Uitwerking Finale

33 2 0
                                    

Uitwerking finale //   mijnverhaaltjes

De wolken huilen.

De tranen steken in mijn huid als kleine naaldjes, mijn haren staan overeind terwijl de regen zich in mijn kleren trekt. Met slome passen loop ik richting een gebouw, mijn blik is op de stenen gericht terwijl ik alle scheuren oversla. Mijn capuchon is ver over mijn hoofd getrokken, mijn haren plakken aan mijn gezicht. De regen stroomt tussen mijn vingers door.

Lachende kinderen spetteren in de verte in de plassen met hun rubberen laarsjes. Ze schateren hardop met hun kleren vol modder, hun handen zitten onder het vuil. Zorgeloos springen ze rond als vrolijke konijntjes.

Mijn vingers voelen verdoofd aan van de kou, de wind snijdt door mijn huid en laten alle haartjes op mijn huid omhoog staan. De kippenvel spreidt over mijn armen terwijl ik stug doorloop.

In mijn ene hand heb ik een bosje bloemen vast, in de andere de paraplu, maar toch is het de regen gelukt om door mijn vingers heen te stromen. Ik lik over mijn gebarsten lippen terwijl mijn benen uit zichzelf bewegen. Mijn ogen glijden door de omgeving. Mijn hart bonkt pijnlijk als ik een park nader. Een beeld verschijnt voor mijn ogen.

Het waren Will en ik, samen lagen we verstrengeld met onze benen, zijn vingers waren verdwaald in mijn haren, hij streelde voorzichtig de lokken uit mijn gezicht. Samen lagen we vredig in het gras, de sprietjes kietelden ons op verschillende plekken. Will fluisterde lieve woordjes in mijn oren terwijl ik druk bezig was om zijn kaaklijnen te bewonderen. Ik liet mijn vinger er voorzichtig overheen glijden terwijl Will zijn arm om mijn middel legde. Ik verborg mijn gezicht in zijn shirt. Het voelde alsof ik de hele wereld aan kan met hem aan mijn zijde, zijn vertrouwelijke geur verwelkomde mij als een thuis. Ik voelde mij gewoon geweldig in zijn armen. De tintelingen die door mijn lichaam schieten zullen mij warm houden, zelfs al staan we op de noordpool. "Ik hou van je," fluisterde hij met zijn diepe stem, ik keek omhoog om zijn glinsterende groene ogen te zien.

"Ik hou ook van jou."

Hoofdschuddend schudt ik het beeld uit mijn gedachtes, een herinnering is een herinnering.

Het is raar om er bij stil te staan dat de beste mensen die je de beste herinneringen geven, zelf een herinnering worden. Mijn benen dragen me weg van het parkje. Ongewild hebben de tranen zich in mijn ooghoeken genesteld, misschien hebben ze zelfs over mijn wangen gerold, maar ik kan het verschil niet vertellen tussen de regen en mijn tranen.

Mijn verdoofde vingers klemmen zich steviger om het handvat van de paraplu, mijn vingers worden langzaamaan paars door de kou. Ik sluit mijn ogen als ik mijn toch voortzet. De huilende wolken vergezellen mij.

Met grote passen ga ik om de hoek, mijn handen beven onophoudelijk terwijl de bloemen zich drenken in het regenwater. Langzaam kom ik bij ons bankje terecht, het bankje waar we elkaar voor het eerst hebben gezien.

"Hey," fluisterde een jongen, zijn schitterende groene ogen haakten vast aan de mijne. Ik deed geen moeite om op te kijken, ik hield mijn blik gericht op de gekerfde stukken van het bankje. Met mijn nagels schraapte ik er zachtjes overheen.

Ik hoorde een plof naast mij. De onbekende jongen was naast mij komen zitten, zijn ogen bestudeerden de bewegingen van mijn handen. Zijn lippen vormden onhoorbare woorden.

"Gaat het?" Weer negeerde ik de jongen, ik hield mijn ogen gericht op het bankje. Langzaam begonnen er druppels om ons neer te vallen. Verbaasd vroeg ik mij af waarom de jongen hier nog bleef.

"De wolken huilen," zei hij vervolgens. Ik keek verward op, de jongen glimlacht warm naar mij. "Ze huilen omdat jij verdrietig bent," fluisterde hij. Hij blikte weer even kort naar de lucht. "Want wanneer jij blij bent dan is de dag al veel mooier."

Schrijfwedstrijd Where stories live. Discover now