Vlucht

143 10 0
                                    

'sNachts werd ik wakker. Ik hoorde opeens een raar, luid geluid. Ik hoorde datiedereen opeens hun kamer uitliep. Ik deed het ook. Ik vroeg aan 2 vrouwen water aan de hand was. Ze zeiden dat de orks van route naar Rivendell verandertzijn en nu naar Mirkwood komen. Ze zijn blijkbaar nu al bij onze sluis. Ik werderg bang. Ik liep snel naar beneden naar de kamer van Legolas. Ik liep erzonder te kloppen binnen. Hij sprong snel uit zijn bed toen hij mij zag. Hijwas erg blij dat ik er uiteindelijk kwam. Hij stapte rustig naar mij. Toen kwameen soldaat en vertelde in het elfs dat de orks eraan komen. Legolas keek naarmij. "Nauriel, kom nu mee, naar de terras.". Ik volgde hem. Iedereen was aan hetroepen en gillen. De gangen waren vol elven, ze waren allemaal bang. Ik wouontsnappen. Toen wij op de terras waren begon hij te spreken: "Nauriel, zie jijdat berg daar, in de verte. Ga naar daar. Als je er bent, wacht daar totdatiemand van de elven jou komt halen. Hier een ketting. Deze ketting droeg mijnmoeder ook. Als je naar kijkt, denk aan mij.". Hij gaf mij een kus op mijnwang. Ik had geen vragen meer. Hij stapte verder, maar keerde na paar stappenterug en nam mij in zijn armen en begon te knuffelen. Toen liet hij mij los enzei: " hier een geheim uitgang loop snel, dan vinden ze jou niet. Nauriel denkaan mij, ik denk steeds aan jou.". Ik keek naar hem, ik had echt geen woordenvoor. Mijn ogen stonden vol met tranen. Ik begon te lopen, zo snel als ik kon. Ikkwam terecht in een groot bos. Ik wist echt niet naar waar ik moest gaan, waarwaren de orks nu? Toen zag ik het berg. Ik liep zo snel mogelijk naar daar. Hetwas midden in het nacht. De maan scheen recht op de berg, het was onbewolktmaar ik zag dat er grote, grijze wolken komen. De maan en de berg was mijnoriëntatiepunt. Ik situeerde mij naar de berg. Ik wou niks meer dan bij de bergzijn en rustig wachten op iemand van de elven. Ik liep steeds verder, vol metenge gevoelens, ik werd steeds meer moe. Op een moment besloot ik om even tegaan slapen. Ik zocht een goed schuilplaats en toen zag ik het. Een kleingrotje onder een boom. Het was bijna niet te geloven, opeens zo'n goeieschuilplaats; ik liep er snel naartoe en ging slapen.


Never forget you...Where stories live. Discover now