De aanval

4 0 0
                                    

"Stomme draak," mompel ik. Ik rol me op en kruip tegen zijn warme huid aan. Een aangename, warme rilling trekt langs mijn ruggengraat. Finn komt wel weer terug, vertel ik mezelf. Maar het nare gevoel in mijn buik blijft.


De middag gaat tergend langzaam voorbij zonder Finn. Nu ik alleen ben is er niemand om me af te leiden van mijn constante zorgen en gedachten. Aan Kobe heb ik ook niet veel: hij slaapt al de hele dag. Ik sprokkel wat hout bij elkaar en steek een vuur aan. Ik gebruik een blauwe vlam in mijn hand om het hout te laten branden. Het voelt goed om magie te gebruiken. Mijn grootmoeder heeft me eens verteld dat ik verzwakt zou raken, of zelfs zou sterven als ik te lang geen magie gebruikte. Dat magie het hout is voor de vlam van het leven. Dat als ik geen hout meer had, mijn vlam zou doven. Nu begrijp ik pas wat ze bedoelde.

Als de schemer invalt en Finn er nog steeds niet is, begin ik me zorgen te maken. Ik kijk schichtig om me heen als ik een takje hoor knappen. Het voelt alsof duizenden kleine handen me aanraken, maar ik ze niet kan zien. Alsof duizenden ogen naar me staren, maar ik de lichamen die erbij horen niet kan onderscheiden. Allerlei scenario's spelen zich af in mijn hoofd. Finn is ontvoert door zijn gestoorde vader. Finn heeft me verraden aan de koning en de soldaten komen me ophalen. Ik twijfel tussen richting het dorp lopen om te kijken waar hij is en zo ver mogelijk hier vandaan vluchten. Ik kan me niet in het dorp vertonen zonder kap. Het enige wat ik heb is een hemdje en een gerafelde overgooier: de kleding die ik droeg op de zonnige middag toen ik van huis vluchtte.

Ik kijk naar mijn rok, die losjes om mijn benen bungelt en trek een lelijk gezicht. Ik draag liever broeken. Al komt de overgooier nu wel goed van pas. Met een snelle beweging scheur ik de onderkant van mijn rok eraf en vouw hem om mijn gezicht. Beschaamd denk ik aan mijn grootmoeder. Ze zou niet blij zijn om me zo te zien. Ik pak de twee uiteinden van de kap en knoop ze stevig vast.

Ik sluit mijn ogen en stel me voor dat er een blauwe vlam uit mijn handpalm komt. Een tintelend gevoel verspreidt zich langs mijn armen en een blauwe vlam ontstaat in mijn hand. De dansende vlam werpt grillige patronen op de donkere bodem van het bos.

Langzaam sluip ik tussen de bomen door. Ik vermijd zorgvuldig de kleine takjes op de grond. Iets achter me doet geen moeite de takjes heel te houden.

Met een ruk draai ik me om en slaak een zucht van opluchting als ik zie wat me achtervolgt. Het is Kobe. Hij snuift en een reusachtige vlam springt uit zijn neusgaten. Mijn ogen worden groot en ik zet een stap bij hem vandaan. Hij heeft vast een heleboel energie van dat schaap gekregen.

"Kobe," fluister ik. "Je kunt niet met me mee."

De draak gromt en zet een stap in mijn richting.

Wanhopig denk ik aan het dorp. Ik kan Kobe niet meenemen, dat is veel te gevaarlijk.

"Ik kom zo terug. Jij moet hier blijven."

Resoluut draai ik me om en been bij de draak vandaan. Ik versnel mijn tempo. Ik hoor voetstappen en laat mijn schouders hangen.

"Kobe!" sis ik. Maar Kobe is nergens te bekennen. Verschrikt draai ik me om. Links van me hoor ik voetstappen, luid in het stille landschap. Als verstijft blijf ik staan. Mijn hartslag bonkt in mijn keel. De voetstappen komen steeds dichterbij. Beelden van soldaten die mij meenemen, en aan de klokkentoren binden overmeesteren mijn geest. Al gauw vloeien de beelden over naar mijn moeder, met de zweep. Haar gezicht is lijkbleek en haar ogen zijn naar achteren gerold. Haar handen zijn veranderd in klauwen en ze slaat me, steeds harder. Ik slik het gal dat in mijn keel omhoog komt weg en zet mijn nagels in mijn hand. Een dun streepje bloed sijpelt naar beneden. De vlam likt opgewonden aan het bloed en verschroeit mijn huid. De pijn voelt goed. Het houd me helder.

Ik doof de vlam en sluip stilletjes richting het geluid. Ik móét naar Kobe zien te komen. De soldaten zullen hem vermoorden zodra ze hem tegen het lijf lopen.

Ik duik achter een struik en duw de bladeren zo zacht mogelijk opzij. Langzaam wennen mijn ogen aan het donker. Ik onderscheid de contouren van een persoon. Hij beweegt langzaam en heeft iets onder zijn arm.

Mijn hart slaat een slag over. Ik wil zijn naam roepen en sla verschrikt mijn hand voor mijn mond. Het is Finn. Ik wil naar hem toe rennen, maar iets weerhoud me daarvan. Ik sluit mijn ogen en luister aandachtig. In eerste instantie hoor ik alleen Finns voetstappen, een ritmisch geluid door het bos. Als ik beter luister hoor ik een tweede paar voetstappen, niet ver achter hem. Mijn ogen vliegen open en ik hap naar adem. De man achter Finn heeft brede schouders en een lange baard. Zijn snor eindigt in een krul. Een schok gaat door me heen. Ik herken de man ergens van, ik weet het zeker. Ik knijp mijn ogen samen. De man loopt gebukt en zijn handen zijn opmerkzaam puntig. Kobe!

Zachtjes kruip ik achter de struik vandaan en sluip richting de plek waar ik Kobe heb achtergelaten. Ik loop nu gelijk aan de man; er zitten maar een paar tientallen meters tussen ons. Ik versnel mijn pas om hem in te halen. De man doet hetzelfde. Op mijn hoede kijk ik naar zijn bewegingen. Hij sluipt Finns richting op. Zijn handen veranderen in lange, scherpe klauwen. Finn lijkt het niet op te merken. Met een schok besef ik wat de man van plan is.

"Finn!" schreeuw ik. Met een ruk draait hij zich naar me om, net zoals de man. Zijn weggerolde ogen speuren de omgeving af. Razendsnel draait hij zich om en graait met zijn klauwen naar Finns keel.

"Achter je!" gil ik. Finn draait zich om en deinst achteruit als hij de man ziet. Zijn ogen worden groot en hij struikelt achterover. De man stort zich op hem en boort zijn klauwen diep in Finns zij. Ik gil, maar de man lijkt er geen aandacht aan te besteden. Meedogenloos trekt hij Finn omhoog, bungelend aan zijn klauw.

Kobe verschijnt uit de duisternis en springt op de man af. Soepel ontwijkt de man de vlammen van de draak. Hij kijkt hongerig naar het rood geschubde beest.

"De koning zal trots op me zijn," rochelt hij. Ik zie iets glinsteren in het maanlicht en mijn adem stokt in mijn keel. Ik heb geen tijd om na te denken. Zo snel als ik kan ren ik op de man af. Mijn haren slaan in mijn gezicht. Stenen en scherpe takken snijden mijn voeten open. Alles lijkt heel langzaam te gebeuren, alsof ik droom. Ik werp me voor Kobe, net op het moment dat de man uithaalt. Zijn mes zinkt diep in mijn arm. Ik schreeuw. Een withete pijn verspreidt zich door mijn lichaam en maakt me duizelig. Verlamd van pijn val ik op de grond. In mijn ooghoeken zie ik Finn op de man afrennen. Hij haalt uit en stompt de man in zijn gezicht. Bloed gutst uit zijn neus. Dan schopt hij de man hard in zijn maag. Met een gezicht dat verwrongen is van razernij springt de handelaar overeind en zet zijn klauwen om Finns nek. Finn snauwt hem iets toe. De man verstrakt zijn greep. Een paarse kleur verspreidt zich over Finns gezicht en de aderen in zijn ogen zetten op. Ik wil wanhopig graag opstaan, maar de zijkanten van mijn blikveld worden zwart en ik zie steeds waziger. Ik strompel omhoog en val meteen weer op de grond. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe Finn de pinken van de man pakt en ze met een misselijkmakend gekraak naar achteren duwt. De handelaar schreeuwt het uit. Het is een akelige, rochelde schreeuw. Mijn nekharen gaan ervan overeind staan. De man draait zich naar me toe. Mijn hart schiet naar mijn keel als zijn naar achter gerolde ogen in me priemen. Hij lacht. Een ziekelijke lach die ik tot in mijn botten voel. Hij lijkt geen last te hebben van zijn verwondingen en springt woedend op me af.

Text copyright © Isegrimmm ™ 2019-

The moral right of the author has been asserted. All rights reserved. This story is publishes subject to the condition that it shall not be reproduced or retransmitted in whole or in part, in any manner, without the written consent of the copyright holder, and any infringement of this is a violation of copyright law. A single copy of the materials available in this story may be made , solely for personal, noncommercial use. Individuals must preserve any copyright or other notices contained in or associated with them. Users may not distribute said copies to others, whether or not in electronic form or in hard copy, without prior written consent of the copyright holder of the materials. 

Last of her kindWhere stories live. Discover now