🌻Hoofdstuk 23.🌻

2.5K 53 9
                                    

Pov. Emily.
Als school is afgelopen ga ik eerst langs mijn kluisje om mijn boeken eruit te halen en daarna ga ik naar Nathans huis. Onderweg zie ik Amy lopen, oh nee, hopelijk ziet ze me niet. Helaas, ze ziet me lopen en komt met een grijns op me af. 'Hey lelijkerd, hoe gaat het? Lekker onderweg naar de brug waar je onder woont?' Ze lacht zich door haar eigen opmerking helemaal krom. Ze moest eens weten, ze zou sterven van jaloezie als ze wist dat ik woon bij de jongen waar zij stapelgek op is. Ik zou haar zoveel dingen kunnen zeggen waardoor ze zich zo rot zou voelen, maar in plaats daarvan rol ik met mijn ogen en loop verder naar Nathans huis. 'He! Trol! Loop niet zo maar van me weg!' Ik bijt mijn kiezen op elkaar. Niks zeggen, gewoon doorlopen. Niks zeggen, gewoon doorlopen. Ze komt weer naast me lopen en slaat een arm om me heen. 'Zou je misschien weer terug willen komen? Zo ja, jammer dan, er komt al een veel leuker iemand in jou plaats.' Ze geeft me een duw vanachter waardoor ik voorover op de grond val. Ik schaaf met mijn handen en knieën over de grond. Mijn knieën zijn niet beschadigd, maar mijn handen zijn opengeschaafd. Ik sluit mijn ogen om de tranen tegen te houden. Ze pakt mijn tas van mijn rug en gooit hem op straat. Daarna pakt ze mijn jas en gooit hem in een plas, gelukkig zit de telefoon in mijn broekzak. Ik sta op en de iPhone valt eruit op de grond. 'Hoe kom je daar nou weer aan?' Vraagt ze verbaast als ze de telefoon ziet. Ze bukt om hem op te pakken, maar ik ben haar voor en gris hem vlak voordat zij hem kan pakken van de grond. Ik druk hem tegen mijn borst en ga voor haar staan. 'Laat me gewoon met rust.' Zeg ik en probeer me sterk te houden, maar mijn stem breekt toch een beetje. Dat is het moment dat ik me besef dat mijn tas nog op de weg ligt. Ik ren de weg op en raap al mijn spullen bij elkaar, alle boeken liggen verspreid over de weg. Ik hoor een auto toeteren en schrik op. Ik schuif naar achter en zie dat een auto vlak voor me stopt. Ik hoor Amy's lach nog terwijl ze wegloopt. Nathan stapt uit de auto en komt op me af gerend. 'Emily, wat doe je?!' Hij pakt me op en zet me op mijn voeten neer. Ik voel de tranen weer omhoog komen. Nathan pakt al mijn spullen van de weg en legt ze op de achterbank ban zijn auto. Hij komt weer op me af en kijkt me verbaast aan. 'Waar is je jas?!' Hij trekt zijn jasje uit en legt hem over mijn schouders. Het is een leren jasje met bont aan de binnenkant, hij is warm en lekker zacht. Hij kijkt om zich heen en ziet mijn jas in een plas zitten. Hij pakt mijn jas, wringt hem uit en legt hem ook achterin de auto. Ik blijf hem de hele tijd aankijken en beweeg me niet. 'Kom op, we gaan naar huis.' Zegt hij en stapt achter het stuur. Wat hij zegt dringt niet tot me door en ik blijf staan. Ik hoor niet bij Nathan te wonen, ik verdien het niet om door zijn familie zo te worden geholpen, ik zou inderdaad onder een brug moeten wonen. 'Emily?' Nathan stapt uit de auto en komt op me af. 'Aarde aan Emily.' Zegt hij en zwaait voor mijn gezicht. Hij zucht en pakt me op in bridestyle, ik weet niet waarom maar dit voelt vertrouwd. Ik pak zijn trui vast en steek mijn hoofd in zijn nek. Nathan wilt me in de auto zetten, wat niet echt gaat aangezien ik hem niet loslaat. 'Emily, wat is er?' Vraagt hij lief. Hij streelt met een hand door mijn haar. 'Ik verdien dit niet, ik verdien het niet om bij jou en je ouders te wonen, ik verdien het niet om zo een goed leven te hebben, Amy heeft gelijk, ik verdien dit alles niet.' Zeg ik. Hij pakt mijn hand en geeft er een kneepje in die goed bedoelt is, maar het doet alleen maar zeer. Ik maak een sissend geluidje en trek mijn hand weg. Hij kijkt me vragend aan en pakt mijn hand terug vast. 'Wat is er gebeurd?' Vraagt hij als hij de schrammen ziet. 'Ik wil er niet over praten.' Zeg ik zacht en ga weer tegen hem aan liggen. Net als hij zijn mond open doet om iets te zeggen zien we een flits en begint het zachtjes te regelen. 'Laten we naar huis gaan.' Zegt hij en zet me op de bijrijdersstoel. Daarna doet hij de deur dicht en gaat achter het stuur zitten. Hij rijd naar huis en legt zijn hand over de mijne. Dit voelt goed. Ik trek zijn jasje nog wat meer om me heen en leg mijn hoofd tegen het raam. Als ik de donder hoor schiet ik overeind. 'Rustig maar, het is maar onweer.' Zegt hij grinnikend en streelt met zijn duim over mijn hand. 'Weet ik.' Zeg ik zacht en leun weer tegen het raam. Ik sluit mijn ogen en luister naar de regen. Als de auto tot stilstand komt open ik mijn ogen en zie ik dat we in de garage zijn. Ik stap uit en wil mijn spullen van de achterbank pakken als Nathan me tegenhoud. 'Laat mij maar.' Waarom is hij zo aardig? Hij pakt mijn spullen en leid me naar binnen. 'Amanda, kunt u haar jas wassen, dank je.' Zegt hij en drukt mijn natte jas in de handen van de vrouw waarvan ik denk dat ze de schoonmaakster is. Daarna pakt hij mijn hand en trekt me mee naar zijn kamer. Hij zet me op zijn bed neer en kijkt naar de schrammen op mijn handen. 'Dat komt vanzelf wel weer goed.' Hij probeert me in mijn ogen aan te kijken, dus kijk ik naar beneden. Hij zet zijn wijs en middelvinger onder mijn kin en duwt hem omhoog zodat ik hem wel aan moet kijken. 'Wat is er gebeurd?' Ik zucht en vertel hem alles wat Amy net heeft gezegd en gedaan.

The Badboy's Home (VOLTOOID)Where stories live. Discover now