gezocht en gezocht en gezocht

58 1 0
                                    

'Lief dagboek,

De dagen zijn voorbij gegaan. Charlie heeft een paar dagen bij mij geslapen en gaat vandaag op vakantie met haar vriend Damon. Die ook gek is op bourbon. De avond in de cafe ontmoette ik een jongen genaamd Stefan Salvatore. Ik heb hem sindsdien niet meer gezien. Veel weet ik niet van hem maar ik heb zn raar gevoel bij hem. Maar aan de andere kant ook weer een kriebelig goed gevoel. Zal ik hem ooit weer tegen komen?

Ik had de afgelopen dagen veel plezier gehad, zelfs een beetje gelukkig. En ik voel me er schuldig over. Ik heb plezier en kan nog een mooi leven leiden en mijn broertje en ouders kunnen dat niet meer. Is dat raar? Dat ik er zo over denk en voel? Gaat dit gevoel ooit weg of wordt het ooit minder?

Ik sta elke dag op en doe me ding, al weet ik niet zo wat dat is. Ik moet een doel in mijn leven zien te vinden maar wat? Met het onderzoek naar het ongeluk, die ik heb gestolen van de sheriff kom ik ook niet verder mee.
Ik ga vandaag naar de plek van de ongeluk om te zoeken naar aanwijzingen. Ik ben er wel vaker geweest zonder succes. Maar er moet iets te zien zijn. Of juist niet, wat zal er ontbreken?'

Aan het einde van de middag..

Ik ben radeloos, na een hele middag gezocht te hebben naar een aanwijzing en heb ik weer niks. Ik besloot om naar de auto te gaan. Eenmaal in de auto begon ik te huilen. Ik was zo teleurgesteld. Toen ik bij zinne kwam, hoorde ik een geluid, een ringtone. Ik zocht mijn telefoon maar daar kwam het geluid niet vandaan. Ik keek om me heen en zag in de verte, tussen de struiken en bomen iemand staan. Ik stapte uit de auto en begon zijn kant op te lopen. Hij draaide zich om en begon weg te lopen. 'HEY! WACHT!' schreeuwde ik en begon te rennen. Ik bleef mijn woorden herhalen, terwijl ik door achter hem aan rende door de struiken en bossen heen tot ik hem niet meer zag. Ik keek om me heen maar geen spoor van hem te vinden. Waar is hij nou gebleven?
Mijn telefoon gaat, het is Charlie.
'Hey' zei ik.
Hey Rita, waar ben je? Ik sta bij je thuis, ik ga zo weg en wilde nog even gedag zeggen.' zei ze
'Ja, ik was op het begraafplaats' loog ik. 'Maar als je nog genoeg tijd hebt, ik ben onderweg naar huis.'
'Is goed, we wachten wel even' hoorde ik Damon op de achtergrond zeggen.

Ik ging terug naar de auto, helemaal onder de modder met kapotte kleding. Onderweg in de auto kon ik aan niks anders denken dan aan die ene persoon. Ik heb gezocht en gezocht en gezocht. Op de brug, langs de weg, in de struiken en een heel stuk door het bos maar geen spoor van hem te vinden. Ik wee zeker iets gezien te hebben, een menselijk figuur, aan zijn vorm tezien een man, dacht ik.

Rita's LifeWhere stories live. Discover now