~Hoofdstuk 20.~

Začať od začiatku
                                    

Stevig hield Owen mijn polsen vast en fluisterde tegen mijn nek aan: 'Evanesco.'

Binnen een seconde werden zijn vleugels doorzichtig; eerder troebel. We zagen hoe een man die een pak aanhad ons passeerde, alsof hij niet merkte dat we er waren. Mijn ogen vergrootten zich, was die man nou blind? Het was toch verboden om in de gangen te zijn in de nacht? Misschien... had Owen een onzichtbaar schild gecreëerd? 

Toen de man eenmaal uit het zicht was en om de hoek liep, verdween het troebele van Owens vleugel en werden ze weer normaal zwart. Hij stapte naar achteren, waardoor ik weer ruimte kreeg om normaal te ademen.'Wat was dat?' kwam er zacht uit mijn keel, terwijl ik hem met grote ogen aankeek. Wat kon deze jongen allemaal? Was hij een tovenaar?

'Ik ben geen tovenaar,' grinnikte hij. Mijn mond viel open. Kon hij gedachtes lezen? 'Ja, ik kan gedachtes lezen. Net als jou. Maar dat doe ik niet expres, Amara. Het gebeurt gewoon. Je zult het merken wanneer je zelf verandert.' Zijn ogen glinsterden toen hij dit zei. Veranderen? Hoe bedoelde hij, veranderen?

Hij trok me mee, de gang in waar de man vandaan was gekomen. Zonder enige aarzeling duwde hij de grote, stalen deur open, die ik amper had opgemerkt. 

We kwamen uit op een dak, waar het koud was. Aangezien het nog steeds regende, rilde ik en sloeg mijn armen over elkaar. Owen pakte mijn armen vast en leidde me naar de rand van het dak, waar we de diepte in keken. Als je zou vallen, zou ik zeker vijf meter de diepte in vallen. 

'Nonpluvius,' fluisterde Owen terwijl hij mijn hand vastpakte. Er werd een soort onzichtbare schild om ons heen gevormd, net als voorheen. De regen viel als een boog om ons heen, alsof we in een bol stonden. 'Wow,' kwam er uit mijn mond. 

'Dat is niet het enigste,' glimlachte Owen. 'Sta op mijn voeten.' 

Raar keek ik hem aan. 'Wattes?' Hij rolde met zijn ogen en zei: 'Stap op mijn voeten. Doe het nou maar.' Voorzichtig ging ik met mijn tenen op zijn voeten staan, waardoor ik bijna even lang als hem werd. 'Ik ben zwaar, hoor.' grapte ik, terwijl hij een arm om mijn middel sloeg. 

Als antwoord steeg hij op, waardoor ik hem stevig vastpakte en mijn hart een slag oversloeg. 'Owen!' riep ik uit toen het onzichtbare schild om ons heen bleef. Het leek alsof ik in een achtbaan zat, maar dan vele malen beter. Het uitzicht was prachtig, werkelijk waar. We stegen omhoog, totdat we bijna bij de wolken waren. Ik stak mijn hand uit naar boven en raakte een wolk aan, die gelijk opging in rook. Het was hierboven koud, maar door de lichaamswarmte van Owen had ik het weer warm. 

'Mooi hè?' vroeg hij op een gegeven moment. Ik kon alleen maar knikken, er waren woorden tekort voor het prachtige uitzicht. Het geluid van de regen en de klappende vleugels van Owen waren het enigste wat ik hoorde. Ik had uitzicht op de school, die nog groter leek van boven. De maan leek opeens veel dichterbij dan ooit van tevoren, en ik weet dat het absurd klinkt, maar het leek alsof we elk moment op de maan konden landen. Op een gegeven moment dook Owen omlaag en maakte een soepele salto in de lucht. We vlogen langs lange bomen, die Owen soepel ontweek. 

'Wil je boven de wolken kijken?' vroeg Owen, toen hij een eind had gevlogen, inmiddels ver weg van de school.Gretig knikte ik en keek achterom. 'Ben je niet moe?' vroeg ik aan Owen. Het moest vast zwaar werk zijn om zichzelf en mij te dragen. 'Je weegt zoveel als een paar veertjes van mijn vleugels, dus nee.' Verontwaardigd keek ik hem aan. Ik probeerde me om te draaien zonder dat ik viel, wat erg moeilijk was. 

Net toen ik hem recht in zijn ogen kon aankijken, zei hij: 'Kijk.' Op hetzelfde moment voelde ik hoe we door de wolken heen drongen, een paar druppeltjes achterlatend op het onzichtbare schild. Half draaide ik me om en bekeek hoe we boven de wolken vlogen, waar het droog was. Bliksem was hier en daar te zien, maar het deed ons niets, omdat we boven de wolken waren.

'Mara,' fluisterde Owen in mijn oor.

Geschrokken draaide ik me om. Waarom noemde hij me nou Mara? 

'Omdat je Mara heet, niet Amara.' 

Ik negeerde hem en keek over zijn schouder heen.

'Mara,' probeerde Owen, mijn aandacht trekkend.

'Tesoro, ben je boos op mij?' 

Ik schudde mijn hoofd als antwoord. 'Wat betekent "Tesoro" eigenlijk?' 

'Zo noemde ik je vroeger altijd.' 

'Wát?' vroeg ik. Waarschijnlijk had ik het verkeerd verstaan.

'Lang verhaal. Ik kende je al van veel eerder, Tesoro.' 

~~~~~~~~~~~

Hea!

Ik weet het. Gewoon niet normaal! Ik heb zo een lange tijd niet geüpdatet. Ik weet hoe het is, ik lees ook boeken.

^o^

Maar stem en reageer vooral! Dat motiveert me om sneller te gaan schrijven!!

PS: boven zie je het uitzicht van boven de wolken.

Xxx J.

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Where stories live. Discover now