Jaar 1 H14

241 23 2
                                    

POV Sirius
Terwijl ik samen met James en Remus in de bezemkast in de Grote Hal verstopt zit, horen we gestommel. Ineens hoor je kinderen schreeuwen. Als we de deur van de kast opendoen zien we wat we hebben aangericht.
James en ik gniffelen, Remus gniffelt ook maar kijkt een beetje gepeinigd. Overal zitten en liggen er leerlingen op de koude grond. Overal zie je leerlingen tevergeefs proberen op te staan. Soms zie je hier en daar wat leerlingen elkaar expres op de koude, gladde vloer duwen, zodat ze ook uitglijden. Je hoort ze dan gniffelen om de acties van hun vrienden.
Je ziet nergens hutkoffers, uilen of andere bagage, want die zijn al naar de kamers gebracht.
Ik gniffel tegen James en Remus: 'Oké, dit was awesome! Maar nu wegwezen voordat Minnie ons te pakken krijgt. Wormtail komt straks wel, hij weet ons te vinden.' James en Remus knikken instemmend en snel sluipen we weg. Als we bijna bij het portretgat zijn worden we tegengehouden door een stem. 'J-jongens, z-zijn jullie verantw-woordelijk voor d-dat water op d-de vloer?' We draaien ons om. 'Wormtail!' Met z'n allen bespringen we hem. Ik grijns en James en Remus lachen. 'Wat dacht je dan jongen? Dat we de terugkomende vakantiegangers nog een extra saai dagje zonder stress en fun zouden gunnen?' James grijnst bij zijn woorden. N-nah.' Antwoord Peter. 'Maar professor A-Anderling weet denk ik a-al dat jullie e-erachter
z-zitten.' Mijn grijns trekt weg. 'Tja, dat is dan maar zo.' En met een knipoog komt mijn grijns weer naarboven. 'Gaan we nu naar binnen?' 'Natuurlijk Mooney, natuurlijk.' Remus zegt 't wachtwoord en loopt naar binnen, gevolgt door James. 'Maar Wormtail,' ik draai me om en kijk hem aan. 'Maak je even droog jongen, want we zijn nu allemaal nat.'
Hij lacht verlegen (geen idee hoe 'k 't anders moet zeggen) En ik hoor James en Remus lachen.

POV Remus
Urghh.. De vakantie is voorbij en we hebben nu al veel huiswerk. Voor Transfiguratie: opstel van 45 cm over 't veranderen van een rat in zo'n speelgoedrat.
Geschiedenis van de Toverkunst: 2 perkamentrollen over de koboldopstand van 1657.
Toverdranken: 'T recept van Amortentia verbeteren.
& voor Kruidenkunde: Een opstel van 25 cm over Flubberwurmen.
Zeg nou zelf, wie neemt überhaupt de moeite om die beesten in leven te houden, waarom zou je ze willen verzorgen? Je hebt er toch niets aan..
Nou jah. Samen met de andere loop ik naar de Grote Zaal voor de lunch.
Sirius klaagt luidruchtig over de leraren en het huiswerk. 'Kom op zeg! Kerst is net voorbij en ze willen meteen dat we volle bak gaan? Heb je dat huiswerk gezien..? Urghh.. Alsof we niets beters te doen hebben..' 'Ik geef je gelijk Padfoot, maar ga nu zitten jongen.. 'T eten staat te wachten.' Nadat James dat heeft gezegd, gaat Sirius zitten. 'Je hebt gelijk Prongs, eten mag je niet laten wachten.' Maar James reageert niet meer, want hij zag een zeker roodharig meisje langslopen. Hij staat meteen op en sprint achter haar aan. 'Evers! Hé Evers! Stop even wil je?! Evers!?' Met een zucht draait ze zich om. 'Wat wil je Potter?' 'Wil je met me uit?' 'Nee.' En ze draait zich weer om. Iedereen aan onze tafel grinnikt. Ook wij grinniken mee. Als James komt aanlopen en ons ziet lachen grijnst hij. Schouderophalend zegt hij: 'Ach ja, ze kan mijn charmes niet altijd blijven negeren.' We grijnzen naar hem. 'Tuurlijk niet Prongs, tuurlijk niet.' Hij grijnst. 'Het ging wel beter nu, want ze schold me niet uit, ze zei alleen maar "nee".' 'Dat is inderdaat een verbetering James.' Zegt een stem van achter ons sarcastisch. Ik kijk wie het is en grijns als ik haar herken. Marlene McKinnon. Als ik naar Sirius kijk zie ik een dromerige blik in zijn ogen. 'Hii Marlene.' Groet ik haar. 'Remus! Hoe gaat het?' Antwoord ze vrolijk. 'Super, alleen veel te veel huiswerk.' 'Mee eens.' 'En hoe gaat het met jou?' 'Ook goed, maar ik kwam tegen James hier zeggen: Val Lils niet lastig, je ziet toch dat ze je niet wil?' 'Ja, maar daarom blij-...' Marlene onderbreekt hem. 'Sure, ga je gang.' Ze schudt haar hoofd. En draait zich weer om naar mij. 'Zie jullie later Remus, Sirius, Peter & James.'De enige die wat terug zeggen zijn ik en Sirius (dat veraste mij absoluut niet) 'Laters.' Zeg ik. Maar Sirius staat met een grote grijns op en zegt charmant waar ieder meisje voor valt: 'Zal ik mevrouw McKinnon begleidden naar haar plaats?' Marlene kijkt verward en staat op 't punt om hem van repliekte dienen als Sirius zijn arm met die van haar heeft verstrengeld. Sirius grijnst naar ons. Maar Marlene grijnst niet en kijkt best wel kalm. 'Zwarts, laat me los, wil je?' Sirius grijnst nog steeds naar haar en zegt weer met zijn charmante stem: 'Natuurlijk mevrouw McKinnon.' Hij laat haar arm los en maakt nog een buiging. Nadat hij weer is gaan zitten zwaait hij naar Marlene en grijnzend zegt hij: 'Zie je later McKinnon.' Haar hoofd schuddend loopt ze weg. 'Zo, zo.. Onze Sirius heeft een oogje op een zeker iemand?' 'Neuh hoor, Prongs.' Zegt Sirius nonchalant. Maar ik dacht dat ik iets zag flikkeren in zijn ogen, dat bijna meteen weer weg was.
Ik grijnsde. Die Sirius toch.

Een hele korte, 'k weet 't, maar 't jaar heeft al te lang geduurt, 't zal daarom nog maximaal 2 hoofdstukken hebben en daarna gaan we naar Jaar 2.

'K hoop dat jullie er toch wat plezier van hadden folks.

Laterss...

(STOPGEZET) The MaraudersWhere stories live. Discover now