Hoofdstuk 36

48 3 0
                                    

Met mijn vork prik ik in de aardappels die voor me liggen. Dit zal de laatste keer zijn dat we hier allebei dineren. Met moeite slik ik een hap aardappel door en werp ondertussen een blik op Thomas. Hij kijkt terug en werpt me dan een bezorgde blik toe.

Zachtjes fluistert hij dat ik moet eten, waarna ik lichtjes knik en weer voor me ga kijken.

Nadat ik met moeite alles heb weg gekregen sta ik meteen op en loop richting mijn slaapkamer. De gangen zijn even druk als altijd. Iets wat me op dit moment heel erg stoort.

Al snel kom ik aan in de gang van de slaapkamers en het laatste stuk naar mijn deur begin ik te rennen. Meteen houd ik mijn pasje voor de scanner en open de deur. Gelijk trek ik deze weer dicht en storm vervolgens de badkamer in.

Ik ga op de rand van het bad zitten en leg mijn hoofd in mijn handen. Langzaam beginnen de tranen te stromen en kan ik ze niet meer tegenhouden.

Het is niet eerlijk. Ik heb hier nooit om gevraagd, toch? Morgen is het allemaal voorbij en ga ik dood. Mijn schouders beginnen lichtjes te schokken en ik laat me helemaal gaan. Het liefst wil ik schreeuwen en alles slopen, maar dat zullen ze niet toestaan. Want mijn leven is blijkbaar mijn leven niet meer.

Twee weken geleden zat ik gewoon op school, had ik Daisy en had gewoon mijn normale leventje, maar dat is allemaal in één enkele dag veranderd.

Na mezelf een tijdje in de badkamer op te hebben gesloten veeg ik de tranen weg en ga ik mijn slaapkamer weer in. Even kijk ik rond om te zien of er iets is dat ik nu zou willen doen, maar ik zie niets.

Uit de kast haal ik dan maar mijn pyjama en ga naar de badkamer om te douchen en me klaar te maken voor de nacht.

Eenmaal terug in de slaapkamer doe ik meteen het licht uit en ga in bed liggen. Ik heb geen idee hoe laat het is, maar ik wil dat deze dagen gewoon zo snel mogelijk voorbij zijn.

Door alle stress en vermoeidheid val ik al snel in slaap. Ik probeer me weer voor te stellen hoe mijn leven er anders uit had gezien. Een flauwe glimlach verschijnt op mijn gezicht als ik weer even aan mijn ouders denk. Misschien hadden ze nooit echt tijd voor mij, ik zou ze nu het liefst gewoon bij me hebben.

Nog voor de wekker alweer afgaat ben ik wakker. Door de spanning die gisteren opeens erger was dan ooit ben ik een beetje misselijk.

Ik heb nog een half uur voordat ik eigenlijk op hoor te staan, maar omdat slapen toch niet meer zal lukken knijp ik mijn ogen tot spleetjes en ga naar het lichtknopje.

Daarna zet ik mijn wekker alvast uit en ga naar de badkamer voor een lange douche en om me alvast klaar te maken voor vandaag. Dan zal ik ongeveer nog iets meer dan twintig minuten hebben voor het ontbijt.

Tijdens het ontbijt heerst er in de hele zaal een gespannen sfeer, bij ons, maar ook de begeleiders lijken er last van te hebben.

Wanneer iedereen klaar is met eten gaat Vince voor onze tafel staan. 'De eerste test is over een half uurtje. Tussen de eerste en de tweede test zit een half uur pauze. We zien jullie graag over een half uur in de gang waar ook de sportzaal is.' Zijn gezicht staat blij. Hoe kan hij vandaag nou blij zijn?

Ik schuif mijn stoel naar achter en loop daarna de eetzaal uit. In onze woonkamer laat ik me zakken op de bank en staar voor me uit. Al snel hoor ik Thomas de kamer inlopen en laat hij zich vallen op de bank.

'Klaar voor?' vraagt hij zuchtend.

'Ik denk niet dat je hier ooit klaar voor kan zijn. Nog voor vanmiddag is één van ons misschien weg.' Met mijn vingers pak ik een klein pluisje van mijn broek.

Na iets minder dan een half uur kijken we beiden naar de klok en staan zonder iets te zeggen op. In stilte lopen we onze woonkamer uit en doen even later de deur open richting de gangen.

Er wordt meer gestaard dan normaal, maar ik probeer me er niets van aan te trekken.

Meteen wanneer we in de gang van de sporthal aankomen zie ik Nick, Vince en Rob al staan. Wanneer we bij ze zijn zegt Vince: 'Ah, hallo. We gaan nu verder het gebouw in en we zullen uitkomen bij de uitgang. Hier krijgen jullie beide de kans om hier weg te gaan. Volg mij maar.' Meteen begint hij weer te lopen en wij volgen hem.

De kans om te ontsnappen? Dat is onmogelijk, dan zou dit alles voor niets zijn geweest. Is de test misschien om te kijken hoe dapper je bent? Of misschien kijken ze alleen maar of je hier blijft en loyaal bent, al is dat niet helemaal verdient.

Ik slik de brok in mijn keel weg en probeer ondertussen alles te onthouden, zodat ik voor de volgende keer de ontsnappingsroute uit mijn hoofd ken, maar het is onmogelijk. Er zijn te veel zijgangen en deuren om ook maar iets meer te kunnen onthouden dan de eerste bocht.

Het voelt alsof we al minstens vijf minuten aan het lopen zijn, maar waarschijnlijk is het minder. Als we uiteindelijk in een doodlopende gang aankomen weet ik dat dit het moet zijn. We gaan door de deur aan het einde van de gang en komen in een kleine hal terecht.

'Achter deze deur ligt de uitgang. Straks wordt de deur geopend en mogen jullie in de deuropening staan. Ik doe de deur open en dan mogen jullie alvast klaarstaan.' Vince loopt naar de deur en doet deze open.

Erachter ligt een grote parkeergarage en bij het stuk waar je omhoog kan is duidelijk een grote strook blauwe lucht te zien. De kou komt ons al snel tegemoet.

Wat nu? Dit is veel te makkelijk als we echt mochten ontsnappen. Het moet wel zijn dat we juist moeten blijven staan.

Ik voel dat Thomas naar me kijkt en ik draai mijn gezicht in zijn richting. In zijn ogen staat een vragende blik, die ik beantwoord door zachtjes "nee" te schudden. Ik krijg een flauwe glimlach en een kort knikje terug.

Na een tijdje zo te hebben gestaan komt Vince weer aan het woord. 'Dat was het. Ik doe de deur weer dicht.' Thomas en ik doen automatisch een stap naar achter wanneer Vince voor ons gaat staan en de deur weer sluit. 'Beide zijn jullie geslaagd voor deze test. Nu worden jullie meegenomen naar jullie slaapkamers. Daar komen jullie niet meer uit, want over een haf uur is daar het laatste onderdeel en zullen we weten wie van jullie heeft gewonnen.'

Opgelucht haal ik adem. Nog maar één kleine test en al deze waanzin is eindelijk voorbij. Misschien begint het dan pas, maar daar komen we snel genoeg achter.  

CriorWhere stories live. Discover now