Hoofdstuk 16

86 12 3
                                    

De lichten flikkerden en ik knipte vermoeid met mijn ogen. Alles om me heen bewoog, al wist ik niet zeker of dat het goede soort beweging was. Ik was misselijk en duizelig. Voelde me licht in mijn hoofd, maar al mijn zorgen waren verdwenen. Een fijn en warm gevoel had me overspoeld. Daarbij was het ook heel gezellig geweest met Luke. Al de hele avond waren we samen aan het dansen. Op gepaste afstand natuurlijk.

'Wil je nog wat drinken?' Luke gooide zijn glas op de grond neer en keek me vragend aan. Ik haalde mijn schouders op, maar nog voordat ik het wist was hij weg. Al de hele avond had hij mijn drinken betaald. Ik had hem verteld dat dat niet nodig was, maar Luke wilde er niets van weten.

Ik keek draaiend de zaal rond en voelde me gelukkig. Althans, als dit geluk was. Het gevoel dat ik had kende ik namelijk niet, dus hoe ik het moest bestempelen wist ik niet. Het was iets totaal nieuws wat ik nog nooit had gevoeld.

'Alsjeblieft.' Luke raakte heel even mijn schouder aan, terwijl hij mij mijn glas drinken aangaf. Ik knikte vriendelijk en nam een kleine slok. Het achter overgieten had ik toch maar afgeschaft. Als ik daar namelijk nog langer mee doorging, eindigde deze avond dadelijk weer in de wc. Dat wilde ik absoluut voorkomen.

'Dankjewel,' glimlachte ik, terwijl mijn benen nog steeds niet stilstonden. Het was alsof de maat van de muziek mij meenam. Meenam naar een wereld waarin je zolang je danste, je gelukkig voelde. Daarom deed ik dat. Ik danste, ook al brandde mijn voeten van de pijn. Het was het allemaal waard. Dit was het allemaal waard.

Luke wilde iets zeggen, maar deed halverwege zijn mond weer dicht. Verbaasd keek ik hem aan. Net toen ik iets wilde zeggen, voelde ik hoe twee stevige armen zich om mijn lichaam heen sloten.

'Hallo schoonheid,' fluisterde er iemand in mijn oor.

Mijn eerste gedachte was om me om te draaien en de des betreffende persoon te slaan. Nog net op tijd kon ik mezelf tegenhouden. Ik wist goed wie er achter me stond en wist dat hij geen seriemoordenaar was. Al had ik die hier ook nooit verwacht. Een café was nogal een slechte plek om iemand te vermoorden.

'Ashton!' glimlachte ik, terwijl ik me omdraaide en hem een knuffel gaf. Ik voelde de ogen van Luke in mijn rug prikken en probeerde deze te negeren. Ik kon er toch ook niets aandoen dat Ashton hier zo plotseling was?

'Wat doen jullie hier?' zei hij lachend, terwijl hij nu ook Luke een hand gaf. Het was een soort begroeting die alleen jongens doen. Meisjes zouden meteen elkaar hysterisch om de nek vallen, bij jongens lag het echter net iets anders. Zij bleven altijd heel neutraal wanneer ze elkaar begroeten. Dat was iets wat me wel aanstond.

'Is Lori er niet?' Ashton kwam weer naast me staan en sloeg zijn arm om me heen. Hij had al wat op, dat kon ik ruiken. Toch was hij nog niet zover weg dat hij niet meer wist waar hij was.

Luke keek me even strak aan, voordat hij het antwoord gaf. Ik twijfelde of ik het moest zien als een waarschuwing of als een verontschuldiging. Ik besloot om er niet te veel over na te denken – en dat ging veel makkelijker met een paar glazen alcohol op.

'Lori zou eigenlijk meegaan, maar ze is ziek.' zei Luke. Het klonk als een slechte smoes, wat het ook was, maar Ashton knikte toch. Waarschijnlijk had hij het verhaal maar half gevolgd. Ik wilde dat hij wegging, maar kon dat nooit zo tegen hem zeggen. Ik voelde de spanning die rond zijn lichaam hangt. Ik voelde het verdriet dat hij afstraalde. Het bracht me meteen in een andere stemming. Misschien was dit ook wel wat Luke bedoelde.

'Wat doe jij hier?' vroeg Luke vervolgens. Proberend de ergernis in zijn stem te verbergen. Ik vroeg me af waar hij plotseling zo door geïrriteerd was. Zo erg was Ashton nu toch ook weer niet?

InvisibleWhere stories live. Discover now