-17-

398 17 2
                                    

Hoofdstuk 17: "Als je het niet erg vindt ga ik ervoor zorgen dat de boel niet aanbrandt beneden."

"Kasper, we zijn er weer." Carel en ik brengen de boodschappen naar de keuken. "Ga jij maar weer naar de woonkamer, ik ruim alles snel op en begin dan te koken."

"Vind je het niet vervelend?" Ik schud mijn hoofd. "Je bent een schat." Hij geeft me een kus op mijn wang.

"En jij een slijmbal." Hij grinnikt en ik begin alle boodschappen op de juiste plek te zetten. Kasper en ik moeten echt regelmatiger naar de supermarkt gaan, nu is het heel veel omdat zo goed als alles op was. Ik pak een appel uit een zak en eet die op terwijl de laatste spullen op hun plek gaan. Al meerdere keren probeer ik te focussen op wat er in de woonkamer gezegd wordt, en met name gelachen omdat ik al meerdere keren het gevoel heb gehad dat ik een meid hoor lachen. Het kan niet één van de vaste vriendinnen van de jongens zijn aangezien die wel gelijk naar me toe waren gekomen om me te helpen of me in ieder geval te irriteren.

Ik zet een muziekje op en begin mee te neuriën terwijl ik een pan met water en zout op het vuur zet voor de pasta. Het makkelijkste om te maken voor een grote groep is toch nog steeds pasta met een simpele saus. Ik heb besloten om voor de pesto te gaan er kip en groenten aan toe te voegen, dus lang zal het niet duren voordat alles klaar en opgeschept is.

"Hej." Ik draai me snel om als ik een vrouwenstem achter me hoor, al helemaal omdat ze me in het Deens begroet. Met grote ogen zie ik wie me voor sta.

"Hej. Wat doe jij hier nu weer?!" Ze staat er ongemakkelijk bij, niet wetend wat ze nu moet zeggen en ze is niet de enige. Wat moet ik nu weer en waarom heeft Kasper me niet even gewaarschuwd?

"Janna!" Kasper komt de keuken in en ziet ons tegenover elkaar staan. "Ha, ik uh..." Ik kijk hem met een dreigende blik aan. Hij heeft heel wat uit te leggen. "Verrassing?" Ik haal uit, maar op het laatste moment besluit ik hem niet op zijn arm te slaan maar hem mee te slepen naar boven om daar even een hartig woordje met hem te praten.

"Wat in de vredesnaam doet zij hier!" Sis ik.

"Ze had spijt." Is zijn antwoord en ik rol mijn ogen. "Ze wilde me terug, ik wilde haar terug. Wat is daar mis mee."

"Jij mag me dan wel niet het hele verhaal tussen jou en Cicilie hebben vertelt Kasper, maar ik heb het allemaal meegekregen van die vrienden van je beneden die vinden dat ik het mocht weten. Ze is vreemd gegaan Kasper. Achter jouw rug om heeft ze met verschillende mannen van alles gedaan. Ze is niet terug omdat ze nog van je houd. Ze is terug omdat ze je geld mist." Ik ben woest. Hoe kan hij zo naïef zijn?!

"Dat weet je niet Janna!" Roept hij terug en ik weet zeker dat iedereen het in de buurt het heeft gehoord. In ieder geval iedereen beneden, want het valt ineens stil.

"Dat weet ik wel Kasper, achteraf had ik het al moeten weten toen je er nog niet achter was gekomen dat ze met andere mannen ging. Ze liet het al doorschemeren, maar we wilden het allemaal niet zien. Nu zie ik het wel en ik wil dat je niet dezelfde fout nog een keer maakt. Maar als je niet naar me wilt luisteren ga je gang, maar je hoeft niet te verwachten dat ik gelijk voor je klaar sta als het toch mis gaat en ze toch niet veranderd is. Als je het niet erg vindt ga ik er nu voor zorgen dat de boel niet aanbrandt beneden." Ik ren de trap af en gooi de deur van de keuken met een harde knal achter me dicht. Hij is soms zo dom!

"Hey..." Carel slaat zijn armen om mijn middel en trekt me tegen zich aan. Ik blijf in de pan roeren terwijl de eerste tranen zich een weg vinden over mijn wangen. "Het heeft met Cicilie te maken of niet?" Ik knik. "Ik snap het, geen van ons voelde zich op z'n gemak met haar in de woonkamer, maar ze zat aan Kasper geplakt en lachte zelfs om de meest domme dingen alsof Kas een comedian is." Ik grinnik sarcastisch.

"Het is net alsof we terug in de tijd zijn gegaan." Ik leg de spatel op het aanrecht en draai me om in Carels armen. "Behalve dan dat ik nu dit kan doen." Ik leg mijn lippen tegen de zijne. Hij grinnikt zachtjes en trekt mij in hoeverre mogelijk nog dichter tegen zich aan. De keukendeur kraakt als hij langzaam open gedaan wordt en ik stap weg bij Carel. Kasper staat in de deuropening.

"Weet je nog hoe ik niet wilde dat jullie iets kregen en hoe je bang was voor mijn reactie en toen maar achter mijn rug om ging?" Ik span mijn spieren aan. Hij is het nu gewoon tegen mij aan het gebruiken. "Ik was ook bang voor jou reactie, maar besloot het gelijk te zeggen omdat ik jou niet door dezelfde rotzooi wou laten gaan. En wat krijg ik?! Een uitbrander van hier tot Tokyo." Tranen branden opnieuw in mijn ogen, maar dit keer niet van woede en angst voor Kaspers hart, nee dit keer omdat mijn hart in stukjes breekt.

"Kasper, denk even na over wat je zegt." Carel probeert rustig te blijven, maar hij knijpt mijn hand fijn en zijn andere hand wordt zelfs iets wit, zo hard knijpt hij zijn hand tot een vuist. "Ga nu niet omdat je weet dat je zelf niet zo slim bezig bent allemaal verwijten roepen naar haar. Je bent nu gewoon alleen maar haar aan het afbreken omdat je weet dat ze gelijk heeft."

"Vroeg ik jou wat?!" Blafte Kasper. Ik glip langs hem heen, slip in mijn schoenen en gris mijn jas van de kapstok. Hij kan de pot op. Bovendien heb ik echt behoefte aan frisse lucht.

FireworkHikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin