Hoofdstuk 26

1 0 0
                                    

Hoofdstuk 26: Herinnering

Björn hield zijn adem in, bang dat het geluid van zijn ademhaling - het meest menselijke en natuurlijke wat er bestond - hem zou verraden. Hij voelde de angst door zijn aderen stromen en moest zichzelf dwingen niet volledig in paniek te raken. Zoiets gevaarlijks had Björn nog nooit gedaan, ten minste... van wat hij zich herinnerde. Zijn herinneringen... Björn begon er vreselijk aan te twijfelen. Na de vreemde flashback van een herinnering die hij niet kende, vertrouwde hij niets meer, helemaal niets. Het enige wat voor hem duidelijk was, was dat hij het meisje - Sora - daadwerkelijk kende. Ze was een deel van zijn verleden, maar wat voor deel? En wat waren de andere delen? Spuugzat was hij het, die verrekte onduidelijkheid, hij begon nu zelfs aan zichzelf te twijfelen. Wie was hij? Waar kwam hij vandaan? En aan welke kant stond hij? Sarahs woorden weerklonken luid in zijn gedachten: Je moet je vijand kennen, Björn, en op je pad blijven. Zodra je gekozen hebt, is er geen weg meer terug. Diep van binnen wist hij dat Sarah dit niet zomaar had gezegd, er moest wel een reden voor haar uitspraak zijn, maar wat bedoelde ze dan? Wie was zijn vijand? Sora? En wat bedoelde ze met pad? Wat voor pad? Hoe Björn zijn hersenen ook pijnigde, hij kon er niet uitkomen. Hij werd dan ook ruw uit zijn gedachten getrokken toen hij een stem hoorden en een gedaante zag verschijnen voor de cel van Sora en de jongen van wie hij de naam nog steeds niet wist. Meteen voelde hij zijn hart in zijn keel bonken. Als hij om zou draaien, dan, dan... Waangedachten vormden zich in zijn hoofd en hij drukte zijn hand tegen zijn mond om geen geluid te maken.

'Zo, wat is dit?' De gedaante bukte zich en haalde de mand met eten van de grond. Fuck! Björn vervloekte zichzelf. Hoe had hij in godsnaam de mand kunnen vergeten? De gedaante lachte schamper toen hij geen antwoord kreeg van Sora - die angstig met haar grote, blauwe ogen naar hem keek. 'Heb je iets te verbergen, meisje?' vroeg hij sluw. Plotseling wist Björn wie die gedaante was en dat stelde hem niet gerust. Die stem... Het was Aedan, de beste soldaat van het hele kasteel, Zijn rechterhand. Nebula was extreem zuinig met Aedan en stuurde hem alleen op missies die niemand anders kon doen of als er iets uitzonderlijks was gebeurd. Björn beet op zijn lip, totdat hij bloed proefde en zijn hand weer voor zijn mond sloeg. Wat moest hij nou doen? Wat kon hij überhaupt doen? De kans dat Aedan hem zou ontdekken was uitzonderlijk groot, aangezien de ervaren soldaat soms ogen in zijn achterhoofd leek te hebben. Hij stond voor twee keuzes, die Björn beide absoluut niet wilde aangrijpen, maar hij kon niet anders. Zou hij muisstil blijven zitten en wachten tot Aedan hem zou vinden en daarmee zichzelf verraden? Moest hij zichzelf opofferen? Het risico nemen dat Hij Björn niet meer zou vertrouwen? Nee, dat was het domste wat hij kon doen. Maar moest hij dan met Aedan meedoen en zo Sora verraden? Hij sloot zijn ogen en kwam langzaam overeind. Hij bracht zijn ene voet voor zijn andere totdat hij naast Aedan stond.

'Hé, wat doe jij hier?' vroeg hij met luide stem. De lange jongen die Björn kende onder de naam Aedan draaide zich ruw om en toen hun blikken elkaar ontmoetten voelde het alsof Björn een psychische schok kreeg. Hij wankelde en moest zijn best doen niet door zijn knieën te zakken. Happend naar adem liet Björn zijn blik opnieuw over Aedan heen gaan. De jongen straalde iets uit... Een gevoel, een gevoel waarvan Björn zo bang werd dat zijn plan in duigen leek te vallen. Maar dapper hield hij vol.

'Nou, wat doe je hier?'

Aedan staarde hem aan, met ijsblauwe ogen die door zijn ziel leken te kijken. Hij had dezelfde kleur ogen als Sora, merkte Björn op, maar in plaats van dat Sora's ogen onschuldig en angstig waren, straalden Aedans ogen enkel kilte uit. Hij had steile, blonde, nee, bijna witte, haren, die in een lok voor zijn gezicht vielen, waardoor er enkele plukken voor zijn ogen hingen. Angst en onmacht overvielen Björn, toen zijn medesoldaat weer geen antwoord leek te geven. Uiteindelijk sprak hij: 'Ik geloof... Björn... Dat die vraag meer op jou van toepassing is dan op mij.'

Het Doolhof I • SeparatedWhere stories live. Discover now