Hoofdstuk 35

36 4 2
                                    

Thomas en ik zijn ondertussen allebei klaar met onze test. Hij is naar mijn kamer gekomen toen hij klaar was, waarna ik er al snel achter kwam dat het bij hem minder goed ging.

'Hoeveel had jij er?' Hij lijkt een beetje gespannen.

'Ik denk zes of zeven? Ik weet het niet meer zo goed. Jij?'

'Drie.' Hij staart naar de grond en begint een beetje aan zijn nagels te pulken.

'We hebben nog drie testjes zoals deze. Dat het nu niet zo goed ging betekent niet dat je er meteen uit ligt,' probeer ik hem gerust te stellen.

Er klinkt een zucht. 'Dat is waar,' geeft hij toe.

We hebben nog ongeveer twee uur en veertig minuten tot de tweede test van vandaag begint. Geen van beiden weten wat we kunnen verwachten en al zijn deze tests nog zo makkelijk, de stress is vooralsnog heel hoog.

Ik zet mezelf af van mijn bed en pak mijn boek weer uit de kast. Niemand van ons lijkt nog wat te gaan zeggen, dus is het tijdverspilling om daar te zitten en niets te doen.

Het boek neem ik mee naar mijn bankje en ga zitten. Ik sla het boek open op bladzijde 24 en begin met lezen.

De stilte die om ons heen hangt is prettig, maar aan de andere kant ook bloedirritant. Ik zit hier volgens mij al bijna twee weken en nog steeds zit ik binnen, zonder ramen, zonder de gewoonlijke geluiden en zonder normale mensen, buiten Thomas dan.

Mijn gedachten zet ik aan de kant en ga weer verder met lezen. In mijn ooghoek zie ik hoe Thomas zich naar achter laat vallen en naar het plafond staart.

Na een half uur ben ik er wel weer klaar mee. De laatste tijd gaan mijn gedachten alle kanten op en kan ik me nauwelijks concentreren.

Wanneer ik opsta en mijn boek terugzet komt Thomas ook overeind. 'Ik ga naar de woonkamer. Als je wilt mag je hier blijven, maar dan laat ik de deur wel op een kiertje.' Mijn pasje pak ik alvast van mijn bureau en kijk Thomas aan.

Hij springt van het bed en komt me achterna. 'Ik ga wel mee.' Op zijn gezicht staat een vage glimlach.

'Prima,' is mijn enige antwoord.

Ik ga naar de deur en haal deze van het slot en maak deze open. Thomas gaat als eerst de gang in en ik volg, waarna ik de deur weer achter me dichttrek.

In stilte vervolgen we onze weg richting de woonkamer. Eenmaal daar aangekomen trekt Thomas de deur open en laat ons binnen. Het is redelijk druk hierbinnen, maar gelukkig is ons gedeelte helemaal stil.

Samen lopen we ons gedeelte binnen en Thomas springt over de rugleuning op de bank. Meteen grijpt hij de afstandsbediening en zet de televisie aan.

'Wat wil je kijken?' vraagt hij.

'Kies jij maar,' antwoord ik.

Hij begint te zappen tussen de zenders en ik ga in de hoek van de bank zitten, omdat dat het meest knusse plekje is.

Om precies drie uur zie ik Nick, Vince en Rob door de deur van de woonkamer komen. Ik ga iets rechter op zitten als ze er bijna zijn en draai me om.

Wanneer ze eenmaal binnen zijn draait Thomas zich ook om en zet de televisie uit. 'Ga maar staan. Jullie krijgen beide een blinddoek om en je moet je begeleider blindelings vertrouwen. Probeer te ontspannen en werk gewoon mee,' zegt Vince.

Thomas en ik staan op en lopen om de bank heen en gaan naast elkaar staan. Nog één keer kijken we elkaar aan wanneer Nick en Rob naar ons toe komen lopen met twee zwarte doeken.

Enkele seconden later is alles donker en voel ik hoe mijn arm vast wordt gepakt en ik langzaam in beweging kom. Mijn eerste reactie is mijn armen vooruit doen, maar dat is waarschijnlijk niet de bedoeling. Een beetje bang doe ik mijn armen weer naar beneden en loop met Nick mee.

Nadat we door de eerste deur zijn gegaan gaan we naar rechts, dus niet naar de slaapkamers. Na een eerste bocht snap ik het al niet meer, omdat mijn hele hoofd gedesoriënteerd raakt. Ik zou toch zweren dat er hier een muur stond.

Proberend niet tegen te stribbelen loop ik door. Achter me hoor ik nog twee paar voetstappen, die van Thomas en Rob kunnen zijn.

Na een tijdje te hebben rondgelopen stoppen we opeens en gaan we vervolgens door een deur. We gaan naar binnen en aan het holle geluid te horen moet dit de gymzaal zijn.

We lopen nog een paar meter en daarna word ik op iets dat aanvoelt als een trampoline geplaatst.

'Spring drie keer en spring daarna recht naar voren,' hoor ik naast me. Na een keertje te hebben geslikt begin ik et springen. Eén, twee, drie! Zonder te weten wat me te wachten staat spring ik naar voren en merk tot mijn verbazing dat ik op een mat land. 'Doe je blinddoek maar af.'

Meteen trek ik het ding van mijn hoofd en moet even wennen aan de felle lichten. Naast me hoor ik een plof, als teken dat Thomas naast me is neergekomen.

Dit waren dus de testjes van vandaag. Hopelijk ging de tweede bij Thomas wel beter dan de eerste, maar ik denk dat het wel goed zit. Bij de tweede hoefde je alleen te volgen zonder al te veel tegen te stribbelen en hij weet wat er op het spel staat.

'Jullie mogen nu weer gaan,' hoor ik de stem van Vince zeggen.

Een gaap ontsnapt uit mijn mond wanneer ik door de gang terug naar de woonkamer loop. Ik wil gewoon even rustig op de bank hangen en niets doen, zodat ik eindelijk een keertje echt rust heb. En dat mag ook wel, omdat morgen misschien mijn laatste dag is hier of juist het begin van ongetwijfeld nog drukkere dagen.

Thomas komt bij me zitten in de woonkamer. Deze twee dagen lijken we beide te begrijpen dat we elkaar nodig hebben. Zonder elkaar gaan we het waarschijnlijk niet redden, maar toch moeten we morgen al afscheid nemen.

Ik voel een arm om mijn schouder en ga dichter tegen hem aan zitten.

Mijn gedachten liggen bij morgen en wat er daarna zal gebeuren. In een paar dagen is Thomas een steeds betere vriend geworden, maar dat is misschien omdat we beide een goede vriend hebben verloren. Ik zou het niet over mijn hart krijgen als Thomas weg moet doordat ik net iets beter was, maar ik heb Zoë ook een belofte gemaakt. Twee tegenstrijdige keuzes en ik weet niet welke de juiste is.  

CriorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu