Hoofdstuk 24

1 0 0
                                    

Hoofdstuk 24: Liefde

Joël sliep, dacht Sora, of misschien deed hij alsof. Het was in ieder geval duidelijk dat hij nu even niet meer wilde praten. Met zijn rug naar haar toe lag hij op de koude vloer, een hoopje Joël, of wat er van hem over was. De stilte en de duisternis omhulden de twee en Sora wenste dat ze woorden had om Joël mee op te vrolijken, want ze was bang als hij niets zei. Dan voelde het net alsof ze helemaal alleen was, in haar eigen donkere wereld, zonder liefde of geluk. Sora trok haar benen op en sloeg haar armen om zich heen. Het was kil in de kerker, kil en koud, het paste perfect bij de duisternis. Ze rilde en probeerde niet te veel na te denken. Het was oké, ze zou hier niet voor eeuwig blijven zitten, ze zouden haar komen redden - toch? Sora beet op haar lip. Zouden ze zich überhaupt wel over haar ontfermen? Wat als Mitch, Sophie en Tyler alledrie het pad van het duister hadden gekozen, net als Björn? Was er dan nog hoop voor haar en voor hen allemaal? Als Mitch niet bij de groep van het licht was, dan hadden ze sowieso geen enkele kans, dacht Sora moedeloos. Zonder Mitch waren ze alleen maar een ongeregeld zooitje pubers. Zouden ze dan nog wel ooit thuiskomen? Plotseling daalde er een gevoel van wanhoop op Sora neer. Wat als haar verhaal geen happy end had? Dat kon net zo goed gebeuren, er was een grotere kans op een sad end dan op een happy end. Sora zuchtte en krabbelde overeind. Ze werd er gek van om hier opgesloten te zitten, ze wenste dat ze iets kon doen om de anderen te helpen, maar zolang ze hier zat, was ze kansloos. Licht-geërgerd liep ze naar de deur van tralies toe en tuurde de ruimte in. Niets. Ze zag niets, alleen zwart. Het enige licht dat er was, kwam van de fakkel die in hun cel hing. Goh, aardig van ze, dacht Sora sarcastisch. Ze hebben toch nog aan ons gedacht. Kwaad begon ze aan de deur te rommelen, maar er kwam geen enkele beweging in.

'Eikels!' gromde Sora. 'Wat heb ik jullie in vredesnaam misdaan? Het enige wat ik wil is naar huis, verdomme!' Een wanhopige kreet ontsnapte uit haar mond en ze gaf een harde trap tegen de tralies voordat ze op haar knieën zakte en begon te huilen. Waarom? Waarom nou zij? Waarom hadden ze Sarah geen magische krachten gegeven ofzo, dat wilde zij toch altijd? Waarom dan juist zij? Waarom had het lot haar, Sora, het oersaaie meisje, in godsnaam uitgekozen?

'Ik heb hier niet om gevraagd hoor!' schreeuwde ze, wetend dat niemand haar hoorde. 'Rot toch een eind op met jullie achterlijke koning!'

'Je moet gaan slapen, Sora,' zei Joël kalm, hoewel Sora schrok van zijn stem, ze dacht namelijk dat hij sliep. 'Je zegt dingen waar je later spijt van gaat krijgen.'

'Ik meen de dingen die ik zeg vanuit de grond van mijn hart,' bromde ze terug.

Joël zuchtte en trok zichzelf overeind. 'Je bent veel te impulsief, ken de gevolgen, Sora. Als de Mist je hoort, heb je een enorm probleem.'

'Die Mist kan me wat.'

'Je bent moe.'

'Niet!'

'Jawel, je bent moe en denkt niet na. Ga slapen.'

Geïrriteerd sloeg Sora haar armen over elkaar. De woede brandde in haar. 'Vertel me niet wat ik moet doen, ik ben oud genoeg om voor mezelf te zorgen.'

Joël stond op en met één vloeiende beweging was hij recht voor haar. Zijn ernstige, donkere ogen doorboorden de hare en beschaamd keek ze naar de grond. Voordat ze het zelf door had, vielen er weer tranen.

'Ik probeer je alleen te waarschuwen,' zei Joël oprecht. 'Geloof me, je hebt slaap nodig. Ga lekker liggen en sluit je ogen. Er kan niets gebeuren, ik ben bij je.'

'Beloofd?' vroeg Sora kleintjes.

Joël knikte. 'Beloofd. Ik ga nergens heen. En al zou ik het willen, het zou me toch niet lukken.'

Het Doolhof I • SeparatedWhere stories live. Discover now