31-01-2301

21 4 0
                                    

Fianna

"Schat kom je even?" Hoor ik mijn moeder roepen.

Met mijn kleine beentjes en onnozele koppie ren ik over het grasveld naar haar toe.

Gister ben ik 5 geworden! Ik weet heus wel wat ik doe.

Ik zie het kleine jongetje die me gister heeft gevraagd om volgende week met me te spelen bij de boom staan. Hij heet Luke.

Ik kijk naar hem en zie niet dat voor me op de weg een steen ligt.

Ik struikel erover en val op de grond. Ik voel een warme vloeistof langs mijn gezicht druipen.

Het doet pijn.

Ik begin hard te huilen. Tranen stromen over mijn wangen alsof het water vallen zijn.

Mijn vader, mijn stoere vader, rent naar me toe. Hij knielt bij me neer.

"Ach meisje..." Zegt hij.

"Let goed op mijn woorden, oké?" Vervolgt hij.

Ik knik ondanks de pijn en de tranen.

"Niet huilen. Hou je sterk. Je bent bijzonder. Je bent uniek. Je zult later zien wat ik bedoel. Huil niet. Wees sterk. Niet alleen voor je zelf, maar ook voor andere. Beloof me dat je niet zult huilen om jezelf of om wat dan ook... Beloof me!" Zegt hij.

"Maar waarom?" Jammer ik.

"Omdat...."

Hij sterft weg.

Ik wordt met een schok wakker.

Dat was de laatste keer dat ik huilde. Dat was de enige keer dat ik mijn vader iets beloofde.

Nu kan dat niet meer.

Ik schud me hoofd en laat me zachtjes zakken van het bovenste stapel bed. Eventjes dacht ik dat ik bij Juliana boven had geslapen en dat ik weer thuis was, maar het beton bracht me terug in de werkelijkheid.

Ze zijn even dood als mijn vader.

Ik zie mijn broers vredig slapen. Zij zullen wel gehuild hebben. Zij hebben hun dode vader niks belooft.

Ik doe langzaam de deur open en loop de gang op.

Ik heb eenvoudig grijze kleren aan. Om mijn been, die nog steeds pijn doet, zit verband. Ik moet het maar verwisselen, want het is al rood geworden.

Ik heb de te lange broek bij de zere been om hoog ge trokken zodat je het goed ziet.

Mijn shirt is ook te groot. Het is warm, maar heb er dus toch nog een hemd eronder aan gedaante

Ik loop voorzichtig naar het hospitaal. Elke keer dat ik mijn zere been neerzet gaat er een tintelig pijn gevoel door me heen.

De lichten zijn uit, maar ondanks voel ik de elektriciteit.

Ik doe de grijze, metalen deuren open van het hospitaal. Tot mijn verrassing is iedereen in de weer.

"Wat is er aan de hand?" Vraag ik aan een verzorger.

"Er is een fluister bom ontploft op de 8e verdieping. Weinig gewonden. Een iemand op het randje van de dood." Zegt de verzorger.

Natuurlijk weinig gewonden. Er slapen alleen mensen zonder familie die hier is of omdat ze weg zijn op de 8e verdieping.

Gale slaapt op de 8e verdieping.

ThunderWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu