🌻Hoofdstuk 11.🌻

2.8K 51 5
                                    

Pov. Emily.
Als ik beneden aankom zie ik dat alleen Amy en Stan naast de deur staan. Ik loop erheen en wil net vragen of ik erlangs mag als Stan begint te praten. 'Tot nooit meer ziens, kneus.' En hij geeft me nog een rake stoot tegen mijn neus.

Meteen begint mijn neus te bloeden. Ik mompel zacht wat maar ze horen me niet, beter. 'Waar ga je nu heen nerdje? Naar je mammie? Ohw wacht, die heb je niet!' Zegt Amy waarna zij en Stan hard beginnen te lachen. Ik rol mijn ogen en wacht tot ze weg gaan zodat ik weg kan. 'Emily, wat doe je hier nog?!' Roept een leidster achter me. Ik draai me om en zie dat ze op ons af komt lopen. Amy en Stan gaan onschuldig aan de kant staan om te zien wat er gaat gebeuren. De leidster pakt mijn eerste koffer, opent de deur en gooit hem naar buiten. Zodra hij de grond raakt springt ie open en verspreiden alle spullen zich over de grond. Ik wil er naar toe rennen, maar Amy en Stan pakken mijn armen vast. De leidster pakt mijn tweede koffer en gooit die erachteraan. Ze stapt grijnzend op me af en pakt de rugzak van mijn rug en de sporttas van mijn schouder. Ze gooit ze naar buiten en daarna seint ze naar Amy en Stan. Die lopen naar de deur waardoor ik ook word meegetrokken. Als we in de deur opening staan laten ze me los. Ik kijk naar mijn kleren die verspreid over straat liggen. Mijn mond valt open. Alles licht door de straat verspreid door de wind die precies nu moest komen. Ik ben even in trans en het duurt dan ook even voordat mijn hersenen kunnen registreren wat er gebeurd. Blijkbaar kreeg ik een duw van Amy of Stan waardoor ik viel, en daardoor viel ik van het trapje af, zo de stoep op. Ik krijg tranen in mijn ogen doordat ik met mijn rug op het randje van de straat viel. Ik kijk nog één keer gebroken naar het drietal in de deur opening. Daarna pak ik de eerste koffer en stop alle spullen er terug in. Terwijl ik bezig ben hoor ik de deur dichtslaan, maar ik besteed er geen aandacht aan.

Als ik eindelijk al mijn spullen weer terug in de koffers en tassen heb sta ik op om op z'n minst hier weg te komen. Ik sta op en hijs de rugzak op mijn zere rug. De sporttas hang ik over mijn schouder wat mijn rug ook niet echt prettig vind. En de koffers rol ik achter me aan. Ik loop naar het einde van de straat. Althans, dat was mijn plan, want ik heb nog geen tien stappen gezet en het wieltje van de koffer breekt af. 'Fijn.' Mompel ik in mezelf. Ik draai de koffer om om te kijken of ik het wieltje er nog onder kan krijgen, maar hij is helemaal afgebroken. Top dit. Hoor het sarcasme. Ik ga niet ver komen op deze manier, dus ga ik op het stoeprandje zitten. Dan dringt het besef echt tot me door. Ik ben dakloos maar ze betalen nog wel mijn school! Waar heb ik dit aan verdiend? Ik heb geen huis, geen familie, geen vrienden. Oke dat laatste is niet helemaal waar, ik heb Amber. Dat is het! Ik bel gewoon Amber! Maar ik heb geen telefoon en weet ook haar nummer niet. Wacht ik heb werk! Ik kan daar heen! Shit die is al gesloten aangezien het woensdag is en al redelijk laat in de avond. De tranen ontstaan in mijn ogen. Ik houd ze niet tegen en ze vallen vrij over mijn wangen. Ik trek mijn knieën op en sla mijn armen eromheen. 'Kan dit nog erger?' Ik laat mijn hoofd op mijn knieën vallen. En alsof het universum me hoort, en haat, begint het te regenen. En niet zo een klein beetje ook, nee, gewoon honden weer. Snel sta ik op en ren naar het bushokje aan de overkant van de straat.
Als ik daar in sta zie ik dat ik in mijn haast mijn spullen aan de overkant heb laten staan. 'Shit.' Ik ren naar de overkant en pak mijn spullen. Ik ren weer terug maar met mijn lompigheid val ik op de straat. Ik kreun van de pijnscheut die door mijn lichaam schiet. Snel krabbel ik weer overeind en loop door naar het hokje voordat er verkeer aankomt. Nu ga ik op het bankje zitten en huilen.

Ik zit nu al een tijdje en hoor soms verkeer langskomen, maar ik besteed er geen aandacht aan. Ik hoorde ergens toen ik hier net zat nog een deur open gaan en dichtvallen maar het enige wat ik daarbij dacht was: "Welke gek zou er nu in hemelsnaam naar buiten gaan?". Nu leun ik tegen het glas van het bushokje en, hoe gek het ook is, ik val in een diepe, rustige slaap.

The Badboy's Home (VOLTOOID)Where stories live. Discover now