusty weer een teken van leven geeft. Na het ontbijt verlaat ik Miles' appartement om terug naar mijn opa te gaan. Kennelijk heeft Miles hem op de hoogte gebracht van mijn ongeplande logeerpartij van vannacht. Gelukkig maar, anders was hij vast woedend geworden.

Ik spendeer de hele middag in de winkel achter mijn laptop omdat ik opa beloofd heb vandaag verder te werken aan de Facebook-pagina. In de winkel is het tenminste lekker rustig en er is airco, wat het een prima plek maakt om rond te hangen. Pas nadat ik na het eten heb geholpen met het afruimen van de tafel ontvang ik een berichtje van Dusty.

Dat was de belabberdste kater die ik ooit gehad heb. Hoe is het met jou?

Ik typ terug. Prima. Vanmorgen wat hoofdpijn gehad, maar nu top. Heb je tijd/energie om samen in een auto te gaan zitten?

Dusty stuurt terug dat ze over vijf minuten buiten is, dus ik loop alvast de voordeur uit. Op de oprit van de buren blijf ik wachten. Na een tijdje gaat de deur open en komt Dusty naar buiten met een enorme zonnebril op haar hoofd. Verder draagt ze een lichtroze crop top en gebleekte hotpants.

'Hoe voel je je nu?' informeer ik.

'Bwah,' doet Dusty bij wijze van antwoord. 'Kon beter. Mijn auto of eentje van je opa?'

'Doe jouw auto maar. Daar ben ik nu al een beetje aan gewend.'

Dusty haalt haar autosleutels tevoorschijn en geeft die aan mij. Na drie dagen van opa's huiswerk begint het al vertrouwder te voelen om de auto van het slot te halen en achter het stuur plaats te nemen. Met de sleutelbos in mijn hand staar ik door de voorruit.

Ik zie geen Alice meer. Dit keer zie ik dansende jongens in een volgepakte club. Mijn hart is nog niet ondersteboven van mijn nieuwe levensvisie, maar verstandstechnisch is het een hele goede oplossing. Ik kan ervaring opdoen op seksgebied en van alles leren over de liefde zonder er zelf echt in verzeild te raken. Dat kan dan helpen mijn zelfvertrouwen op te krikken, waardoor ik op een dag genoeg van mezelf kan houden om dat ook van iemand anders te doen. Het is perfect. Nu alleen het gevoel nog. Alles in me schreeuwt dat dit zó niet mijn ding is.

'En, ben je er al bijna klaar voor om de motor te starten?' wil Dusty weten.

'Misschien, maar ook dat zal ik waarschijnlijk heel langzaam moeten doen. Rationeel gezien weet ik wel dat de kans klein is dat ik zal meemaken of veroorzaken wat er met Alice is gebeurd, maar toch denkt mijn lichaam nog steeds dat het geen goed idee is om mij in een auto neer te zetten.' Weer iets wat kan bijdragen aan het opbouwen van mijn zelfvertrouwen; ik moet verdomme gewoon eens een keer gaan rijden.

'Wil je het proberen? We hoeven nergens heen te gaan, we kunnen gewoon hier stil blijven staan.'

'Is goed.' Bij het uitspreken van die woorden voel ik het zweet al in mijn handen springen, maar ik weet dat ik dit moet doen. Ik kan me niet de rest van mijn leven blijven verschuilen achter dit onzekere meisje dat niks kan en nergens goed voor is. Sterker nog: als ik dat doe, zal ik dit leven niet veel langer meer blijven trekken. Dan kom ik misschien alsnog op dat punt dat ik er zelf een eind aan maak. Ik moet nu iets doen om mezelf te helpen, ook al vind ik het doodeng.

'Stap één: steek de sleutel in het contact, maar draai 'm nog niet om.'

Ik ben blij dat Dusty zo begripvol is. Dat ze uit zichzelf al hele kleine babystapjes met me neemt, zonder dat ik daar om hoef te vragen. Met een trillende hand breng ik de sleutel naar het contact. Ik pruts het ding in het gaatje en laat dan meteen los. Ergens verwacht ik dat er een druppel zweet van het uiteinde van de sleutel zal vallen, maar dat gebeurt niet.

'Heel goed,' prijst Dusty me. 'Weet je waar de rem zit?'

Fronsend kijk ik naar de twee pedalen bij mijn voeten. 'Waar is de koppeling?'

De snelweg naar mijn hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu