16. frustrerende ruzie

63 7 5
                                    

"Jacob!" Roep ik verontwaardigd als ik hem rechtop zie zitten. Ik ren de kamer binnen en ga aan zijn bed zitten. "Jacob, je bent wakker!" Mompel ik in mezelf nog steeds even verbaasd. Jacob kijkt me aan, het is een dode blik, emotieloos. Iets binnen in mij knapt en dan, dan kijkt Jacob zonder iets te zeggen weg. De andere kant op. "Jacob, het spijt me." Komt er zacht uit mijn hese keel. "Wat, wat spijt je Nes? Dat ik hier nu lig, door jou?" Vuurt hij terug met een pijnlijke nadruk op 'jou.' "Dat je Danny leuker vind dan ik, belangrijker!" schreeuwt Jacob vol woede nog steeds zonder mij een blik te gunnen. "Nee, nee, nee!" Schreeuw ik. Dit alles maakt me zo gefrustreerd! "Dat is het helemaal niet!" Roep ik gefrustreerd uit. "Wat!" Jacob draait zich met een vlugge draai om en kijkt me diep in mijn ogen aan. Hij brand door tot aan mijn ziel. "Wat Renesmee, wat is het dan wel?!" Hij noemt me nooit bij mijn naam altijd Nessie of iets maar nooit echt nooit Renesmee voluit. Het klinkt haast spottend, intermitterend! Ik voel me klein, gekwetst en zwak. "J-j-j-jake... I-i-ik.." Stamel ik zacht, bang voor een felle reactie. "Oh, 'Jake' me niet Renesmee." Zegt hij geïrriteerd wanneer hij zijn armen in de lucht gooit en met zijn ogen draait. "Zeg het me dan, zeg dat je hem leuker vind. Dat ik niet leuk genoeg voor je ben. Dat hij leuker is, dat je verliefd bent op hem." Telkens spuugt hij 'hem' of 'hij' uit. Hij mag Danny echt niet! "Maar Jacob," even ben ik stil. Ik kijk weg, weg naar buiten. Ik durf hem haast niet aan te kijken. "Ik houd van hem." Komt er met moeite uit mijn mond. Oh my god, ik kan niet geloven dat ik dit zojuist zei... Uit mijn ooghoek zie ik Jacob naar mij kijken. Zijn ogen staan op vuur. Mijn blik daalt, ik staar naar de grond. "I-ik ga..." Mompel ik zacht. Van Jacob klinkt alleen maar wat gegrom en daarna verlaat ik de kamer. Sjokkend loop ik naar huis. Wat een dag, wat een dag. Wat moet ik nu dan hé?! Jacob en Danny zetten me echt in een rare positie. Ik voel woede in me opborrelen. Ik begin te rennen. En te rennen. En nog maar te rennen. Waarheen? Geen idee, maar ik moet weg, echt weg.

Ik bijt nietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu