Ik laat mijn ogen verder glijden over het gebouw, en terwijl ik mijn wenkbrauwen frons blijven mijn ogen bij twee personen haken. Met de capuchon over hun hoofd blijven ze achterdochtig om zich heen kijken. Ik lik langzaam over mijn lippen heen en schrik als de ene wat uit zijn sweater haalt wat heel veel op een bom lijkt. Hij loopt naar het dichtstbijzijnde bankje toe, drukt het voorwerp er goed tegen aan en zet het dan hard op een rennen. De ander doet precies hetzelfde.

Met een ruk draai ik me om naar Saif die me meteen in de gaten krijgt. Hij kijkt me vragend aan na het zien van mijn blik. 'D-Dit klinkt heel ongeloofwaardig, maar er staan twee bommen klaar om af te gaan!' Trillend, en vol angst, kijk ik hem aan. Zijn ogen sperren wijd open, en zonder nog wat te zeggen loopt hij met forse stappen naar de grote, rode knop in de hoek van het kantoor. Hij drukt er hard op, en meteen gaan alle alarmen af.

Hij slaat de deur open, waar je al gauw werknemers van verschillende soorten afdelingen door elkaar ziet rennen. Door de speakers hoor je dat iedereen zich uit de voeten moet maken, en dat er een evacuatie gaande is.

Noureddine komt rennend op ons af, en met grote ogen komt hij tot stilstand voor ons. 'Wat is er aan de hand!?' 'Ik zag twee personen twee bommen planten, op de dichtstbijzijnde bankjes om precies te zijn. Vervolgens maakten ze dat ze wegkwamen,' vertel ik trillend. 'Luister, we hebben geen tijd. We moeten dit gebouw zo snel mogelijk uit,' zegt Saif snel, waarna hij mijn hand vastpakt en me meesleurt naar de andere kant van het gebouw, met Noureddine op onze hielen.

'Saif, de liften en de trappen zijn de andere kant?' vraag ik verward, en het duurt even voordat hij antwoordt. 'Ik heb een eigen noodlift, ik heb trouwens ook gewoon een eigen trap,' zegt hij vluchtig, terwijl hij tussendoor aan de telefoon verder praat. 'Iedereen moet uit dit pand! Ie-de-reen!' schreeuwt hij zowat tegen de telefoon, en met grote ogen blijf ik hem aanstaren.

Hij duwt me de lift in, wacht tot Noureddine er ook in zit, en drukt dan op het knopje van de begane grond. 'Gelukkig staat de politie en de rest al buiten, een hele last minder,' mompelt hij en wrijft vermoeid over zijn hoofd. Beneden aangekomen trekt hij me mee naar buiten, waar zich een hele zwerm van mensen heeft verzameld. 'Laat mijn hand niet los, o wee doe je dat wel.' Hij kijkt me waarschuwend aan, waarop ik braafjes knik.

Ondertussen heeft ook de pers zich verzamelend, die maar niet kunnen wachten op een sappig nieuwtje. Van alle kanten wordt er geroepen naar Saif, Nour, of zelfs naar mij. Saif gaat, met mij natuurlijk die hij stevig vasthoudt, van specialist naar specialist die hem maar meer en meer informeert over de bommen.

Ik schrik als er ineens paniek uitbreekt bij zelfs de specialisten, wat meteen Saif's aandacht te pakken heeft. Het blijkt dus dat één bom is weten tegen te houden, maar de ander gewoon elk moment kan afgaan. Het is te laat. 'Hoe bedoel je, te laat!?' schreeuwt een woedende Saif naar de arme man die zowat helemaal zweet van de angst. 'Er is teveel geknoeid met de bedrading, waardoor het te moeilijk het is om het binnen de tijd uit te schakelen. Het gaat niet! Hij moet afgaan!' De man rent terug naar de rest van zijn team, die zo snel mogelijk de bom proberen te verplaatsen naar een plaats waar het niet al teveel schade zal kunnen brengen. Een groot stuk leeg gebied, die toevallig vlak achter het bedrijf stond.

Bibberend van de angst blijf ik tegen Saif aanstaan. Ondertussen wordt iedereen weggestuurd, zodat er geen kans is dat er überhaupt gewonden kunnen vallen. Saif blijft me nog altijd even stevig vasthouden, en verliest me niet uit het oog.

'De bom is zo sterk en veel mogelijk afgedekt. Op het moment dat het afgaat, zal het niet zo'n grote explosie hebben die het normaal wel zou moeten hebben,' vertelt de specialist, terwijl hij ons verder naar de achtergrond toeduwt. Saif knikt afwezig, en blijft zijn blik maar niet van me afhouden. 'Je bent oké, toch?' Hij kijkt me bezorgd aan, en slikkend knik ik daarop. 'Ik ben oké, het gaat erom dat er geen gewonden vallen,' fluister ik terug. Hij knikt langzaam, en slaat dan zijn armen om me heen.

'Drie...'

'Twee...'

'Één...'

Een harde knal luidt er door de straten van Amsterdam heen, die gegarandeerd iedereen zou moeten hebben gehoord. Nog altijd niet beseffend van dat ik zojuist echt een bom heb zien afgaan, klamp ik me vast aan Saif.  Vanuit de verte zie ik een grote, grijze wolk opgaan in de lucht. Ik hoest even kort, en blijf ernaar kijken. Normaal zou de explosie vele maler groter en erger moeten zijn.

Saif bijt hard op zijn lip en wenkt vervolgens naar Noureddine. 'Neem haar mee, breng haar naar onze moeder. Ik handel dit hier verder af,' zegt Saif tegen hem. Met grote ogen kijk ik hem daarop aan. 'Wacht, nee!? Ik blijf hier met jou?' Ik schud hevig met mijn hoofd. 'Meryam, alsjeblieft..' Saif kijkt me smekend aan, en nog altijd blijf ik met mijn hoofd schudden. Hij knikt naar Noureddine die vervolgens mijn schouder vastpakt. Mijn onderlip begint te trillen, en zuchtend draai ik me met tegenzin om. Samen loop ik met Noureddine weg, zonder nog een woord te zeggen.

-

'Waar is hij!?'

Bezorgd loop ik door de woonkamer te ijsberen, met de televisie op de achtergrond op z'n hardst. Ondertussen ben ik alle nieuwszenders wel zo'n duizend keer afgegaan. Saif's moeder, Amina, probeert me de hele avond al te kalmeren. Zonder succes inderdaad.

'Meryam, alsjeblieft, hij komt zo binnen. Echt waar,' probeert ze nog een poging. Ik schud mijn hoofd en doe mijn best om niet in huilen uit te barsten. 'Ik wil hem zien,' zeg ik moeilijk. Ik laat me machteloos op de bank vallen, waarna Amina al snel naast me komt zitten. Ik leg mijn hoofd op haar schouder, en sluit mijn ogen als ze door mijn haar begint te strelen. 'Ik maak me ook zorgen om hem, Meryam... ik ben zijn moeder, zelfs als ik slaap, maak ik me zorgen,' fluistert ze zacht. Een verdwaalde traan biggelt langzaam over mijn wang.

Ze houdt me goed vast, en veegt vervolgens teder mijn traan weg. 'Hij hoort allang terug te zijn gekomen, ik begrijp niet-' ik word al meteen onderbroken door de deur die open wordt gemaakt, en meteen spring ik op. Ik ren naar de hal toe, waar ik als een idioot in Saif's armen spring. Hij houdt me stevig vast, en tilt me vervolgens goed op. 'Waar was je?' fluister ik met tranen in mijn ogen.

Hij kijkt me aan. 'Verhoren afgeven, en ga zo maar door. Het zit goed met het bedrijf, het was gewoon een terroristische aanslag. Geen vijand of iets. De daders zijn geïdentificeerd door de camera beelden, wel grappig dat het nou precies bij mij moest gebeuren,' vertelt hij zuchtend. Ik knipper even een aantal keer met mijn ogen, en kan het niet laten om in huilen uit te barsten.

Hij drukt een lange kus op mijn voorhoofd. Ik klamp me snikkend aan hem vast, en weiger hem ook los te laten. 'Als jij het niet had gezien, Meryam... ik weet echt niet wat er zou moeten zijn gebeurd... ik ben trots op je, en tegelijkertijd zo blij met je,' fluistert hij in mijn oor.

Hij pakt mijn gezicht vast en kijkt me doordringend aan. 'Luister, jij en ik gaan alleen nog een gelukkige tijd tegemoet. We gaan ons focussen op de bruiloft, en gaan dan genieten van onze huwelijksreis. Ik wil niet dat jij hier nog van wakker gaat liggen, kun je me dat beloven Meryam?' Hij kijkt me hoopvol aan. Snikkend knik ik met mijn hoofd.

'Goed, ik houd van je.'

'Ik houd ook van jou.'

[A/N]

Aaaaahhhh omggg, ik heb jullie zo gemist!

Ik voelde me zo leeg zonder Wattpad, niet normaal. Het voelde echt aan als een eeuwigheid, ik kon maar niet stoppen met denken aan het uploaden van nog een deel, maar had er simpelweg gewoon de tijd niet voor!

Sorry :( but I'm back, I promise!

Wat vinden jullie trouwens van de bomaanslag? Denken jullie dat het echt een terrostische aanslag was? Of zit hier misschien wat meer achter? Kijk, het kan ook gewoon niks zijn, en dat ik maar met jullie loop te dollen, maar ben toch wel nieuwsgierig ;)

Byeeee

Best Mistake (VOLTOOID)Where stories live. Discover now