Mae govannen, Mathillia

101 3 2
                                    

    Wijlieten onze paarden in de wei. Legolas leidde mij naar een zaal, trappen op entrappen af. "Hier zijn wij Nauriel.", zei hij en deed de deur rustig open.Eerste wat ik zag was een grote veranda en erachter een grote tuin. Vlinders envogels vlogen rond. Ik zag Elrond en Thranduil en tussen hun een vrouw. Ze hadbruin lang haar, een licht blauwe jurk. Opeens besefte ik dat het mijn moederwas. Ik liep snel naar haar toe, wij knuffelden heel lang. De grote druppelstranen vielen uit mijn ogen. Toen wij stopten met knuffelen zei Thranduil:"Nauriel, mijn soldaten hebben jouw moeder in het open veld gezien, toen hebbenze haar meegenomen en hier zijn wij dan. Ik ben heel blij om u te ontmoeten,Mathillia, moeder van Nauriel.". Ik ging toen naar Thranduil en knuffelde hemheel hard. Ik was zo gelukkig. Opeens viel er een traan van Thranduil op mijnvoorhoofd. Ik bedankte hem en ging naar Elrond. "Nauriel, ik ken je niet echtlang maar je bent voor mij heel erg belangrijk. Ik beschouw je echt als mijndochter. Je moeder vindt zeker een plaats in Rivendell en ik hoop dat jullie 2daar zullen blijven.". Tenslotte zei Galadriel tegen mijn moeder: " Mae govannen,Mathillia. " Even later was het een groot feest en iedereen was gelukkig. Voorhet eerst was ik ook gelukkig en blij op een feest. Elrond en Thranduil zatenweer gezellig wijn te degusteren. Mijn moeder zat ook naast hun en bleek ookeen goeie wijnsmaak te hebben, ze genoot ervan. Ik danste met verschillendemensen en zong mee met de liederen. Het feest was niet zo groot en duurde ookniet echt lang. Mijn moeder kreeg voor deze laatste nacht een plaats in mijnkamer. "Hoe was het, hoe ben je ontsnapt en?..", vroeg ik bezorgd. "Er was eengroot onweer, het regen was heel erg hevig. Het wind waaide erg hard deze nacht. Opeens sloegeen donder op de toren waar ik vast zat en er ontstond een gat, zo ben ikontsnapt.". Toen waren wij stil, ik zag dat mijn moeder iets wou vragen maar zewist niet hoe en toen begon ze weer: "Nauriel, maar wie is die jongeheer die jebinnen in de zaal leidde?". Ik begon zacht te lachen en zei: "Ah het isLegolas, de zoon van de koning van Mirkwood; Thranduil. Het is mijn goeievriend." Wij bleven lang praten over mijn moeder haar verhaal en over mijnverhaal naar de berg en terug naar hier. Ik wist dat wij morgen naar Mirkwoodgaan en dan naar Rivendell, iedereen gaat zich voorbereidden voor de groteoorlog. De hemel was bevolkt en je kon de maan en de sterren niet zien. Ver inde verte was er erg grote wind en regen. Wij stopten laat met praten en toengingen wij slapen.  


*Zo wij zitten al aan hoofdstuk 30 beste lezers. Laat zeker weten wat jullie ervan vinden.*  

Never forget you...Where stories live. Discover now