Hear me

9 0 0
                                    

Verrast schud je je hoofd. Nog steeds blijven de verschijningen komen, ook al heeft Savanna je duidelijk gezegd dat jij nu de begeleider bent en je geen verschijningen hoort te zien. Niet zonder de persoon die je moet begeleiden.
Betekent dat dan dat er een nieuw persoon het boek in is gedoken?
Een beweging rechts van je doet je opschrikken en snel kijk je om je heen. In de verte zie je iets bewegen. Het is geen verschijning, want anders kon je je niet meer bewegen. Hemel, het is een persoon die daar door het lange gras loopt. Eindelijk heb je weer iemand om tegen te praten.
~~~~~~

Voor me staat een lang meisje. Haar bruinzwarte piekt wild alle kanten op. Ze had ze uit woede afgeknipt met een schaar. Haar eens zo heldere licht bruine ogen zijn donker en dof, alsof iemand het licht en leven uit haar heeft weggezogen.
'Probeer mijn stem horen,' zeg ik.
Het meisje opent tegelijkertijd haar mond, maar er komt geen geluid uit. In paniek kijkt ze me aan, alsof ze nu voor het eerst door heeft dat ze niet kan praten.
'Je kunt gaan, nu is het jouw keuze,' ga ik verder.
Ik zucht voor ik de volgende woorden uitspreek.
'Misschien als ik in slaap val, zal ik niet meer goed ademen. Misschien als ik vanavond weg ga, zal ik niet terug te komen.'
De ogen van het meisje krijgen hun leuke licht bruine kleur weer terug door de tranen die in haar ooghoeken glinsteren.
'Ik zei het al eerder, ik zal het niet nog een keer zeggen. Liefde is een spel voor je, het is niet echt. Misschien als ik in slaap val, zal ik niet meer goed kunnen ademen.'
Tranen rollen als kleine natte parels naar beneden over mijn wangen. Mijn schouders beginnen te schokken door mijn onregelmatige ademhaling. Snapt ze dan echt niet hoe ik me voel? Heeft ze dan nooit gezien hoe ik door dit leven ga?
'Kan niemand me horen?' roep ik naar het meisje.
Verschrikt deinst ze achteruit, afgeschrikt door mijn plotselinge stemgeluid.
'Ik heb te veel hoofd! Ik kan niet ademen! Hoor je het ook?'
Ik kijk het meisje aan en zie het natte spoor over haar gezicht waar eens haar tranen hebben gerold. Haar adem schokt nog lichtjes na, evenals de mijne. Een tikkeltje verbaasd kijk ik haar aan. Misschien snapt ze toch nog wat ik voel. Of misschien is ze wel afgeschrikt van me. Boos schud ik mijn hoofd. Dat zal het wel zijn. Ze is afgeschrikt. Watje.
Het duurt even voor de woorden echt tot me doordringen. Ze is afgeschrikt. Ze is bang. Bang van mij. Ik ben een monster! Ik zet een stap achteruit, uit angst haar iets aan te doen.
'Je kussen en je kussen. En je liefde en je liefde. Je hebt een geschiedenis lijst en de rest boven,' stamel ik.
Er komt niets zinnigs meer uit mijn mond en dat weet ik, maar zo wanhopig als ik ben, probeer ik de akelige stilte te verbreken met woorden; met mijn stemgeluid.
'En als je warm bent, dan kun je niet betrekking hebben op mij. Van de vloer tot de vloer. En de hemel naar de hemel.'
Ik kijk weg van het meisje. De kamer is donker en grauw en het maakt er de sfeer er niet beter op. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik ben verward en ik praat zonder dat ik weet wat ik zeg. Alsof mijn lichaam is overgenomen door iemand anders.
'Je hebt te houden en aanbidden en de rest is scheef,' fluister ik terwijl ik het meisje weer aankijk.
Het meisje glimlacht, maar we weten beiden dat die glimlach haar ogen kan bereiken. De ogen zullen voor altijd dof staan, daarvoor heeft ze te veel geleden.
'En als je warm bent, dan kun je niet betrekking hebben op mij,' zeg ik als ik haar recht in haar bruine ogen aankijk.
Ik schud mijn hoofd in de hoop de dikke mist in mijn hersenen kwijt te raken. Ik ben vreselijk in de war en ik weet absoluut niet meer wat ik moet doen.
'Ik zei het al eerder, ik zal het niet nog een keer zeggen. Liefde is een spel voor je, het is niet echt. Misschien als ik in slaap val, zal ik niet meer goed kunnen ademen, toch?' zeg ik.
'Toch?' voeg ik er wanhopig aan toe.
Ik weet echt niet meer wat ik moet doen. Opnieuw vullen mijn ogen zich met tranen.
'Kan niemand me horen? Ik heb te veel aan mijn hoofd. Ik kan niet ademen! Hoor je het ook?' stamel ik zachtjes.
Het meisje probeert nog een keer naar me te glimlachen en ergens diep van binnen geeft het me hoop; geeft het me kracht om verder te spreken in de nonsense die ik al die tijd al sprak.
'Laat je schoenen bij de deur, baby. Ik ben alles wat je de laatste tijd aanbid. Kom met mij mee en we zullen weglopen.'
Tot mijn teleurstelling schud het meisje haar hoofd. Snapt ze dan niet dat dit mijn laatste wens is? Ik kan er niet meer tegen en nu verlaat zij mij ook?! Alle verdriet in mijn lichaam wordt in een record tempo omgezet in kokend hete woede. Ik voel hoe het sparkje hoop dat het meisje me eerst gaf verbrand in de hitte.
'Kan niemand me horen?' schreeuw ik.
'Ik heb te veel aan mijn hoofd! Ik kan niet ademen! Hoor je het ook?'
Snikkend herhaal ik de woorden.
'Kan niemand me horen? Ik heb te veel aan mijn hoofd. Ik kan niet ademen. Hoor je het ook?'
Zwijgend staart het meisje me aan en ik schud teleurgesteld mijn hoofd.
'Ach waarom zeg ik dit ook allemaal?' vraag ik mezelf hardop af terwijl ik mijn spiegelbeeld de rug toe keer.

Ai ajuns la finalul capitolelor publicate.

⏰ Ultima actualizare: Jun 27, 2016 ⏰

Adaugă această povestire la Biblioteca ta pentru a primi notificări despre capitolele noi!

Mijn magische boekUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum