Hoofdstuk 10

28 3 0
                                    

Pov Uriël
"Wat zei je? Twee indringers? Weet je wie het zijn?" Zeg ik tegen Ryan, mijn collega, die net mijn werkkamer binnenkomt gerend.

"Nee, maar het lijken een man en een vrouw te zijn." Zegt Ryan. "We hebben iedereen nodig om ze tegen te houden. Ze komen waarschijnlijk voor Angel Springer."

"Oke, ik zal er heen gaan." Ik sta op en ren naar door de gangen heen die naar de cel leiden.

Ik zie een langere jongen van een jaar of 16 bij de cel staan, zijn handen uitgestrekt.

Ik verstop me zodat ze me niet kunnen zien. Ik pak mijn pistool en kijk naar wat ze doen.

Het slot lijkt te smelten en de jongen opent de deur snel.

Ik wist het, ze zouden haar komen halen, de rest van de Zes. Eindelijk, dit is mijn kans. Ik sluip dichterbij, stil en onzichtbaar in de donkere gang. Ik heb bijna de deur bereikt maar opeens voel ik iets kouds tegen mijn achterhoofd.

"Als je beweegt, schiet ik." Het zijn er drie, niet twee.

"Ik zou het niet doen." Ik draai me langzaam om.

"Ik zei niet bewegen." De stem klinkt kalm.

"Ben jij een van de Zes?" Vraag ik voorzichtig.

"Ja, nu moet ik je jammer genoeg vermoorden omdat niemand het mag weten." Ik voel de loop hard tegen mijn achterhoofd drukken.

"Daimon heeft waarschijnlijk niks over me verteld. Ik ben Uriël Springer, nummer Een."

Pov Daimon
Ik stak mijn hand uit naar het slot, hopelijk werken mijn metaal krachten al goed genoeg, denk ik.

Ik concentreer me en sluit mijn ogen. Mijn gedachten gaan naar het slot en even later open ik mijn ogen weer en is het slot weg gesmolten.

"Er is iemand achter ons." Fluistert mevrouw van Pijl.

"Wij zouden Angel halen, we moesten de mensen aan hem overlaten." Met die woorden open ik de deur en lopen we naar binnen.

"Wie is daar?" Vraagt een lage stem.

"Christian James?" Vraagt mevrouw van Pijl.

"Ja, dat ben ik." Zegt hij sceptisch.

"Is Angel hier?" In de cel is het pikdonker dus kan ik niet zien of Angel er is.

"Ja, ze slaapt daar in het bed links van de deur. Waarom zijn jullie hier?"

"We komen jullie redden." Zegt mevrouw van Pijl terwijl ik naar Angel toe loop.

"Angel?" Ik raak haar schouder aan.

"Daimon? Ben jij dat?" Ze gaat rechtop zitten en kijkt me aan.

"Ja." Ik sla mijn armen om haar heen en ze legt haar hoofd op mijn schouder.

"Waarom ben je gekomen, straks wordt jij ook opgepakt." Zegt ze.

"Dat zal niet gebeuren." Zegt iemand achter me. Ik laat Angel los en zie Uriël in de deuropening staan. "Daar zal ik persoonlijk voor zorgen."

"Wat doet hij hier?" Sist Angel.

"Ik ben er ook een." Zegt Uriël schouder ophalend. "Maar we moeten snel gaan, straks komen er meer mensen."

Ik trek Angel overeind en kijk naar mevrouw van Pijl, die Christian James los heeft gemaakt. "Oke laten we gaan."

We beginnen te rennen door de gangen en zien her en der mensen op de grond liggen.

"Wat is er met ze gebeurd?" Vraagt Angel.

"Ik leg het later allemaal uit." Zeg ik terwijl ik haar hand pak.

Opeens staat er een man voor ons met geheven pistool. "Blijf waar jullie zijn."

"Ik dacht het niet." Christian maakt een korte handbeweging en de man vliegt tegen de muur aan en blijft bewusteloos liggen.

We rennen door en slaan een hoek om en horen een paar mensen op de gang lopen. Snel duiken we een kantoor in en wachten.

"Wacht ik heb een idee." Angel kruipt naar de deur en opent hem. Ze draait twee keer met haar linkerhand terwijl ze de mensen aankijkt

"Wat doe je? Kom terug." Sis ik.

"We kunnen verder gaan." Ze staat op en begint weer te lopen. Als ze merkt dat niemand haar volgt draait ze zich om. "Ze kunnen ons niet zien of horen dus kom."

We staan allemaal op en beginnen weer te rennen.

"Ik wist helemaal niet dat je dat kon." Zeg ik terwijl ik naast haar kom lopen.

"Ik kan het ook pas een week ofzo en alleen bij mezelf dus dit kost veel kracht." Er staat zweet op haar voorhoofd en haar handen trillen.

"Nog even volhouden, we zijn er zo." Ik pak Angels hand en we rennen verder.

Al snel komen we bij de uitgang en stappen Angel, Christian, mevrouw van Pijl en ik in een auto.

"Ik zal zeggen dat jullie zijn ontsnapt en ik er niks aan kon doen." Zegt Uriël terwijl hij zich omdraait en weer weg loopt.

"Tot later." Zeg ik.

Mevrouw van Pijl start de auto en we rijden weg.

"Wat is het toch vreemd om weer alles te zien." Zegt Christian terwijl hij verwonderd om zich heen kijkt.

Angel legt haar hoofd op mijn schouder en ik sla mijn arm om haar heen.

"Het komt goed, ik beloof het." Fluister ik.

The FallenWhere stories live. Discover now