11

1 0 0
                                    

"Prima, maar dan nemen we onze spullen mee. Dan kunnen we meteen een uitgang zoeken."

"Deal."

Thomas zat op de vloer, waar eerst de slaapzakken lagen. Loes had ze al opgeruimd toen de jongens weer bovenkwamen. Haar overhalen was een hele klus, maar ze had eindelijk gezegd nogmaals mee te gaan in de fabriek. Langzaam stond Thomas op en liep hij naar de hoek van de kamer, waar de oplader van de batterijen lag. Het lampje knipperde nog. Ze hadden er nog niet lang genoeg ingelegen, maar het maakte niet uit. Als ze nu echt op zoek zouden gaan naar een uitgang zouden de extra batterijen het wel volhouden. Hij reikte met zijn hand naar de batterijen om ze eruit te trekken. Het lampje ging nu helemaal uit. Thomas wikkelde de snoer van de stekkerdoos om de stekkerdoos heen en haalde de batterijen uit het opladerdoosje. Hij schoof ze in het voorzakje van de rugzak van Thierry, waar Loes net een zak sla in had gestopt. Thierry was de slaapzak van Loes aan haar tas aan het binden. Het was doodstil. Thomas keek rond en ritste het voorzakje dicht. Had de rest door dat hij iets verzweeg? Hij had hen nog niet verteld over Alys. Over hoe ze dat enge liedje zong en de pop vasthield. Over hoe het muziekdoosje er het ene moment wel stond en het volgende moment weer weg was. Thomas fronste. Moest hij het vertellen? Het was belangrijke informatie, maar hij was bang voor de reacties. Hij zuchtte. Alys. Hij keek naar haar spullen. Haar tas was nog leeg. Bijna alle spullen die zij in haar tas had zitten en de jongeren nog nodig hadden waren verdeeld over de drie tassen van Thomas, Thierry en Loes. Haar rugzak en slaapzak waren de enige spullen die ze apart hadden liggen. In haar rugzak zaten nog kleren, een pyjama en een toilettas.

"Wat doen we daarmee?" Thomas wees naar de tas en slaapzak van Alys en keek de anderen aan.

Thierry keek er ook naar en beet op zijn lip. Loes haalde luchtig haar schouders op.

"We nemen het mee."

Thomas en Thierry keken tegelijkertijd naar de jongedame die nu in de hoek van de kamer de laatste etenswaren oppakte en ze meenam naar de tassen die in het midden van de kamer lagen.

"En wie gaat die dragen dan?" Ontsnapte er uit Thomas' mond.

Loes keek van Thomas naar Thierry en weer terug.

"Jij of Thier." Het bleef even stil.

In de seconde die een eeuwigheid leek te duren voor Thomas keken de drie elkaar alleen maar aan.

"Wat anders?" ging Loes verder, "Als we haar vinden en we hebben alleen onze spullen bij... hoe moeten we dat uitleggen? Hey, Alys, ja we dachten we vliegen er effe vandoor, maar laten jouw spullen liggen. Je was toch ineens foetsie verdwenen. Sorry meid, wij gaan nu. Zien we je buiten?"

Thomas beet op de binnenkant van zijn wang. Loes klonk beschuldigend en sarcastisch tegelijkertijd, maar ze had gelijk. Ze konden de spullen niet hier laten liggen. Hij haalde diep adem en opende zijn mond.

"Ik heb haar gezien."

Nu keken Thierry en Loes geschrokken naar hem. Thomas haalde zijn schouders op alsof het niets was.

"En je hebt haar niet mee terug genomen?" schreeuwde Thierry, waarna hij zijn hand voor zijn mond sloeg en even naar buiten keek, "Sorry," fluisterde hij, "en je hebt haar niet mee teruggenomen?"

Thomas schudde zijn hoofd en keek de miezerige jongen onschuldig aan.

"Ze was weg voordat ik met haar kon praten."

Een blik van ongeloof was het enige dat Thomas terugkreeg. Een blik die wilde zeggen dat Thierry hem zag als leugenaar, als een watje. Hoe durfde hij. Hoe durfde hij zo te denken over Thomas? Hij moest eens naar zichzelf kijken, de klojo. Thomas keek weg van hem om een punt te maken. Hij hoefde de goedkeuring van een mietje niet. Hij keek naar Loes, die haar kussen in haar tas aan het proppen was. Haar ogen waren veel belangrijker. Haar vertrouwen was belangrijker. Wat dacht zij? Thomas zag het meteen. Zij geloofde hem wel.

Moulin du RoyWhere stories live. Discover now