Flashback - 08-03-2301

16 4 7
                                    

Gale

Ik zie Fianna haar vader knuffelen.

Ik voel dat dit een familie reünie wordt en ik was hier toch niet echt welkom als het aan Fianna lag, dus loop ik de deur uit.

We zijn naar een andere basis gegaan. Ze hebben uitgevonden waar we zaten. We zitten nu ergens waar ze ons niet zullen vinden.

We zitten in het dorp waar ik geboren ben. Waar ik woonde tot ik vijf was. Waar ik een massa moord heb gepleegd.

Waaronder mijn familie.

Dacht ik.

Toen ik mijn moeder op tv zag was het een troost en een hel te gelijk.

Ik heb minder mensen vermoord dan ik dacht.

Maar het moet mijn moeder zijn die leeft.

Ik zucht.

Ik loop over de koude vloer van het hospitaal heen. Ik loop op blote voeten net als iedereen.

Om viezigheid van buiten ook buiten te houden.

Ik steek mijn handen in mijn zakken en ik loop naar buiten. Dit is de eerste keer in een maand dat ik weer naar buiten ga. Ik bleef continu bij Fi.

Ik wou erbij zijn als ze wakker werd. Dan zou ze niet denken dat ik laf was om haar onder ogen te komen.

Ik kon het haar niet vertellen.

Er zijn twee redenen:

Ik wou niet dat ze me zou haten om wat ik ben.

Ik kon het ook niet, omdat ik toen ik vijf was een belofte heb gemaakt.

15 jaar geleden:

Ik huppel vrolijk de dorpsstraat binnen. Het is weer een normale dag.

Al hoewel... Ik voel me anders. Ik ben altijd wel vrolijk en zo, maar er is iets.

Ik ga bij de fontein midden op het plein staan.

Ik kijk naar het water. Als een spiegel beeld. Ik raak met mijn platte hand het water aan en het water maakt,m golfjes.

Dan voel ik een hand op mijn achterhoofd en word ik de fontein in geduwd. God, Sinko weer. Mijn oudere broer. Hij schept altijd op dat hij een Every is.

Er kan maar één zoon een Every worden in een Every familie. Hij was de gelukkig. Hij is sterk, maar niet de sterkste. Hij heeft ook een limiet. Hij heeft een stuk of 5 soorten krachten niet.

Toch niet zoveel geluk als hij dacht.

Als ik weer boven kom, helemaal doorweekt, zie ik hem lachen met zijn 'vrienden'.

Niemand vind hem aardig. Niemand. Ze zijn bang voor hem en denken dat ze als ze zijn vrienden zijn hij hen niet zal pijn doen.

Slim.

Mijn vrolijkheid sterft langzaam weg als het lachen maar door blijft gaan. Ik word boos en mijn handen beginnen te trillen. Ik schrik. Het water op me verdampt en het water om me heen stijgt op. Alsof de zwaarte kracht het heeft op gegeven.

Ik zie dat Sinko niks doe en ik zie ook dat ik de enige ben die beweegt. Ik sta langzaam op. Ik probeer mijn handen te bewegen naar Sinko, maar in plaats hem pijn te doen wordt het water lava en stijgt het verder op. Ik hoor mijn vader en moeder naar ons toe rennen.

"Harold! Wat is dit!?" Roept mijn moeder schel naar mijn vader.

"Hij is een Every..." Zegt mijn vader alleen maar.

"Nee! Dat ben ik!" Zegt Sinko boos en hij stampt zijn voet neer.

Ik zie hem zijn handen bewegen om me te stoppen, maar zonder dat ik iets doe wat ik kan besturen stopt hij. Ik kijk naar mijn hand en hij staat als een soort stopteken gericht op hem.

Ik ben ook nog eens krachtiger dan hem.

"Zoon, stop!" Roept mijn vader.

"Ik, ik doe niks." Roep ik gefrustreerd.

"Help me!" Roep ik jammerend.

De lava stijgt op en vormt een deken boven het hele dorp. Dan valt het neer. Met een plons.

Ik sta klaar om hitte op me te voelen en me te laten verbranden, maar dat gebeurt niet. Zodra de lava de grond raakt komt het terug naar de fontein en veranderd het weer in water. Ik kijk om me heen. Iedereen ligt op de grond.  Verbrand, helemaal rood.

Dan staat mijn vader op een magische wijze op. Hij kreunt.

Hij staat op het punt om dood te gaan...

Ik ren naar hem toe.

"Pap! Ik deed niks! Geloof me!" Jammer ik en er lopen mini-tranen over mijn wangen heen.

"Zoon, hou afstand!" Zegt hij boos!

Ik stopt direct. Twee meter van hem af.

"Wil je dit niet? Wil je dat dit nooit meer zal gebeuren?" Vraagt hij.

"Nee." Huil ik en ik schud me hoofd hevig.

"Beloof me dan." Slikt hij.

"Beloof me dat je nooit meer je krachten zult gebruiken. Nooit! Je zal het ook nooit aan iemand vertellen wat je bent. Dat je een Every bent. Je zal ook nooit iemand meer dood maken! Beloof het." Zegt hij rustig.

"Ja vader, ik beloof het." Zeg ik en ik kijk naar de grond.

Dan wordt alles om ons heen wit en wazig.

"Wat, wat gebeurd er?" Vraag ik verward.

"De belofte heb ik in een Levensbelofte gemaakt, breek hem en Every's mogen je doden. Als je het niet verbreekt en een Every je dood gaat die Every ook dood." Zegt mijn vader terwijl het langzaam weer normaal wordt.

"Dus als ik mijn krachten gebruik ben ik tot te doden opgeschreven?" Vraag ik als een samenvatting.

"Ja! En ga nu weg van dit dorp! Ik wil je nooit meer zien!" Roept hij boos en hij kreunt.

Tranen lopen nog steeds over mijn wangen. Ik ren het dorp uit. Ik kijk een keer achterom en ik zie mijn vader in elkaar zaken.

Ik ren huilend weg.

----

Ik ben ondertussen het hospitaal uit gelopen en ik sta bij de fontein. Er staat een boordje op.

"Gale Smith is een gevaarlijke man. Speel geen spel met hem. De doden hier waren het bewijsstuk."

Staat erop.

ThunderWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu