25 | Het hoofdbureau

Začít od začátku
                                    

De twee jonge filosofen kwamen dichterbij en knikten naar de groep. De vrouw sprak als eerst. "Hallo! Wij zijn de filosofen waar jullie om gevraagd hebben. Als het goed is denken jullie dat er een elf is in deze stad?", vroeg ze met een hint van amusement in haar stem, en keek ze allemaal een voor een aan.

Hilf knikte. "We weten niet precies wat ze is, maar op dit moment is het vermoede inderdaad dat ze een elf". De twee filosofen gaven elkaar een betekende blik. Niko ving het op en liet het ook niet gaan. "Wat is er?", vroeg hij beschuldigend en kreeg meteen een waarschuwende blik van Eirini.

De filosofen keken hem kort aan, voordat hun blikken over iedereen heen ging. "We... hebben al wat onderzoek gedaan naar jullie theorie...", begon de jonge vrouw. "En zijn tot de conclusie gekomen dat er simpelweg geen elfen meer bestaan".

De groep keek elkaar kort aan, voordat Hilf met zijn zware stem de stilte verbrak.

"Als dat klopt, hoe verklaar je dan de punt oren en wat we in het Colosseum hebben gezien?", vroeg hij, waarop de filosofen geen antwoord op leken te hebben bij het zien van hun bedenkelijke blikken. "Nou... dat moeten we dus nog uitzoeken", begon de jongeman. "We zouden het fijn vinden als we met iemand konden praten die er tijdens de gebeurtenis was".

Eirini knikte naar Niko. "Hij kan je precies vertellen wat er allemaal is gebeurd". Niko zuchtte, voordat hij met tegenzin naar de filosofen knikte. "Vraag maar raak", zei hij verveeld en ging vervolgens met ze naar de gang, waar ze een kamer ingingen met wat meer privacy.

Eirini wou net wat zeggen, als er dan weer door dezelfde wachter werd geroepen. "Hilf! Er is een gevangene gebracht!".

De leider van het hoofdbureau in Salome gromde en wuifde het weg. "Breng hem maar naar achter", zei hij kortaf en was al van plan om Gregor bij de bar te gaan vergezellen, als hij dan weer wordt tegengehouden.

"De krijgers die haar hebben gebracht zeggen dat ze iets weet over de vluchteling! Ze is vermoedelijk een familielid!".

Hilf keek om naar de nieuwsgierige ogen van vrouwe Eirini, waarna ze samen naar buiten liepen.

Buiten aangekomen zagen ze de trekkar waar de gevangene in opgesloten zat in de houten kooi en drie krijgers. De grootste van de drie stapte naar voren en knikte naar de elite krijgers. Hij haalde zijn medaille uit zijn zak en zo deden ook de andere twee. Ze lieten het aan de wachters zien.

"Ben lepo, krijger van de zesde rang, district acht", zei de gespierdste van de drie.

"Kekkin lepo, krijger van de zesde rang, district acht", stelde de dunste van de drie zich voor. Eirini's ogen schakelden verrast tussen de twee broers.

"Xiu graven, krijger van de zesde rang, district acht", zei de laatste uiteindelijk.

Hilf  knikte naar de trekwagen. "Jullie claimen dat de persoon die daar in zit iets te maken heeft met de gezochte?", vroeg hij terwijl hij er al op afliep en de rest, behalve de twee bewakers, gingen hem achterna.

"Dat klopt mijne heer. Ze heeft ook haar magie gebruikt om ons te hypnotiseren en liet ons geloven dat de gezochte niet in haar bar zat verstopt. Gelukkig duurde haar magie niet zo lang, dus gingen we snel terug, hebben haar opgepakt en zijn gelijk hiernaartoe gekomen", eindigde Kekkin trots zijn verhaal.

Hilf bleef abrupt stil staan, waarna Eirini per ongeluk tegen zijn rug botste. "Auw! Kijk eens uit!", zei ze beschuldigend en wreef op haar neus.

Hilf draaide zich om en keek de drie ongelofelijk aan. "Dus jij verteld mij dat jullie iemand hebben opgepakt waarvan jullie verdenken dat diegene de vluchteling in haar eigen bar schuilhoudt en dan hiernaartoe brengt, zónder eerst de bar te inspecteren?", ratelde hij met een veelte kalme stem.

Eudox | Boek 1 | De OntwakingKde žijí příběhy. Začni objevovat