Het pakketje

107 4 0
                                    

De dagen gingen langzaam voorbij. De bladeren vielen van de bomen. Binnen paar dagen zou het winter zijn. Nadat de zon het hoogst arriveerden de zonen van Elrond. Iedereen kwam hun begroeten. "Vader de oorlog komt eraan.", zei een van zijn zonen. "Wij kunnen niet meer wachten, ze komen uit het noorden, en zuiden. Recht op ons af. Recht op Lorien. Wij kunnen nog snel zijn en onze legers overal plaatsen maar ik denk dat zij buiten het bos willen vechten.", zei de andere. "Legolas, morgen gaan wij naar Mirkwood iedereen voorbereiden. Wij kunnen niet meer wachten.", zei Thranduil. Legolas knikte en keek naar mij. "Mathillia, Nauriel. Wij gaan naar Rivendell. Vandaag nog. Wij kunnen niet wachten. Mijn zonen, bedankt. Blijf hier en help Haldir met voorbereidingen. Wij zullen hun verzamelplaats aanvallen bij het begin van winter.", zei Elrond. Zo was het dus geworden. Ik en mijn moeder waren eindelijk samen. Allebei veilig. Allebei blij. Wij gingen dus in de avond vertrekken. Als de zon verdween. Allatus moest mee. Ik rende mijn kamer binnen. Wat zou ik doen? Misschien zie ik Legolas nooit meer? Misschien zie ik zijn blauwe ogen nooit meer? Dieper dan de diepste zee. Ze zijn net 2 sterren in het heelal. Ik zat na te denken over wat ik zou doen als en hoorde Elrond niet binnen stappen. "Nauriel, wij zullen morgen voor de zonopkomst vertrekken, het is veiliger.", zei hij. Ik knikte en hij ging weg. Het was al bijna donker. Waar zou hij zijn. Mijn moeder was bij Galadriel. Ze waren heel goed bevriend geworden en dat vond ik best leuk. Zo kunnen wij misschien hier vaker komen. Dan kan ik lekker in de bossen paardrijden en schieten naar de rondrennende beesten. Het werd donker. Ik bereidde mij voor om te gaan slapen maar toen hoorde ik een stem buiten. Ik kende deze stem. Ik kende hem heel goed. Het was Legolas . Hij stond buiten. "Nauriel! Kom hier! Hier beneden ik moet je iets zeggen.", zei hij en ik zei dat ik sebiet kom. Het was al laat. Legolas stond in het parkje op de brug. "Nauriel. Ik heb je leren kennen. Het was de beste keus om achter je te gaan toen je moest vluchten. Nauriel ik geef je hier een pakje. Open die als je veilig in Rivendell bent en beantwoord het.". Hij gaf mij het pakketje en wou wegstappen maar ik begon te praten. "Is dit je afscheid? Waarom? Wij zien elkaar toch nog?", vroeg ik. Ik hoopte toch dat ik hem nog vaak zal zien. Het gevoel was sterker ik stapte dichter bij hem. "Legolas.", zei ik. "Nauriel, ik zweer het je. Als iemand je zal proberen te doden zal hij mij eerst moeten doden.", zei hij met een diepe stem. Het maanlicht viel op zijn gezicht. "Ma...", probeerde ik nog te zeggen maar hij pakte mij vast en kust mij. Het maanlicht was op ons aan het schijnen. "Ik zie je nog zeker. Ik sterf van binnen als ik je niet zie, mijn hart sterft.". 

Never forget you...Where stories live. Discover now