Hoofdstuk 27

58.7K 1.3K 125
                                    

Ik blijf stil wanneer Harry het pad oprijdt. Hij zet de muziek uit zodat het enige geluid komt van het grind onder de wielen. We zijn hier, in de middle of nowhere en ik ben zenuwachtig nu. We zijn alleen, écht alleen. Er zijn geen auto's, gebouwen, niets.

"Geen zorgen, ik heb je hier niet gebracht om je te vermoorden." Grapt hij en ik slik. Ik ben banger voor wat ik zal doen als ik alleen ben met hem dan dat hij me zou vermoorden.

Hij rijdt nog een kilometer verder en stopt dan eindelijk de auto. Ik kijk uit het raam en zie niets, behalve gras en bomen. Het is hier wel mooi en rustgevend. Er zijn gele wilde bloemen en de wind is perfect warm. Maar waarom heeft hij me hierheen gebracht? "Wat doen we hier?" Vraag ik hem als ik de auto uitstap. 

"We moeten eerst wat lopen." Informeert hij me en ik kreun. Dus hij heeft me hier naartoe gebracht om te wandelen? Hij moet mijn gezicht gelezen hebben want hij zegt: "Het is niet ver lopen." Hij loopt naar een soort pad met platgestampt gras, wat laat zien hoe vaak er al op gelopen is.

Het grootste gedeelte van onze wandeling blijven we stil, behalve een paar gemene opmerkingen van Harry dat ik te langzaam ben. Ik negeer hem en kijk om me heen. Ik begin te begrijpen waarom hij het hier zo leuk vindt, het is zo stil. Ik zou hier eeuwig kunnen blijven, als ik een boek mee had. Hij gaat van het pad af richting een bebost gebied. Ik ben een beetje wantrouwig, maar ik volg hem. Een paar minuten later komen we uit bij een beek, of misschien een rivier, ik heb geen idee waar we zijn maar de beek is aardig groot en lijkt best diep. 

Harry zegt niets wanneer hij zijn shirt over zijn hoofd trekt en zich buigt om zijn vieze zwarte boots los te maken. "Waarom kleed je je uit?" Zeg ik en ik kijk naar de beek. Oh nee. "Ga je zwemmen? Dáarin?" Ik wijs naar de beek.

"Ja, dat doe ik altijd. Jij ook nu." Hij maakt zijn broek los en ik moet mezelf tegen houden om niet te kijken naar de manier waarop zijn rugspieren bewegen wanneer hij neerbuigt om zijn broek uit te trekken. 

"Ik ga daar niet in zwemmen." Ik vind zwemmen niet erg, maar niet in een random beekje in de middle of nowhere.

"Waarom? Het is zo schoon dat je de bodem zelfs kan zien."

"Nou en.. er zitten vast vissen en weet ik veel wat anders in." Ik realiseer me hoe stom ik klink maar het maakt me niet uit. "Trouwens, je had me niet verteld dat we gingen zwemmen dus ik heb niets om in te zwemmen." Hier kan hij niet tegen op.

"Heb je geen ondergoed aan?" Grijnst hij en ik staar hem aan. Dus hij dacht dat ik hierheen zou komen en alles uit zou trekken om met hem te zwemmen? Ik voel mijn lichaam reageren op het beeld van mij en Harry naakt in dat beekje. Wat doet hij toch met me? Voor hem had ik nog nooit, nooit zulke gedachtes gehad.

"Ik zwem niet in mijn ondergoed, creep." Zeg ik en ik ga op het zachte gras zitten. "Ik kijk wel." Vertel ik hem en hij fronst. Hij is nu alleen in zijn boxer, het zwarte materiaal strak tegen zijn lichaam. Dit is de tweede keer dat ik hem in zijn boxer zie en hij ziet er nu zelfs beter uit.

"Jij bent niet leuk. Je mist wat." Zegt hij en hij springt in het water. Ik houd mijn ogen op het gras gericht en pluk een paar sprietjes uit de grond, spelend met ze tussen mijn vingers. "Het water is warm Tess." Roept Harry vanuit het beekje. Vanaf hier zie ik de waterdruppels vallen van zijn doorweekte haar. Hij glimlacht als hij zijn natte haar naar achter duwt en zijn gezicht met een hand droogmaakt.

Ik wenste dat ik iemand anders was, iemand met meer lef, iemand als Steph. Als ik Steph was, zou ik mijn kleding uittrekken en in het warme water springen met Harry. Ik zou hem natspetteren en op de rand klimmen om er weer een bommetje in te maken. Ik zou leuk zijn en onbezorgd. Maar ik ben Steph niet, ik ben Tessa.

After (Nederlands/Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu