4.

288 19 5
                                    

De eenzaamheid overwint. Ik weet niet wat te doen. Ik heb het huis al 3 keer gepoetst en opgeruimd. Maar ook dat kan ik niet eeuwig blijven doen.
Dus beslis ik om een hond in huis te nemen. Benji, een labrador. En ja hoor, de eerste weken ben ik zo druk bezig met Benji dat ik Dan helemaal vergeet. Maar als we het ritme doorkrijgen komt de eenzaamheid terug. M'n ouders kan ik niet bezoeken want zij zijn op m'n 6de overleden. M'n zus Elisabeth heeft me dan in huis genomen, ze was al 20. Zij heeft me dan zeg maar opgevoed, tot dat Dan me ten huwelijk vroeg. Kort daarna is ze naar Amerika verhuist.

Ik loop over de rustige straat met Benji. Iets aan de overkant van de straat trekt m'n aandacht. Ik steek over, maar een auto rijdt me bijna omver. Meteen stop ik en trek Benji van de straat af. Welke gek zit daar nu weer in? Ik bekijk de auto. Een chique Vinck. Dat verbaast me dus niets. Waarschijnlijk zit er één of andere rijke man in die zichzelf geweldig vindt. De deur klapt open en er komt een man uitgestapt. Eerder een jongeman, hij is van mijn leeftijd. Ravenzwart haar komt tevoorschijn. 'Sorry! Het spijt me zo! Ik had je niet gezien!' Zegt hij. Ik hoor in de toon dat hij er niets van meent. Hij kijkt me aan. Ik kijk terug. Hemels blauwe ogen ontnemen me de adem. Perplex door zo'n kleur blauw vergeet ik even dat ik boos op hem ben. 'Euh hallo?' Zegt hij. Hij wuift met z'n hand voor m'n ogen. Ik voel het bloed naar m'n wangen stijgen. Foei, Julliet, je bent getrouwd. Ik kijk op en zie een ondeugende grijns op z'n gezicht. Hij heeft het dus gezien. 'Wat is er zo grappig als ik vragen mag?' Vraag ik. 'Misschien heeft u het niet door, maar u heeft me zonet wel bijna omver gereden hoor.'
'Jawel jawel, ik heb het door! En het spijt me heel erg...' Hij stopt en doelt naar m'n naam. 'Oh euh Julliet Wright.' Zeg ik warrig. 'Julliet Wright. Klinkt goed.' Ik krijg rillingen van zijn uitspraak, eigenlijk gewoon van hem. Maar ik blijf geobsedeerd door z'n blauwe ogen. 'Wat is uw naam?' Vraag ik uit nieuwsgierigheid.
'William Thompson. Maar voor dames zoals u is het gewoon Will.' Zegt hij met een knipoog. Verward kijk ik hem aan. 'Dames zoals u?' 'Je weet wel, met uw schoonheid en zo.' Die had ik niet verwacht. 'Oh oké dan, goed. Will, ik moet er weer vandoor.' 'Ja natuurlijk, excuses voor het ongemak. Hoplijk zien we elkaar nog eens. Tot de volgende keer, Julliet.' Ik kijk hem nog eens in de ogen, en hij kijkt terug. Zo staan we er wel even. Ik verbreek uiterlijk de 'verbinding'. 'Kom Benji.' Zeg ik snel. Waar was ik nu ook alweer met bezig?
Oh ja de affiche bij de boom.

Liefde in oorlogWhere stories live. Discover now