Hoofdstuk 11

67 7 0
                                    

Will liep met een lekkere warme kop koffie met honing van kok Buick het kantoor van baron Arald binnen. Om zijn arm zat een vers verband en uit zijn hut had hij een reservemantel gehaald, die nu gepromoveerd was tot zijn standaardmantel.

Toen hij kasteel Redmont binnenreed was hij nog chagrijnig geweest van zijn tocht van die dag. Niet alleen was hij gewond geraakt, maar zijn mantel was ook nog eens verbrand en door de brand en de felle wind was hij het spoor van de ontvoerders kwijtgeraakt. Al met al frustrerend.

En dan had hij ook nog eens die dorpelingen bij elkaar moeten roepen om de brand te blussen. Ze waren er niet gelijk van overtuigd dat die man zonder Jagersmantel met een verband om zijn arm een Jager was en dat ze dus naar hem moesten luisteren. Na uitgebreid zwaaien met zijn eikenblad, zijn reputatie gebruiken als beroemde Grijze Jager en simpelweg dreigen om de belangrijkste protesteerders in de gevangenis te gooien, had hij het dorp uiteindelijk zover gekregen dat ze een kwartier lang achter hem aan door het bos heen liepen om de brandende toren en het grasveld te blussen.

Gelukkig deed Buicks koffie wonderen voor zijn humeur. Jaren van werken als kasteelkok van Redmont hadden kok Buick laten wennen aan de vreemde gewoonte van de Jagers die in dat leen rondliepen: honing in koffie doen. Zelf vond Buick het helemaal niets, maar na wat uitproberen dacht hij dat hij eindelijk de goede verhouding tussen koffie en honing had gevonden. De Jagers liepen er tenminste altijd verlekkerd mee weg. Buick had ze er in ieder geval niet meer op betrapt dat ze er zelf nog extra honing bijdeden. Al kon je je natuurlijk afvragen hoeveel dat zei over de kwaliteit van de koffie. Jagers zagen immers elk kopje enigszins fatsoenlijk gezette koffie als een geschenk uit de hemel.

En met zijn kop koffie liep Will Aralds kamer binnen.

'Ah, je bent er,' zei die. 'Je bent eng stil. Ik rook de koffie voordat ik jou zag.'

'Koffie is dan ook een bijzonder duidelijke geur.'

'Wat ik me altijd afvraag,' zei Arald, 'als er iemand koffie zou stelen, zouden jullie Jagers die koffiedief dan al ruikend op weten te sporen, als een soort speurhonden?'

Will keek dodelijk serieus. 'Hij zou geen vijftig meter ver komen.' Hij hield maar voor zich dat een paar derdejaars Grijze Jager-leerlingen een keer de examenopdracht hadden gekregen om een kop koffie van een Jager weg te pakken zonder dat die het merkte. De examenresultaten waren dat jaar zo slecht geweest dat ze maar een opdracht voor een herkansing hadden bedacht.

'De ontsnappingspoging zou nog minder goed gaan als er honing in de koffie zat,' merkte Will op.

Arald schudde zijn hoofd. 'Ik zit al bijna veertig jaar met jou en Halt opgescheept, maar nooit heb ik ook maar de neiging gehad om die gewoonte over te nemen.' Hij realiseerde zich dat Will op het punt stond om een redevoering te houden over de voordelen van honing in koffie en besloot hem op tijd af te kappen. 'Je bent vast hierheen gekomen om andere dingen dan koffie.'

'O, Buicks koffie was zeker een factor. Maar inderdaad, ik wilde weten of de losgeldeis al is aangekomen?'

'Nee.'

Will nam een slok koffie. 'Hmm. Ik had hem vanavond ergens verwacht. Ik blijf nog even hier, voor als hij toch nog aankomt.'

'Prima,' zei Arald. 'Heb je eigenlijk al wat gevonden?'

'Ik had ze bijna, maar ze zijn net ontsnapt,' antwoordde Will. 'Zou je Philip kunnen laten halen? Ik wil zeker weten dat het de ontvoerders waren.'

Arald knikte. Hij liep de kamer uit om de opdracht aan een bediende door te geven en kwam toen weer terug in de kamer. 'Hoe ging het eigenlijk vandaag met Philip?' vroeg hij aan de Jager.

Grijze Jager - De verbrande mantelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu