Jaar 1 H9

319 25 3
                                    

POV Remus
Als de deur van de ziekenzaal opengaat kijk ik op. Als ik mijn vrienden naar mijn bed zie lopen kijk ik ze glimlachend aan. 'Konden jullie niet zonder me?' Zeg ik met een grijns.
'We hebben iets ontdekt Remus.' Zegt James. Meteen voel ik iets kouds in mijn nek en er vormt zich een brok in mijn keel, ik voel het bloed uit mijn gezicht trekken en ik ben bang echt heel bang voor waar dit misschien over gaat. 'Oo-jah? W-wat d-dan jongens?'
Sirius is degene die antwoord: 'Nou, ik en James gingen naar de bieb, gewoon om wat op te zoeken en kwamen toen uit bij een boek over ongeneeslijke ziektes. We bladerden door 't boek en kwamen toen uit bij een bepaald onderwerp.'Remus.' Onderbreekt James hem. 'We weten dat je een weerwolf bent.' Bij die woorden zak ik op bed, ik voel me verslagen, ik voel me klein, ik voel me vreselijk.
Ik kijk mijn vrienden triest aan en bedenk me dat ze niet lang meer mijn vrienden zullen zijn als ze horen wat ik te zeggen heb. 'Tja, ik... Ik ehh.. J-jah, ik ben een W-weerwolf.' Antwoord ik triest. W-wat?! Hoor ik Peter geschrokken roepen. Ik negeer hem. 'Ik d-denk dat ik jullie een verklaring schuldig ben, jongens.' Zeg ik tegen hen.

POV Peter
Ik kijk Remus nog steeds geschokt aan. Dan zegt hij: 'Ik d-denk dat ik jullie een verklaring schuldig ben, jongens.' Ik kijk naar James en Sirius, ze zijn zo kalm, hoe kunnen ze nu kalm zijn?
'E-een Weerwolf?! I-Ik begrijp 't n-niet. Remus een-een Weerwolf? James onderbreekt me en zegt: 'Nu niet Peter! Leg maar uit Remus.'
'Nou..' Begint hij aarzelend, maar hij stopt dan. Kom op Remus, wij zijn je vrienden.' Pept Sirius hem op. 'Wij verstoten je echt niet omdat je een weerwolf bent ofzo...' Nee natuurlijk niet!' Zegt James erachteraan. Ze kijken me afwachtend aan. 'W-wat? E-ehh nee n-natuurlijk n-niet.' Zeg ik snel. Remus kijkt ons gepeinigd aan. Ik
zie dat hij worstelt met zijn emoties. *Jah, dat soort dingen zie ik nog wel hoor!*
'N-nou.. Jah, ehh... Jah, ik ben een weerwolf. Als kind werd ik met Volle Maan gebeten door een Weerwolf. Na die nacht veranderde ik iedere Volle Maan ook in een Weerwolf. Ik was nog maar een kind! En ik werd gebeten door een Weerwolf. Iedere transformatie is ontzettend pijnlijk. Ik ben niet mezelf, ik ben een bloeddorstig m-monster. Sommige Weerwolven bijten kinderen om ze expres een Weerwolf te laten worden, anderen bijten omdat hun instinct dat zegt. Ík werd expres gebeten. Pas later kwamen we erachter wie mij had gebeten.' 'W-wie dan R-remus?' Vraag ik. 'Peter, wees stil en laat hem uitspreken.' Zegt James geïrriteerd.
'Dat was Fenrir Vaalhaar, hij staat er om bekend dat hij jonge kinderen expres bijt met Volle Maan om ze zo tot Weerwolf te maken. Ik-ik werd buitengesloten door bijna iedereen in mijn omgeving. Alleen mijn ouders bleven mij steunen. Ondanks dat ik een groot gevaar vormde. Toen ik 11 jaar werd, maakte mijn ouders zich zorgen of ik wel werd toegelaten op Zweinstein, want hoe goed ik ook ben opgevoed, dat maakt niets meer uit als ik een Weerwolf ben. Ik kan een gevaar vormen voor iedereen hier op school. Maar Professor Perkamentus nam contact met mijn ouders op en liet ze weten dat ik naar Zweinstein kon komen en dat zij speciale maatregelen zouden treffen om het mij gemakkelijker te maken. Mijn ouders waren zo blij.'
'Wat zijn die maatregelen dan Remus?' Fluisterd Sirius. 'Jullie kennen de Beukwilg, toch?' 'Jah' 'Nou, die is hier niet zo maar gebouwd, nee, die boom bewaakt en verhult een ingang naar een afgelegen huisje in Zweinsveld. Een keer per maand, als het de avond van Volle Maan is, brengt Mevrouw Pleister mij naar de Beukwilg en begleid ze mij naar dat huis. Op die plek zit ik opgesloten, dus kan ik niet weg. Ik verander wel, maar kan niemand pijn doen of verwonden. Omdat dat niet kan, krab ik mezelf, vandaar al die  littekens. Als de transformatie voorbij is ben ik uitgeput, dus daarom blijf ik altijd nog even op de Ziekenzaal.'
Als Remus klaar is met zijn verhaal kijkt hij ons angstig maar verwachtingsvol aan. Dan neemt James het woord. 'Wauw Remus, dat is heftig. Maar je bent onze vriend dus willen we je helpen. We kunnen we je dekken met Volle Maan. En ik zat te denken dat we je ook gezelschap kunnen houden op avonden dat 't Volle Maan is.' 'Nee! Niet doen, jullie kunnen niet in mijn buurt komen dan! Ik ben een groot gevaar!' Zegt Remus snel. 'Maar Remus, ik heb gelezen dat dieren een Weerwolf gezelschap kunnen houden zonder dat de Weerwolf ze aanvalt, blijkbaar valt een Weerwolf zelden dieren aan, maar wel mensen.' 'Maar hoe willen jullie dat dan doen?' Vraagt Remus nieuwschierig. James kijkt ons allemaal aan. 'Sirius, Peter en ik worden faunaten.'
'Dat kan ik niet van jullie vragen.' Protesteerd Remus. 'En 't kost jaren om een faunaat te worden. Dat heb ik eens gelezen in een boek.' 'Waarom verbaasd me dat nou niks.' Mompelt Sirius zacht, maar hard genoeg zodat wij 't allemaal kunnen horen. James negeert Sirius' opmerking en gaat door. 'Ik zei ook niet dat 't makkelijk gaat worden..' 'Maar we willen je helpen, want je bent onze vriend.' Onderbreekt Sirius James. Remus kijkt ineens ontzettend blij en opgelucht. 'Dankjullie wel jongens. Dat betekent veel voor mij. Ik was bang dat jullie niets meer met me te maken wilde hebben als julie 't wisten.' 'Doe niet zo gek. Je bent een van ons, je bent een van.. Ehh.. We moeten nog even een naam voor ons 4en hebben. Een waardoor iedereen weet wie wij zijn.' 'Goed idee, James!' Roept Sirius enthousiast. 'Heeft een van jullie ideeën?' Sirius kijkt ons vragend aan. 'D-de Jokers misschien?' Opper ik. 'Nah, te duf.' Zegt James meteen. 'Iets met grappen misschien.' Vraagt Remus. 'Jah, en met stelen, want jah, nou.. zoals de Bh's van die 2e jaars.' Zegt Sirius een beetje ongemakkelijk. 'Iets met stelen is een goed idee.' Zegt James. 'Het moet goed klinken, en niet te moeilijk zijn.' 'De Marauders!' Roept Remus ineens. 'Jah! Dat is hem.' Zegt James opgewonden. 'De Marauders.' Mijmert Sirius. 'Klinkt goed. Dat geeft precies aan wat we doen.' 'Mee eens Peter?' Veaagt Remus me. 'M-maar natuurlijk, dit i-is e-een goeie n-naam.' Antwoord ik. 'Mooi, de Marauders wordt het dus.' Zegt James tegen ons. 'Remus, morgen komen we je ophalen en dan gaan we informatie opzoeken over Faunaten. Maar nu gaan we eerst wat pranken en onze naam bekend maken.' Zegt James terwijl hij al opstaat. 'Wacht!' Roept Remus als we allemaal instemmend hebben geknikt en Sirius en ik ook willen opstaan. 'Jongens, jullie moeten beloven mijn geheim tegen niemand te vertellen.' 'Natuurlijk niet Remus, dat is een geheim dat binnen onze groep blijft  en nooit mag worden vrijgegeven.' Zegt James. 'Wij zullen niemand over jouw harige probleempje vertellen Remus. Wij zijn een team en een team bewaard elkaars geheimen. Wij zweren alledrie niks te zeggen.' Vervolgt Sirius.
'A-absoluut.' Zeg ik instemmend. 'Mooi, en bedankt jongens.' 'Geen probleem Remus, we moeten trouwens ook nog bijnamen verzinnen voor ons, dat geeft echt aan dat we een groep zijn.' Zegt James. 'J-ja, dat kan m-misschien iets t-te maken h-hebben met de d-dieren w-waarin we willen v-veranderen.' Opper ik. Ze kijken me allemaal verbaast aan. Totdat er op James gezicht een glimlach verschijnt. 'Peter, je hebt zojuist een fantastisch idee bedacht!' Roept hij opgewonden. 'Morgen als we informatie opzoeken, kijken we ook in welke dieren we willen veranderen. En daar kunnen we dan onze bijnamen op afstemmen!' 'Fantastisch idee Peter!' Zegt Sirius tegen mij. Remus en James knikken instemmend en ik voel me erg trots op dit moment. 'En dan moeten we Remus iets met Volle Maan of Weerwolf noemen, maar zo dat niemand doorheeft waar we 't over hebben. Mee eens Remus?' 'Ik vind 't een prima idee jongens. Gaan jullie nou maar wat pranken, dan ga ik nog even wat leren en dan zie ik jullie morgen.' 'Typisch.' Mompelt Sirius weer. 'Tot morgen Remus.' 'Tot morgen jongens.'

(STOPGEZET) The MaraudersWhere stories live. Discover now