Hoofdstuk 8

480 20 12
                                    

Ik opende verschrikt mijn ogen. "Tony, volgens mij zeg je dit alleen omdat je dronken bent."
Tony schudde koppig van nee. "Ik zeg dit omdat ik het meen."
Ik ging overeind zitten. Voor me zag ik het zwarte water zich bewegingloos uitstrekken tot aan de horizon. Het was mooi en tegelijk angstaanjagend. Ik wist niet wat er angstaanjagender was; Tony's woorden, of het feit dat ik samen met Tony naar die eindeloze zwart-blauwe vlakte zat te kijken.
"Steve." Hoorde ik Tony zeggen. Het klonk bijna smekend. "Ik wilde je niet van streek maken."
Ik schudde mijn hoofd. Het moest een droom zijn, het moést gewoon.
Het werd me wazig voor de ogen. Langzaam drong het tot me door dat ik huilde. Alles om me heen leek in slow motion te gaan.  Ik zag Bruce op me af komen rennen. Tony keek angstig mijn kant op.
Ik voelde hoe ik viel. Eerst langzaam, daarna steeds sneller. Ik viel in een groot zwart gat. Het was alsof ik over de rand was gestapt van de bekende wereld, mijn wereld. De zee leek steeds dichterbij te komen. Ik zette me schrap voor het moment dat ik het water zou raken. Het zou pijn doen. Ik sloot mijn ogen en wachtte af, maar er kwam niets. Ik opende mijn ogen en toen kwam de klap. Ik had me erop voorbereid, toch kwam het onverwachts.
Ik voelde hoe de pijn zich door mijn lichaam verspreide. Het ging langzaam. Ik voelde me ellendig, en eenzaam.
Ik voelde hoe het zwart zich om me heen sloot. Stil en dreigend kwam de duisternis dichterbij. Er was niks anders meer dan de duisternis. Overal waar ik keek was zwart, duisternis en niks.

Een stem drong langzaam door tot mijn gedachten. Het donker werd er door opzij geduwd. Ik haalde adem. De stem herhaalde iets. Het klonk angstig en kwam me vaag bekend voor.
Ik hoorde de stem klanken maken. De klanken vormden een woord: 'Steve'.
"Wat?" Bracht ik met moeite uit. Ik rook de geur van alcohol. Langzaam keerde ik terug naar de realiteit.
"Steve?" Klonk het weer.
"Hou op met schreeuwen." Zei ik. Ik sloeg met mijn armen om me heen.
"Relax." Een andere stem kwam en liet de laatste duisternis verdwijnen.
De geur van alcohol verdween en maakte plaats voor verfrissende zeelucht.
Ik opende voorzichtig mijn ogen. Het was nog steeds donker. Even raakte ik in paniek tot een hand licht mijn borst aanraakte. Het was een zachte en aangename aanraking. Weer rook ik alcohol.
Mijn ogen begonnen te wennen aan het donker en ik zag een zwarte schaduw. Beetje bij beetje kon ik meer zien. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen. Na een tijdje kon ik twee ogen onderscheiden. Het waren mooie donkerbruine ogen. Ik staarde er gefasineerd naar.
Ik verdronk in hun donkere dieptes. Het was alsof je in een put zonder bodem keek. Je wilde steeds maar verder naar binnen kijken.
Het drong tot me door dat het Tony's ogen waren. Er lag een bezorgde blik in. Snel keek ik weg. Ik schaamde me. Ik kon toch moeilijk verliefd worden op Tony? Hij had al een vriendin. Hij voelde vast niet hetzelfde.
Tony zei van wel, maar hij was dronken. Hij kon van alles zeggen zonder dat hij wist waar hij het over had.

Steve Rogers: I Love Him (2)Where stories live. Discover now