Hoofdstuk 12

44 8 0
                                    

Elin

De twee dagen gingen langzaam voorbij. Het verveelt heel erg om dagenlang alleen maar stil op een bed te liggen. Ik merk aan Emma dat ze stiller is dan normaal. Dit doet Emma geen goed. Ik denk dat dit alles haar juist aan twee jaar geleden doet denken. 

'Em?' vraag ik als ik zie dat er geluidloos tranen over haar wangen stromen. Emma lijkt mij niet te horen, want ze reageert niet. Ik denk na. Ik weet dat ze aan twee jaar geleden denkt, maar ik weet niet hoe ik haar kan helpen. Ik voel me machteloos. Na een halfuur gaat de deur van de kamer open en loopt Anne naar binnen. Gelukkig is het niet Max, want dan zou Emma nog banger zijn geworden. Anne kijkt vragend naar Emma en dan naar mij. 

'Waar is Lena?' vraag ik, geen aandacht schenkend aan de vragende blik van Emma. 

'Dat weet ik niet,' zegt ze. Ik kan merken aan haar toon dat ze eerlijk is.

'Oké. Mogen we weg?' vraag ik als Anne eerst mijn infuus uit mijn arm haalt en dan haat ze ook Emma's infuus uit haar arm. 

'Ik heb overlegd en jullie mogen weg,' zegt Anne met een glimlach. Ik zucht opgelucht.

'Eindelijk,' mompelt Emma. Ik kijk haar aan. Dit is het eerste dat ze zegt vandaag. Misschien had ze net gewoon last van flashbacks, die heeft ze wel vaker. De herinneringen aan twee jaar geleden gaan niet zomaar weg. Misschien dat het ooit wel minder zal worden, maar ik denk dat het nooit helemaal weg zal gaan. 

Ik sta langzaam op. Even draait alles voor mijn ogen, maar algauw verdwijnt de duizeligheid. Ik loop naar Emma toe n ga op het randje van haar bed zitten. Langzaam gaat Emma rechtop zitten en kruipt ze tegen mij aan. Ik glimlach en sla mijn armen om haar heen. Ik merk dat Emma's lichaam begint te trillen en niet veel later hoor ik haar zachtjes huilen. Ik wieg haar zachtjes een en weer in de hoop dat ze wat rustiger wordt, wat niet gebeurd.

'Rustig maar, Em...' fluister ik en streel zachtjes door haar kastanjebruine haren. Emma kijkt op en kijkt mij met tranen in haar dofblauwe ogen aan.

'Het is voorbij nu. Die klootzak die je pijn heeft gedaan, kan je geen pijn meer doen,' zeg ik geruststellend en Emma knikt langzaam. Ik weet niet zeker of ze me geloofd, maar dat hoop ik wel.

'Komen jullie mee?' vraagt Anne ongeduldig en ik kijk naar Emma die langzaam knikt. Ik laat Emma langzaam los en we staan langzaam op. Eindelijk kunnen we weg uit deze kamer, die net een gevangenis lijkt. We lopen achter Anne aan de kamer uit. Ze loopt voor ons uit naar een lange gang met allemaal kamernummers. Het lijkt net een hotel, als je het zo bekijkt. Alleen is het hier helemaal niet leuk. 

'Dit is jullie kamer,' vertelt Anna als we stoppen voor een houten deur met het getal 30 erop. Anne opent de deur en Emma en ik lopen de kamer in. Het is geen grote kamer. Er staan twee bedden, een kledingkast en een bureau met twee bureaustoelen. Er is nog een deur in de slaapkamer. Langzaam open ik de deur. De deur leidt naar een kleine badkamer. Er is een douche, een kleine wastafel met daaronder een kastje. Ook staat er nog een wasmand in de badkamer, maar verder staat er niks. Meer hebben we ook niet nodig denk ik... Ik merk wel dat deze kamer een beetje op de kamer lijkt die we, toen we hier net waren, hadden gekregen. 

'Jullie hebben nu een nieuw rooster,' verteld Anne. Ik kijk haar vragend aan.

'Waarom?' vraag ik nieuwsgierig.

'Omdat jullie het eerste onderzoek hebben gehad en daarom hebben jullie nu een nieuw rooster,' verteld Anne rustig. Ik merk wel dat ze een stuk aardiger is dan eerst.

'Oké,' zegt Emma zacht voordat ik antwoord kan geven. Anne loopt de kamer uit nadat ze nog een paar dingen heeft uitgelegd. Ik kijk naar Emma en ga naast haar op het bed, waar ze al die tijd op zat, zitten.

'Je denkt er nog steeds aan hé?' vraag ik aan haar. Gelijk springen de tranen in Emma's ogen. 

'Ja...' mompelt ze bijna onverstaanbaar. Ik kijk haar verdrietig aan en sla dan mijn armen om haar heen voor een knuffel, waarvan ik denk dat ze die hard nodig heeft. Emma legt zachtjes haar hoofd tegen mijn borst aan nadat ik haar heb losgelaten. Ik glimlach en sla mijn arm om haar heen.

'Als je erover wilt praten mag dat altijd, dat je dat weet,' zeg ik lief en Emma knikt. Ik heb dit de afgelopen twee jaar al best vaak gezegd maar nooit is ze naar me toegekomen om te praten. Af en toe dacht ik wel dat ze erover wilde beginnen, maar toen deed ze het toch niet. 

'Ik weet het, maar dat kan ik niet,' zegt Emma zacht en eerlijk. Ik voel dat ze eerlijk is. Misschien is er twee jaar geleden wel meer gebeurd dan dat iedereen dacht. Ik weet nog goed dat mam mij vertelde dat pap Emma had geslagen. Ik schrok me kapot toen ze dat vertelde. Niemand had verwacht dat pap één van ons zou slaan, maar misschien was het gewoon bezorgdheid en kon hij zich niet meer inhouden. In ieder geval weet ik wel dat Emma toen, en nu nog steeds, bang is voor onze vader.

'Dat begrijp ik, maar misschien helpt praten wel. Ik weet niet wat er toen is gebeurd, maar ik zou je wel willen helpen,' zeg ik zacht. Ik wil zo graag begrijpen wat Emma toen heeft meegemaakt, maar ik kan het niet begrijpen als ze het niet verteld. Ook heeft ze het nooit aan mam gevraagd en naar pap durfde Emma niet meer nadat hij haar die dag had geslagen. Emma praat sindsdien nauwelijks meer met pap, hadden mam en ik opgemerkt. Sowieso praat Emma niet zo heel veel meer.

'Ik denk dat het wel helpt, maar ik vraag me af of je me zou geloven als ik het je vertel...' zegt Emma zacht en ik kijk haar geschrokken aan. Ik krijg tranen in mijn ogen. Ik wist niet dat dit het was, dat ze bang was dat niemand haar zou geloven.

'Je weet toch dat ik je altijd zal geloven, wat er ook is gebeurd?' vraag ik en Emma knikt. Dat weet ze, maar of ze naar me toe zal komen met wat er twee jaar geleden is gebeurd is nog maar de vraag.

Het ExperimentWhere stories live. Discover now